Een wekelijks portie burgerschap 4 – Gülücük!
Deze week uit de burgerschapskalender:
Gülücük! Felicitatie of scheldwoord? Wie de taal niet spreekt, kan maar moeilijk deel uitmaken van een samenleving. Je raakt snel in een isolement. Jammer, want een goede plek in de samenleving is erg bepalend voor hoe een mens zich voelt. Met andere woorden: wie geen Nederlands spreekt, maakt zichzelf ongelukkig. En gülücük is ‘glimlach’ in het Turks.
www.hetbegintmettaal.nl
We moeten Nederlands leren want anders worden we ongelukkig. Wat fijn dat de overheid zich druk maakt over ons geluk; een geluk dat bepaald schijnt te worden door het deel uitmaken van een samenleving. Geen wonder dat de overheid zich al druk maakt om taalachterstand bij kleine kinderen; wie is er niet gevoelig voor het argument van ongelukkige kleine kindertjes? Dat er pas sprake is van een achterstand in de taalontwikkeling wanneer een kind geen enkele taal spreekt en dat het leren van meerdere talen op zeer jonge leeftijd geen enkel probleem hoeft te zijn, dat lijkt er toch niet in te gaan.
Allochtonen hebben overigens de taalkloof, ten opzichte van Nederlanders, behoorlijk gedicht zo’n 40% in 13 jaar (2003). De achterstand is er dus nog wel, maar de vooruitgang is gigantisch. Is men daarmee nou ook gelukkig geworden? Nou zijn Nederlandse jongeren in het algemeen erg gelukkig schijnbaar en voor specifiek allochtone jongeren heb ik niet echt kunnen vinden. Taal is goed, taal is mooi, daar ben ik het wel mee eens, en ook dat taal handig is voor participatie in de samenleving. Het omgekeerde, dat gebrekkige taal leidt tot isolement en dat dat een probleem is weet ik nog niet zo net. Hoeveel expats, Japanners en wat dies meer zij spreken goed Nederlands? Verkeren zij een isolement? De Japanners misschien wel, maar een kniesoor die daar een probleem van maakt; zij gedragen zich immers keurig. Verder is ook nog maar de vraag of goede taalbeheersing leidt tot participatie, want daarvoor is ook toegang tot de arbeidsmarkt nodig. De deur daarvoor moet ook door anderen opengehouden worden en (ervaring met) discriminatie is dan toch wel wat lastig. Al met al is het toch een vrij rooskleurig, probleemloos begrip van burgerschap dat de overheid ons hier en in de al eerder genoemde weken (en in de nog komende weken) probeert voor te houden (op te dringen?).