Moreel gelijk valt niet te bewijzen – Opinie – de Volkskrant
Moreel gelijk valt niet te bewijzen – Opinie – de Volkskrant
Adrian de Groot Ruiz (25 jaar, promovendus Universiteit van Amsterdam), Sayida Vanenburg (30 jaar, CSR consultant) en Willemijn Aerdts (25 jaar, internationaal jurist) zijn jonge Worldconnectors en zetten zich samen met prominente en betrokken Nederlanders in tegen onverschilligheid en voor solidariteit gebaseerd op verbondenheid (connection in plaats van ‘clash’). In de Volkskrant reageren zij op het debat tussen Bolkestein en Ramadan. De Volkskrant publiceerde eerder al de speech van Bolkestein en later zal ook de reactie van Ramadan volgen. In hun reactie stellen ze dat we verder moeten, ook met niet-liberale moslims en dat betekent een moeizaam zoeken naar gedeelde waarden.
Afgelopen donderdag zouden Frits Bolkestein en Islamdenker Tariq Ramadan in debat gaan over ‘wat ons kan binden.’ Bolkestein wilde helaas vooral laten zien waarom Ramadan ons niet kan binden. Ten onrechte. Voor onze toekomst kunnen we het ons niet veroorloven om doctrinaire verschillen op te zoeken in plaats van praktisch tot elkaar te komen.
In zijn openingsbeurt betichtte Bolkestein zijn opponent ervan tegen vrouwenemancipatie, mensenrechten en de holocaustherdenking te zijn – maar niet voordat hij hem een fijn debat had gewenst. Hij vroeg vervolgens of Ramadan zich voor eens en altijd eenduidig kon uitspreken vóór deze zaken.
Toen laatstgenoemde precies dat deed, was Bolkesteins repliek echter dat zijn woorden mooi waren, maar niet geloofwaardig. Bolkestein had blijkbaar van te voren besloten dat Ramadan, hoogleraar in Oxford en Rotterdam én Worldconnector, geen deugdelijke gesprekspartner kon zijn.
Gemiste kans
Dit was een gemiste kans. Het was Bolkestein zelf die er in de jaren negentig terecht op heeft gewezen dat een samenleving een gedeelde cultuur en waardenstelsel nodig heeft. Maar wanneer er dan een moslim opstaat die zoekt naar deze gedeelde waarden, durft Bolkestein niet aan de slag te gaan met zijn eigen agenda.
Ramadan is overigens geen ‘liberale moslim’, bijvoorbeeld in zijn opvattingen over homoseksualiteit en de hoofddoek. Ook vinden sommigen hem controversieel omdat hij eigenlijk een islamitisch Europa zou nastreven. Het is echter vrij evident dat voor Ramadan, als overtuigd moslim, de ideale samenleving islamitisch is.
Overeenstemmend met het christelijk streven naar het koninkrijk Gods, de socialistische wens van inspannen naar kunnen en ontvangen naar behoefte of de voorkeur van Bolkestein voor een strikt seculiere staat.
De vraag is juist hoe met deze verschillende concepties van de ideale samenleving om te gaan. Zeker voor een land als Nederland, waarin vele niet-liberale moslims (alsook Christenen) wonen. Hoe we in vrede met elkaar kunnen samenleven terwijl we andere basisovertuigingen hebben, is wellicht de grootste uitdaging van onze huidige democratie.
Het is niet vreemd als zijn moedige poging om een brug te slaan, af en toe tot pijnlijke keuzes en paradoxen leidtSuperioriteit
Hier schoot Bolkestein tekort. Zijn oplossing was donderdag om de morele superioriteit op te eisen in de hoop dat ‘kwalijke’ ideeën zullen verdwijnen. We zouden dan lang en gelukkig leven in een democratie van gelijkgestemden liberalen. Werkelijk?
Een homogene wereld is er nooit geweest en zal, onze moderne wetenschappelijke inzichten ten spijt, ook nooit bestaan. Wetenschappers uit 27 landen vonden elkaar weliswaar hoe de deeltjesversneller eruit moet zien, maar helaas behoren experimenten of logische bewijzen voor de juistheid van morele opvattingen tot het rijk der fabelen.
Dit betekent dat ook niemand een morele superioriteit kan opeisen op basis van rationele gronden. Het probleem blijft dan dat Ramadans islamitische ideaal en Bolkesteins seculiere ideaal niet samengaan. Daar is in een democratie geen simpele oplossing voor, tenzij je bevolkingsgroepen zou willen onderdrukken, verdrijven of erger.
Het wordt er niet beter op als vooral de verschillen worden opgezocht, zoals tijdens het debat donderdag. We moeten juist op zoek naar een ‘overlapping consensus’, in de woorden van de liberale reus John Rawls. Naar de gedeelde principes, die eenieder om eigen redenen aanhangt, maar die wel de basis kunnen vormen voor een stabiele samenleving. Maar Bolkestein wilde donderdag deze uitdaging niet aangaan met Ramadan.
Moderne context
Vanuit een liberale invalshoek zijn er inderdaad tegenstrijdigheden in het denken van Ramadan. Maar deze zijn juist het gevolg dat hij, vanuit zijn eigen denken, wèl de grote uitdaging durft aan te gaan. Hij wil een Europese islam ontwikkelen, die past binnen onze moderne context en in vrede samenleeft met andersdenkenden.
Hierbij blijft Ramadan gehecht aan een serieuze lezing van de Koran en tegelijkertijd aan moderne rechten. Het is niet vreemd als zijn moedige poging om een brug te slaan, af en toe tot pijnlijke keuzes en paradoxen leiden. De moeilijkheid maakt zijn streven echter niet minder waardevol.
Ramadan komt tot de conclusie dat men het met hem, en de islam, oneens mag zijn. De islam is (in zijn ogen) tegen de uitvoering van lijfstraffen, tegen het verplichten van de hoofddoek, tegen disrespectvol gedrag naar homoseksuelen en afvalligen en tegen religieus geweld. Ook is hij voor de volledige participatie van moslims in de Europese samenlevingen.
Vrede, vrijheid, respect, participatie zijn toch gedeelde waardes waar eenieder in Nederland achter moet kunnen staan. Ramadan zal deze principes ongetwijfeld nog een andere invulling geven dan de heer Bolkestein of onszelf. Juist daarom is het van belang dat we blijven zoeken naar wat ons kan binden.