Dubbele paspoorten en groepsgrenzen
Ter gelegenheid van de 18e globaliseringslezing, die afgelopen vrijdag werd gehouden door Saskia Sassen in Felix Meritis/Amsterdam, werd afgelopen zaterdag aan de Vrije Universiteit de conferentie Shaking up citizenship gehouden.
Eén van de bijdragen ‘s middags was van Nicholas De Genova: States, citizens, and denizens -Nationalism, “rights,†and transnationality. In zijn bijdrage liet hij zien hoe ‘9-11’ en de nasleep ervan leidde tot veranderingen in het beleid met betrekking tot citizenship. Hij liet zien hoe de opbouw van de ‘Homeland Security State’ heeft geleid tot verschuiving van de macht van het wetgevende naar het uitvoerende niveau als het gaat om insluiting en uitsluiting van vreemdelingen. Iets dat met name nadelig uitvalt voor Arabieren/Moslims.
In de bijdrage van mijn collega Edien Bartels en ondergetekende gingen we door op het thema ‘citizenship’ aan de hand van de recente discussies over dubbele nationaliteit. De discussie over de dubbele nationaliteit is vooral gevoerd vanuit twee posities, ofwel vanuit de Nederlandse samenleving ofwel vanuit de migrantenpositie.Het is nuttig om naar de relatie tussen beide te kijken, en dan vooral vanuit machtstsverhoudingen. ‘Wie bepaalt wie erbij hoort.’
Hier vindt u een verkorte versie van onze bijdrage:
Dubbele paspoorten en groepsgrenzen
Edien Bartels en Martijn de Koning
Discussie
De discussie over de dubbele nationaliteit heeft veel beroering gebracht in de Nederlandse samenleving. Wilders en zijn partij voor de vrijheid (PVV) hebben dit punt op de politieke agenda geplaatst naar aanleiding van de benoeming van twee staatssecretarissen met een respectievelijk Marokkaanse en Turkse nationaliteit. Het argument is dat de loyaliteit van volksvertegenwoordigers en leden van de Nederlandse regering onbetwist moet zijn en dat daarbij geen andere nationaliteit past. Vooral Albayrak is onder druk gezet haar Turkse paspoort in te leveren. De VVD ging mee in de lijn van Wilders. De SP gaat in dezelfde richting, maar probeert de personen in kwestie te ontzien. De PvdA neemt slechts een ‘half’ standpunt in en spreekt zich niet duidelijk uit. Daarbij komt de vraag naar het lidmaatschap van een adviescommissie aan de Marokkaanse Koning van PvdA kamerlid Arib. Kan een Nederlands kamerlid wel lid zijn van een adviescommissie voor een niet democratische vorst in een vreemde mogendheid. Aan wie is Arib loyaal? Aan de Nederlandse staat of aan de Marokkaanse koning?
Opvallend in de argumenten van de tegenstanders van de mogelijkheid een dubbele nationaliteit aan te houden, is het essentialistisch karakter daarvan. Wilders en de PVV zien geen combinatiemogelijkheden voor mensen in overheidsdienst en willen zelfs een beroepsverbod voor mensen met dubbele nationaliteit (Trouw). De SP met Marijnissen vertelt in een interview Albayrak niet te willen dwingen maar wel uit te gaan van de noodzaak de nationaliteitskwestie te regelen en ziet daarbij één nationaliteit als oplossing (Telegraaf). Voorstanders of mensen die deze discussie als onbelangrijk typeren gebruiken eerder situationele argumenten, argumenten die niet absoluut zijn en afhankelijk van de situatie opgaan. In geval van conflicten, en zeker als de aanval wordt ingezet, zijn essentialistische of absolute waarheden krachtiger dan situationele argumenten.
Groepsgrenzen
Betty de Hart geeft in een artikel in Migrantenstudies in 2005 aan, hoe het debat over de dubbele nationaliteit oplaait na de moord op Van Gogh door Mohammed Bouyeri. Bouyeri heeft de Marokkaanse en de Nederlandse nationaliteit. Ze gaat na welke invloed de moord op Van Gogh heeft gehad op de debatten over en het beleid ten aanzien van de dubbele nationaliteit. Een klassiek bezwaar tegen dubbele nationaliteit is de twijfel aan loyaliteit. Omdat loyaliteit en integratie aan elkaar worden gekoppeld zou gebrekkige integratie leiden tot de wens de dubbele nationaliteit te behouden en dat leidt weer tot disloyaliteit. De Hart komt daarnaast tot de conclusie dat de dubbele nationaliteit verbonden is geraakt met tal van thema’s als emancipatie van allochtone vrouwen, terrorisme etc. Het tegengaan van de dubbele nationaliteit is dan een middel om maatschappelijke problemen te bestrijden. In het debat over de dubbele nationaliteit kunnen maatschappelijke problemen ook ‘vervreemden’ en als on-Nederlands geconstrueerd worden. Problemen met achtergelaten vrouwen bijvoorbeeld, zijn dan niet gelegen bij de Nederlandse ambassade, maar een probleem van Marokkaans recht en van Marokkaanse echtgenoten. Opmerkelijk nu is evenwel dat een op het eerste gezicht positief en ‘vertrouwd’ gebeuren, de aanstelling van twee bewindslieden in het kabinet, het debat over de dubbele nationaliteit weer in gang heeft gezet. Deze aanstelling zou als mijlpaal van integratie getypeerd kunnen worden, als een teken van loyaliteit aan de Nederlandse samenleving, als een teken dat migranten een succesvolle carrière kunnen maken en niet altijd problemen oproepen. Maar het gaat hier om twee moslim bewindslieden. Dat maakt de laatste conclusie van De Hart relevant namelijk dat het met deze debatten maar tot op beperkte hoogte gaat om de dubbele nationaliteit zelf. Het gaat eerder om een inzet in een voortgaande strijd om markering van culturele en etnische groepsgrenzen, specifiek met moslimmigranten.
Vragen
Waarom worden die grenzen ook getrokken, zoals nu, met behulp van debatten over dubbele nationaliteit. Als het niet gaat om de dubbele nationaliteit zelf maar om een inzet in een voortgaande strijd zoals De Hart stelt, waar gaat die strijd dan om? In navolging van Gerritsen en De Vries kunnen we hier spreken over symbolische problemen: omstandigheden die op een figuurlijke manier indruisen tegen belangrijke waarden en normen in een samenleving. Is een dubbele nationaliteit een symbolisch probleem? Waar gaat dit tegenin? Op welke maatschappelijke norm maakt dit inbreuk? De moord op Van Gogh in naam van de islam door Mohammed Bouyeri gaat in tegen een maatschappelijke norm: een moord is niet toegestaan en een religie die een moord zou legitimeren is een inbreuk op een tolerante en in toenemende mate geseculariseerde samenleving. Veel autochtone Nederlanders voelen zich bedreigd door wat ze zien als een oprukkende intolerante islam die de Nederlandse verworvenheden bedreigd. Discussie over de loyaliteit van Mohammed Bouyeri kan daarbinnen geplaatst en de vraag naar loyaliteit is te begrijpen. Maar waarom is het toetreden van twee moslims tot het kabinet een reden om de dubbele nationaliteit weer op te rakelen en met zoveel succes? Met andere woorden: wat is hier het symbolisch probleem? Tegen welke norm wordt hier inbreuk gemaakt?
Integratie en macht
Waarom wordt die grens getrokken aan de hand van een exclusief Nederlands paspoort en met behulp van het debat over de dubbele nationaliteiten? Paspoorten zijn symbolen die staan voor de identiteit van Nederland. Dubbele paspoorten maken symbolisch inbreuk op de norm dat de Nederlandse nationaliteit iets begerenswaardig is boven andere nationaliteiten. Nederlanders die de identiteit van andere landen willen aannemen dienen afstand te nemen van de Nederlandse nationaliteit. Zij verkiezen de andere nationaliteit boven de Nederlandse. Migranten daarentegen kunnen de Nederlandse nationaliteit aannemen naast die van het land van herkomst. Dat vermindert de waarde en exclusiviteit van de Nederlandse nationaliteit en dan nog wel door een categorie mensen die bestaande machtsverhoudingen bedreigen en door op te klimmen in de Nederlandse samenleving die machtsverhoudingen feitelijk doorbreken.
Is integratie van moslims, zelfs tot op regeringsniveau, wel voldoende om lid van de Nederlandse samenleving te worden. Het lijkt erop dat het niet gaat om integratie maar om het zoeken naar mogelijkheden moslims buiten de deur te houden. Anders gezegd: wie bepaalt wie erbij hoort en op basis van welke gronden? Dat betekent dat de aanstelling van twee moslim bewindslieden bestaande machtsverhoudingen heeft verschoven en dat roept een tegenreactie op. Hun moet duidelijk worden gemaakt dat ze erbij mogen horen, maar wel onder de voorwaarden die door Nederlanders worden gesteld. Toenemende integratie hoeft daarom niet te leiden tot minder spanningen, maar juist tot nieuwe strijd. Toenemende integratie betekent dat moslims mee gaan bepalen wie erbij hoort en wie niet en in welke vorm. Dat leidt tot een verschuiving in de bestaande machtsverhoudingen en weer tot een tegenreactie: door het trekken van een grens wordt geprobeerd de verschuiving ongedaan te maken.
Dr. Edien Bartels en drs. Martijn de Koning zijn verbonden aan de afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Vrije Universiteit. Zij doen o.a. onderzoek naar de ontwikkeling van islam in de Nederland.
Onderstaande bijdrage over de discussie rond de dubbele nationaliteit is een verkorte versie van een workshopbijdrage aan die conferentie.
Dubbele paspoorten en groepsgrenzen
De discussie over de dubbele nationaliteit is vooral gevoerd vanuit twee posities, ofwel vanuit de Nederlandse samenleving ofwel vanuit de migrantenpositie.Het is nuttig om naar de relatie tussen beide te kijken, en dan vooral vanuit machtstsverhoudingen. ‘Wie bepaalt wie erbij hoort.’
Edien Bartels en Martijn de Koning
Discussie
De discussie over de dubbele nationaliteit heeft veel beroering gebracht in de Nederlandse samenleving. Wilders en zijn partij voor de vrijheid (PVV) hebben dit punt op de politieke agenda geplaatst naar aanleiding van de benoeming van twee staatssecretarissen met een respectievelijk Marokkaanse en Turkse nationaliteit. Het argument is dat de loyaliteit van volksvertegenwoordigers en leden van de Nederlandse regering onbetwist moet zijn en dat daarbij geen andere nationaliteit past. Vooral Albayrak is onder druk gezet haar Turkse paspoort in te leveren. De VVD ging mee in de lijn van Wilders. De SP gaat in dezelfde richting, maar probeert de personen in kwestie te ontzien. De PvdA neemt slechts een ‘half’ standpunt in en spreekt zich niet duidelijk uit. Daarbij komt de vraag naar het lidmaatschap van een adviescommissie aan de Marokkaanse Koning van PvdA kamerlid Arib. Kan een Nederlands kamerlid wel lid zijn van een adviescommissie voor een niet democratische vorst in een vreemde mogendheid. Aan wie is Arib loyaal? Aan de Nederlandse staat of aan de Marokkaanse koning?
Opvallend in de argumenten van de tegenstanders van de mogelijkheid een dubbele nationaliteit aan te houden, is het essentialistisch karakter daarvan. Wilders en de PVV zien geen combinatiemogelijkheden voor mensen in overheidsdienst en willen zelfs een beroepsverbod voor mensen met dubbele nationaliteit (Trouw 31 maart 2007). De SP met Marijnissen vertelt in een interview Albayrak niet te willen dwingen maar wel uit te gaan van de noodzaak de nationaliteitskwestie te regelen en ziet daarbij één nationaliteit als oplossing (Telegraaf/NRC, 7 april 2007). Voorstanders of mensen die deze discussie als onbelangrijk typeren gebruiken eerder situationele argumenten, argumenten die niet absoluut zijn en afhankelijk van de situatie opgaan. In geval van conflicten, en zeker als de aanval wordt ingezet, zijn essentialistische of absolute waarheden krachtiger dan situationele argumenten.
Groepsgrenzen
Betty de Hart geeft in een artikel in Migrantenstudies in 2005 aan, hoe het debat over de dubbele nationaliteit oplaait na de moord op Van Gogh door Mohammed. B. B heeft de Marokkaanse en de Nederlandse nationaliteit. Ze gaat na welke invloed de moord op Van Gogh heeft gehad op de debatten over en het beleid ten aanzien van de dubbele nationaliteit. Een klassiek bezwaar tegen dubbele nationaliteit is de twijfel aan loyaliteit. Omdat loyaliteit en integratie aan elkaar worden gekoppeld zou gebrekkige integratie leiden tot de wens de dubbele nationaliteit te behouden en dat leidt weer tot disloyaliteit. De Hart komt daarnaast tot de conclusie dat de dubbele nationaliteit verbonden is geraakt met tal van thema’s als emancipatie van allochtone vrouwen, terrorisme etc. Het tegengaan van de dubbele nationaliteit is dan een middel om maatschappelijke problemen te bestrijden. In het debat over de dubbele nationaliteit kunnen maatschappelijke problemen ook ‘vervreemden’ en als on-Nederlands geconstrueerd worden. Problemen met achtergelaten vrouwen bijvoorbeeld, zijn dan niet gelegen bij de Nederlandse ambassade, maar een probleem van Marokkaans recht en van Marokkaanse echtgenoten. Opmerkelijk nu is evenwel dat een op het eerste gezicht positief en ‘vertrouwd’ gebeuren, de aanstelling van twee bewindslieden in het kabinet, het debat over de dubbele nationaliteit weer in gang heeft gezet. Deze aanstelling zou als mijlpaal van integratie getypeerd kunnen worden, als een teken van loyaliteit aan de Nederlandse samenleving, als een teken dat migranten een succesvolle carrière kunnen maken en niet altijd problemen oproepen. Maar het gaat hier om twee moslim bewindslieden. Dat maakt de laatste conclusie van De Hart relevant namelijk dat het met deze debatten maar tot op beperkte hoogte gaat om de dubbele nationaliteit zelf. Het gaat eerder om een inzet in een voortgaande strijd om markering van culturele en etnische groepsgrenzen, specifiek met moslimmigranten.
Vragen
Waarom worden die grenzen ook getrokken, zoals nu, met behulp van debatten over dubbele nationaliteit. Als het niet gaat om de dubbele nationaliteit zelf maar om een inzet in een voortgaande strijd zoals De Hart stelt, waar gaat die strijd dan om? In navolging van Gerritsen en De Vries kunnen we hier spreken over symbolische problemen: omstandigheden die op een figuurlijke manier indruisen tegen belangrijke waarden en normen in een samenleving. Is een dubbele nationaliteit een symbolisch probleem? Waar gaat dit tegenin? Op welke maatschappelijke norm maakt dit inbreuk? De moord op Van Gogh in naam van de islam door Mohammed B. gaat in tegen een maatschappelijke norm: een moord is niet toegestaan en een religie die een moord zou legitimeren is een inbreuk op een tolerante en in toenemende mate geseculariseerde samenleving. Veel autochtone Nederlanders voelen zich bedreigd door wat ze zien als een oprukkende intolerante islam die de Nederlandse verworvenheden bedreigd. Discussie over de loyaliteit van Mohammed B. kan daarbinnen geplaatst en de vraag naar loyaliteit is te begrijpen. Maar waarom is het toetreden van twee moslims tot het kabinet een reden om de dubbele nationaliteit weer op te rakelen en met zoveel succes? Met andere woorden: wat is hier het symbolisch probleem? Tegen welke norm wordt hier inbreuk gemaakt?
Integratie en macht
Waarom wordt die grens getrokken aan de hand van een exclusief Nederlands paspoort en met behulp van het debat over de dubbele nationaliteiten? Paspoorten zijn symbolen die staan voor de identiteit van Nederland. Dubbele paspoorten maken symbolisch inbreuk op de norm dat de Nederlandse nationaliteit iets begerenswaardig is boven andere nationaliteiten. Nederlanders die de identiteit van andere landen willen aannemen dienen afstand te nemen van de Nederlandse nationaliteit. Zij verkiezen de andere nationaliteit boven de Nederlandse. Migranten daarentegen kunnen de Nederlandse nationaliteit aannemen naast die van het land van herkomst. Dat vermindert de waarde en exclusiviteit van de Nederlandse nationaliteit en dan nog wel door een categorie mensen die bestaande machtsverhoudingen bedreigen en door op te klimmen in de Nederlandse samenleving die machtsverhoudingen feitelijk doorbreken.
Is integratie van moslims, zelfs tot op regeringsniveau, wel voldoende om lid van de Nederlandse samenleving te worden. Het lijkt erop dat het niet gaat om integratie maar om het zoeken naar mogelijkheden moslims buiten de deur te houden. Anders gezegd: wie bepaalt wie erbij hoort en op basis van welke gronden? Dat betekent dat de aanstelling van twee moslim bewindslieden bestaande machtsverhoudingen heeft verschoven en dat roept een tegenreactie op. Hun moet duidelijk worden gemaakt dat ze erbij mogen horen, maar wel onder de voorwaarden die door Nederlanders worden gesteld. Toenemende integratie hoeft daarom niet te leiden tot minder spanningen, maar juist tot nieuwe strijd. Toenemende integratie betekent dat moslims mee gaan bepalen wie erbij hoort en wie niet en in welke vorm. Dat leidt tot een verschuiving in de bestaande machtsverhoudingen en weer tot een tegenreactie: door het trekken van een grens wordt geprobeerd de verschuiving ongedaan te maken.
Dr. Edien Bartels en drs. Martijn de Koning zijn verbonden aan de afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Vrije Universiteit. Martijn de Koning is ook Affiliated Fellow bij het ISIM. Zij doen o.a. onderzoek naar de ontwikkeling van islam in de Nederland.
References
De Hart, B. 2005. Het probleem van dubbele nationaliteit. Politieke en mediadebatten na de moord op Van Gogh. Migrantenstudies 21:224-238.
Gerritsen, J. W. en G. De Vries. 1994. Hinderkracht en ondernemerschap. Een historische sociologie van sociale problemen’. Amsterdams Sociologisch Tijdschrift 21:3–29.
1 Response
[…] van de dubbele nationaliteit een slecht argument en geen oplossing. Op de eerste plaats omdat ten onrechte iemands loyaliteit gelijk wordt gesteld met z’n nationaliteit. Dat is gewoon niet waar. Soms ben je Nederlander, Marokkaan of Chileen. De volgende keer ligt je […]