Huwelijk en dwang
Huwelijksdwang vaker ter discussie – Trouw
Huwelijksdwang vaker ter discussie
Allochtone jongeren kiezen steeds vaker zelf hun partner
Het klimaat lijkt er niet naar om genuanceerd naar huwelijksdwang te kijken. Politici roepen: strafbaar stellen. Toch pleiten cultureel antropologen Bartels en Storms voor nuance in de discussie over dit onderwerp.
Cultureel antropologen Edien Bartels en Oka Storms van de Vrije Universiteit deden voor de gemeente Amsterdam onderzoek naar de keuze van een huwelijkspartner. Dat onderzoek wordt vandaag gepresenteerd tijdens de eerste landelijke conferentie ’Aanpak huwelijksdwang’ in Amsterdam, georganiseerd door kenniscentrum Movisie.
Er wordt gesuggereerd dat huwelijksdwang niet afneemt en dat er harder moet worden opgetreden. Bartels en Storms weerspreken dat aan de hand van hun studie onder groepen allochtone Amsterdammers. „Jongeren lopen sneller dan ouderen, maar ook bij de ouders is het onderwerp geen taboe meer. Er wordt steeds meer volop over huwelijksdwang gediscussieerd”, zegt Bartels. Zij heeft vergelijkingsmateriaal omdat ze ook in 2005 over dit onderwerp publiceerde.
Dit onderzoek is een verdieping: veel uitgebreider, zegt ze. Naast de Turkse en Marokkaanse groep werden ook Somaliërs, Hindostanen, Koerden, Pakistanen en Afghanen geïnterviewd.
Huwelijksdwang komt voort uit de angst van ouders voor de boze Nederlandse buitenwereld, ze zijn bezorgd over ’al die vrijheid’. Iedereen wil het beste voor het kind, keurt huwelijksdwang eigenlijk af, maar door druk van de familie is de partnerkeuze toch niet altijd vrij.
Bartels en Storms spraken met veel ’slachtoffers’ die alles behalve een sprookjeshuwelijk achter de rug hebben, maar desondanks tegen strafbaarstelling van gearrangeerde huwelijken zijn. Je gaat je eigen ouders toch niet aangeven? hoorden ze. Of: Ze hadden het beste met me voor, dat maakt ze toch niet crimineel?
Waar stopt gearrangeerd en waar begint vrije keuze? De onderzoekers spreken over een langgerekt grijs gebied. Bartels: „Strafbaar stellen zou misschien wel preventief kunnen werken, maar is juridisch heel lastig.” Het ideaalbeeld is voor veel ouders nog niet veranderd. „Turkse ouders willen voor hun zoon het liefst een Turkse meid. Voor de taal en religie, om met de schoonfamilie het Suikerfeest te kunnen vieren. Ten slotte willen ze het liefst een schoondochter van binnen de familie.”
Dat is het traditionele denken. Maar Bartels en Storms zien steeds meer jongeren die zelf hun partner kiezen, ze signaleerden de eerste tekenen van een gedragsverandering: religie wordt belangrijker dan etniciteit. Het maakt minder uit of de partner Turks, Marokkaans of Pakistaans is, als hij/zij maar moslim is. Storms: „Maar er is ook meer oog voor het belang van homogamie: een partner uit dezelfde klasse, met dezelfde achtergrond. Niet iemand uit de bergen van Marokko halen.”
Het gaat absoluut de goede kant op, zeggen Bartels en Storms, die echter ook struikelblokken optekenden. Ouders leven vaak tussen twee werelden in, jongeren in het hier en nu. De communicatie onderling is slecht. Ineens komt moeder met een kandidaat en denken de jongeren dat ze geen ’nee’ kunnen zeggen.
Daarnaast is er eigenbelang. Ouders zoeken de ideale schoondochter of schoonzoon omdat ze aan hun oude dag en hun verzorging denken. Soms is een huwelijk de enige mogelijkheid een familielid een verblijfsvergunning te geven. En tot slot de geïsoleerde gezinnen. Bartels: „Daar wordt niet gecommuniceerd maar gecommandeerd. In die chaotische gezinnen komt eerder huwelijksdwang voor. Dat zijn ook de gezinnen waar kinderen weglopen, of vaders hun echtgenotes en kinderen in Marokko of Turkije dumpen.”
’Strafbaar stellen is niet nodig, informeren wel’
Er zijn geen cijfers bekend van het aantal gearrangeerde en gedwongen huwelijken, zegt Leyla Çinibulak, onderzoeker en projectleider huiselijk en seksueel geweld van Movisie, dat de conferentie van vandaag organiseert. „Je kunt alleen betrouwbare cijfers krijgen als gedwongen huwelijken geregistreerd worden. Bijvoorbeeld in het onderwijs, de hulpverlening, opvang en bij de politie. Maar ook als dat goed georganiseerd is, zullen we slechts het topje van de ijsberg hebben. Dwang is moeilijk te meten, het gebeurt in de beslotenheid van de privésfeer en sommige slachtoffers melden zich pas na tien jaar.”
Çinibulak vindt niet dat er voor huwelijksdwang nieuwe wetgeving gemaakt hoeft te worden. Als er sprake is van psychisch of fysiek geweld of dreiging daartoe dan is dat al strafbaar, zegt ze. „En als het om zachte dwang, sociale druk of andere ongewenste bemoeienis gaat, kunnen we de ouders en familie van juiste informatie voorzien. We zullen ze wijzen op het enorme aantal wegloopsters, op de vele klachten over depressiviteit, op de hoge suïcidecijfers van allochtone meisjes, en de pogingen daartoe. In studies komt naar voren dat deze gezondheidsproblemen kunnen samenhangen met beperkte partnerkeuze, hetgeen weer kan leiden tot conflicten in families. Elk schrijnend geval is er een te veel. Dat zullen die ouders ook beseffen.”
Zie ook: Over het huwelijk gesproken en Gedwongen huwelijk.