Wier lichaam is het eigenlijk?
In december deelden ongeveer veertig Afghaanse vrouwen uit protest boerka’s uit aan Tweede Kamerleden. Met deze actie, opgezet door Maryam Akhtari, protesteerden de vrouwen tegen hun uitzetting naar Afghanistan omdat ze bang zijn dat ze als geëmancipeerde vrouwen in Afghanistan problemen krijgen. Ook willen ze geen boerka meer aan. Volgens minister Verdonk kunnen deze vrouwen terug naar Afghanistan aangezien vrouwen zich in dat land kunnen aanpassen zoals ze dat ook in Nederland gedaan hebben.
De dag daarna demonstreerden enkele tientallen vrouwen die tegen een mogelijk burqa-verbod. Vrouwen met en zonder sluier namen stelling tegen zo’n verbod omdat het de mobiliteit zou bedreigen, tegen hun mensenrechten zou ingaan, slecht zou zijn voor de burgerschap en emancipatie van vrouwen en tegen hun persoonlijke autonomie zou ingaan.
Enkele aspecten komen daarbij het debat voortdurend naar voren. Is het inderdaad onmenselijk en onvriendelijk dat een man een zijn vrouw zo over straat laat gaan? Of gaat het hier om streng gelovige vrouwen die er zelf voor kiezen? Het gaat natuurlijk ook om de zichtbaarheid van islam in de openbare ruimte; een religie die dan ook nog eens ge-associeerd wordt met vrouwonvriendelijkheid.
Deze demonstraties lijken, ondanks dat in beide protesten de burqa prominent aanwezig is, diametraal tegenover elkaar te staan. Toch is dat niet het geval.
De combinatie van een kledingstuk en de demonstranten, vrouwen, wijst op iets bijzonders: het lichaam van de vrouw en het al dan niet bedekken ervan en de mate waarin dat gebeurt. Over kleding van mannen is doorgaans veel minder ophef. We hebben het niet over de kledij van mannelijke salafi-moslims, of van mannelijke ultra-orthodoxe joden of van autochtone Nederlandse jongens die de rapstijl imiteren. Er zijn wel met enige regelmaat discussies over de kleding van autochtone Nederlandse meisjes (rokjes, naveltruitjes) of vrouwelijke moslims (de wijze van sluiering of in sommige moslimkringen het gebrek aan sluiering). De vraag die daarbij eigenlijk gesteld wordt is hoe willen wij dat onze vrouwen eruit zien in het openbaar? En nog belangrijker: wie bepaalt dat?
Als de één stelt dat we niet willen dat vrouwen zo over straat moeten, terwijl de ander zegt dat het gaat om vrije keuze, dan komt er een overkoepelend thema naar boven: de controle over vrouwen en het vrouwelijk lichaam. Wanneer gesteld wordt dat een dergelijk vrouwonvriendelijke traditie niet bij Nederland hoort, wordt eigenlijk het punt op geworpen dat ‘wij’ willen dat vrouwen in het straatbeeld erop een bepaalde manier uit zien.
Een mogelijk burqa-verbod is te zien als een poging van de Nederlandse overheid om te bepalen hoe vrouwen zich dienen te kleden. Net zo goed als er onder moslims ook verschillende groepen zijn die proberen om vrouwen dwingende kledingnormen op te leggen. De moslimvrouw is hiermee de belichaming (in alle opzichten van dat woord) van het islamdebat en de wij-zij houding die daarmee samenhangt.
De vrouwen in die demonstraties zelf onttrekken zich aan die wij-zij houding door keuzevrijheid en emancipatie centraal te stellen: het is ons lichaam en wij bepalen zelf of en hoe wij ons bedekken. Hierdoor verzetten deze vrouwen zich tegen de dwingende regels t.o.v. vrouwen in Afghanistan. De Afghaanse vrouwen hebben het idee dat zij dat recht in Nederland verworven hebben en voelen er niks voor omdat in Afghanistan weer af te moeten geven. De vrouwen in de demonstratie tegen het burqa-verbod, voelen er niks voor om hun recht door de Nederlandse overheid af te laten nemen. Hier verzetten vrouwen zich tegen een dwingende regel vanuit de Nederlandse overheid. In beide gevallen gaat om een vrouwen die een idee van vrouwelijkheid propageren dat gebaseerd is op zelfbewuste keuzes en autonomie. Zij geven de boodschap af dat ze vinden dat hun van hen is en dat ze het kunnen laten zien waar en wanneer zij dat willen. Natuurlijk valt niet te ontkennen dat er vrouwen zijn die door sociale druk van mannen en andere vrouwen kunnen overgaan tot het dragen van de burqa. Een mogelijk burqa-verbod lijkt vrouwen te ondersteunen, maar het tegendeel is waar. De vrouwen die echt te lijden hebben onder die sociale druk zullen juist verder het isolement in gedreven worden doordat ze gedwongen worden zich nu helemaal af te keren van de samenleving; voor die groep vrouwen is de burqa juist een middel om zich nog wel in het openbaar te kunnen te bewegen. Hun keuzevrijheid wordt dus nog minder. De vrouwen die uit eigen beweging en overtuiging voor de burqa kiezen (juist vaak tegen de sociale druk in) worden eveneens beperkt in hun keuzevrijheid. En afgezien daarvan, wat is het principiële verschil tussen vrouwen dwingen een burqa te dragen of vrouwen dwingen geen burqa te dragen?
Een liberale overheid zou juist de keuzevrijheid van vrouwen moeten stimuleren en geen maatregelen moeten nemen die daar tegenin gaan. Beide protesten van vrouwen zijn daarmee ook nog eens protesten tegen een overheid die haar eigen democratische idealen van zelfbeschikking, mensenrechten, vrijheid en emancipatie verkwanselt. Om te beginnen dus die Afghaanse vrouwen laten blijven en het burqa-verbod niet invoeren.
1 Response
[…] aan burgers, laat staan aan vrouwelijke burgers. Gezichtssluiers en andere kleding in relatie tot recht op zelfbeschikking en zeggenschap over hun eigen lichaam dienen wel in hun context bekeken te worden; het dragen van […]