Religie, secularisering, publiek domein en de WRR
De opleving van traditioneel geloof, uitingen van radicale religie en nieuwe religieuze vormen stellen de overheid voor nieuwe vragen hoe zij met religie zou kunnen omgaan. Voor de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) reden om in kaart te brengen welke veranderingen zich voltrekken in het domein van geloof en religie en wat dit kan betekenen voor de overheid. Het eerste resultaat van deze verkenning is een bundel van wetenschappelijke essays en studies die onder de titel Geloven in het publieke domein, Verkenningen van een dubbele transformatie als WRR-Verkenning nr. 13 is uitgegeven.
Lange tijd is gedacht dat steeds minder mensen in Nederland zich als gelovig beschouwden. De ‘ontkerkelijking’ werkte ook door in het beleid van de overheid. Er lijkt de laatste jaren echter sprake van een opmerkelijke ‘comeback’ van religie. Religie en geloof zijn weer onderwerp van gesprek en studie. Dat valt niet alleen te verklaren door de opkomst van de islam in onze samenleving. Ook de al dan niet vermeende terugkeer van het traditionele geloof en opkomende nieuwe vormen van religieuze beleving maken dat religie zich weer meer manifesteert in het publieke domein. Vraagstukken die voortvloeien uit die verbinding tussen religie en publiek domein lijken niet langer te kunnen worden beantwoord met een enkele verwijzing naar de scheiding van kerk en staat.
Zo begint het persbericht van de WRR naar aanleiding van de publicatie van haar nieuwe studie Geloven in het publieke domein. Verkenningen van een dubbele transformatie (W.B.H.J. van de Donk, A.P. Jonkers, G.J. Kronjee en R.J.J.M. Plum, red.).
Het begin duidt op een steeds vaker gehoorde stelling dat religie terug is van weggeweest. Het is maar de vraag of religie inderdaad terug is van weggeweest. De opvatting dat secularisering religie terugdringt gaat uit van een erg statische definitie van religie, maar religie past zich natuurlijk aan, aan de maatschappelijke omstandigheden. De behoefte aan zingeving is daarbij niet verdwenen, maar uit zich in andere vormen van religie terwijl de instituties zich zo goed en kwaad als het kan aanpassen. Daarbij is het ook nog maar de vraag of religie echt helemaal terug is en of de veranderingen die zich voordoen, de voortschrijdende secularisering echt aantasten. Van belang daarbij is dat secularisering niet alleen een neutrale beschrijving is, maar ook een norm. Bijvoorbeeld de norm dat religie een privé-zaak is en niet thuishoort in het publieke domein. De zichtbaarheid van de islam tast die norm aan, mede doordat de veronderstelling is dat een toenemende islamisering ook betekent dat intolerantie ten opzichte van niet-gelovigen en andersgelovigen zal toenemen en dat Nederland/Het Westen wordt overgenomen door moslims.Â
De opstellers van het rapport tonen zich erg positief over christenen en erg bezorgd over de zogenaamde niet-religieuze, niet-humanisten. Nederland zou een gemeenschappelijke binding nodig hebben en het wegvallen van religie of een humanistische overtuiging kan gemakkelijk tot wetteloosheid, anomie, leiden, zo lijkt de indruk te zijn. Het gaat hier om een groep ‘anomische’ Nederlanders:
Mensen met een niet-religieuze en niet humanistische levenshouding hebben veelal een nihilistische kijk op het leven. Ze zijn hedonistisch ingesteld, kijken vooral naar de commerciële televisie en zijn ontevreden over de overheid. „Kenmerkend is dat deze categorie zelfbeschikking koestert, weinig tolerant is, beduidend minder op heeft met hogere ‘waarden ’ en eerder wantrouwend in het leven staat.â€
De onderzoekers omschrijven deze groep als „anomische Nederlandersâ€, die vatbaar zijn voor extremistische visies. Maatschappelijk gezien bestaat deze categorie vooral uit mensen die zich buitenstaander voelen, maar wel behoefte hebben aan maatschappelijke erkenning. Het beleefde isolement is een voedingsbodem voor „plotseling verhoogde politieke betrokkenheid en protestactiesâ€. Als de conjunctuur omslaat, kan deze categorie een risico worden voor de samenleving, aldus de onderzoekers. (….)
Ik vraag me af in hoeverre dat gerelateerd aan het recente sociale en culturele rapport van het SCP waarin vertrouwen een belangrijke rol speelt. Hoewel veel Nederlanders vinden dat het goed gaat met Nederland, blijft onderling vertrouwen, het gebrek eraan en het herstel ervan erg belangrijk. Uit dat rapport blijkt ook dat religiositeit en vertrouwen positief met elkaar samenhangen en dat het wantrouwen tegen officiele instanties nog steeds groot is. Dit gaat dan met name ook over het publieke domein waarbij mensen aangeven zeer te hechten aan het uiterlijk van het domein, overlast van buren en verloedering. Zou de gesignaleerde islamisering van Nederland daarmee ook samenhangen? Het gegeven dat islam zou oprukken in het straatbeeld (gesluierde vrouwen, moskeeën) is voor sommigen genoeg om een bedreiging van de eigen identiteit en leefomgeving te zien en overlast en verloedering te ervaren. Het gaat er niet om of dat beeld klopt, de ervaring is er en op basis daarvan handelen mensen. Of een eventuele anomie onder deze groep Nederlanders nu de oorzaak is van de angst voor islamisering of een gevolg ervan, is dan maar even een kip of ei vraagstuk.
Maar goed, genoeg reden om meer onderzoek te doen lijkt me. Naar islam in de publieke ruimte (het is dan ook onbegrijpelijk dat de Afdeling Arabisch en Islam in Nijmegen misschien opgeheven wordt), maar ook naar andere vormen van secularisering en religiositeit. (Nee, de laatste vier links zijn allesbehalve objectief).
Een belangrijk punt is natuurlijk nog wel wat de rol van de overheid in deze is. Moet de overheid inderdaad voor zingeving gaan zorgen (met name voor die anomische nederlanders) of niet?