Een wekelijks portie burgerschap 10 – Vrouwen gaan voor
Uit de burgerschapskalender:
Vrouwen doen de dingen anders dan mannen. Maar daar is op veel plekken in de samenleving nog te weinig van te merken. De top van grote bedrijven: bijna 100% mannen. Gemiddeld salaris: 23% lager dan mannen. Wereldwijd doen vrouwen 66% van al het werk, terwijl ze maar 10% van het wereldinkomen verdienen en
maar 1% van alle bezittingen hebben.
8 maart Internationale Vrouwendag
www.vrouwendag.nl
Wanneer het gaat om identiteit, cultuur en normen en waarden staan vrouwen vaak in het middelpunt. In het algemeen en iets te generaliserend kan gesteld worden dat Europa het zelfbeeld heeft van een moderne natie waarin vrouwen gelijkwaardig zijn aan mannen. De vooruitgang die ‘we’ geboekt zouden hebben moet verdedigd worden tegen migranten (in het bijzonder moslims) die (op z’n minst) de verlichting met betrekking tot de positie van de vrouw (nog) niet hebben doorgemaakt. Dit is ook onderdeel van de inburgeringscursussen waarin bijvoorbeeld wordt gevraagd of vrouwen meer rechten hebben dan mannen of dezelfde, of ze zelf mogen kiezen met wie ze trouwen, of vrouwenbesnijdenis is toegestaan, of het slaan van vrouwen toegestaan is en of vrouwen ook werken. Natuurlijk dat kan handig zijn om te weten, maar het is ook handig om te weten dat de positie van de vrouw in de praktijk bij lange na nog niet gelijk is aan die van de man. Dat wordt natuurlijk niet vermeld en op die manier wordt de geidealiseerde positie van de vrouw geinstrumentaliseerd ten einde een bepaalde cultuur aan te geven waarin migranten zouden moeten integreren. Het zich conformeren aan dat ideaalbeeld wordt daarmee een voorwaarde om een geaccepteerde migrant te worden zoals Judith Butler in een recent artikel zeer goed duidelijk maakte.
In een recent themanummer van Social Anthropology onder redactie van Annelies Moors en Ruba Salih, wordt eveneens duidelijk gemaakt dat de vrouw, en in het bijzonder haar lichaam en uitingsvormen daarvan, belangrijke ‘markers’ zijn voor verbondenheid met naties en de grenzen tussen groepen markeren. In het bijzonder in het geval van vrouwen die herkenbaar als moslim, zijn praktijken als het dragen van de hoofddoek geinterpreteerd als zichtbare bewijzen van hun ondergeschikte positie als vrouwen en daarmee van de incompatibiliteit van de islam met Europese waarden en het gebrek aan bereidheid van moslims om zich aan te passen en deel uit te maken van de Europese naties. Dit standpunt, zo maken Moors en Salih duidelijk, wordt breed gedeeld niet alleen onder radicale partijen zoals in Nederland de PVV, maar ook linkse partijen ook al gaan die minder duidelijk uit van een essentialistisch standpunt. Zoals ik ook betoog in een artikel over secularisme en radicale islam in Nederland waar ik mee bezig ben, maken Moors en Salih duidelijk dat links en gematigd rechts een onderscheid maken tussen gematigde (goede) islam (die nog steeds geintegreerd moet worden) en radicale islam (die bestreden moet worden). Voor Nederland is dit misschien nog wel het duidelijkst te zien in het debat over de gezichtsluier waar Moors in datzelfde themanummer over schrijft. Zij stipt daarbij een punt aan dat ik zelf nog niet zo helder voor ogen had, namelijk dat het hele debat in zeer sterke affectieve termen wordt gevoerd door politici om hun afkeer van deze praktijk aan te geven. Het is volgens Moors dat sterke affectieve discours die een zeer breed spectrum aan actoren verenigd inclusief moslims die kritisch zijn over de gezichtsluier. Vrouwen die de gezichtsluier dragen worden daarbij buiten gesloten en hun sluier fungeert als het ultieme teken van vrouwenonderdrukking en een actieve (zelfs beledigende) weigering om te integreren. De afkeer van de gezichtsluier wordt op deze manier zeer breed gedragen en een verbod van de gezichtsluier geeft daarmee de grenzen aan van het liberale secularisme als het gaat om de positie van de vrouw. Ongeacht de al dan niet vermeende vooruitgang die we hebben gemaakt op het gebied van vrouwenrechten, sommige dingen veranderen niet of maar zeer langzaam. De vrouw en haar lichaam is daarmee niet alleen een belangrijke ‘identity marker’ voor moslims, maar ook voor liberale secularisten.