Discriminatie, activisme en het alledaagse
Er was eens een nep-taxichauffeur met een dikke mercedes die fotograaf Schlijper niet mee wilde nemen en hem in plaats daarvan uitschold en hem de middelvinger gaf toen hij langs liep. En hij discrimineerde Schlijper. Hoe hij dat weet? Nou, Schlijper bleef natuurlijk vriendelijk, maar chauffeur bleef hufterig (dat gebeurt normaal nooit in Amsterdam). Maar opeens wist hij het.
Natuurlijk. Geen twijfel mogelijk want Schlijper had een Hebreeuwse tekst op zijn t-shirt staan. Dat is ook simpel toch? Een dikke Marokkaan is moslim en islam is anti-semitisch en een moslim dus ook. De logica van de kroeg zeg maar waarbij gelukkig de reaguurders wat kritischer zijn.
Marck Burema nam het natuurlijk gelijk voor hem op. Een dag later nam hij klakkeloos het berichtje van Schlijper over.
Nee, neem dan die Marokkaans-Nederlandse dame die voor de zoveelste keer geweigerd werd door de buschauffeur. Discriminatie luidt hier het oordeel van de buspassagier (althans dat had ze moeten zijn). De gretigheid waarmee GS en cs. sprongen op de zaak Schlijper zien we nu ook weer, maar dan om af te wijzen dat het gaat om discriminatie. Er is geen enkel bewijs en alleen omdat zij het zegt is niet genoeg. En ach het is oud nieuws. En het interesseert ons eigenlijk geen fuck. (Toegegeven, Schlijper zelf is in ieder geval consequenter dan de GS redactie).
In de Volkskrant van vandaag staat een stuk van Lamyae Aharouay die uitgaat van het waarheidsgehalte van de Marokkaanse-Nederlandse vrouw in het busverhaal en aangeeft dat ze er ziek van wordt dat dit soort dingen gebeuren in het land dat ze beschouwd als het hare. Ze roept op tot verontwaardiging. Daarmee legt ze eigenlijk de vinger op de zere plek. Iets waar Ouafa gisteren in een blog ook al op wees is namelijk dat de verontwaardiging niet van de lucht is als Marokkaans-Nederlandse jongeren weer eens wat uitvreten. Soms zwaar overdreven, soms terecht, maar waar het om gaat is dat berichtjes met Marokkaans-Nederlandse jongens als dader heel goed werken als boosmakertjes en berichten met Marokkaans-Nederlandse vrouwen als (terecht of onterecht) slachtoffer vooral weggewuifd worden, gebagatelliseerd of een hoog ‘eigen schuld dikke bult’ gehalte in reacties oproepen waarbij vrouwen met hoofddoek nogal eens gereduceerd worden tot ‘hoofddoekjes‘. Lees bijvoorbeeld de reacties op het artikel van Lamyae er maar op na. Tenzij natuurlijk de dader een moslim is zoals in het geval van Katya Koren. Dan is (zie link) de Telegraaf er als de bliksem bij om een volstrekt ongeloofwaardig bericht van de Daily Mail over te nemen. Het was ook heel erg hoor de zaak van Katya Koren. Vooral omdat ze mooi was natuurlijk; als ze dat niet was had de Telegraaf er dan geen aandacht aan besteed? Misschien toch wel want steniging roept natuurlijk de angst voor sharia op. En de dader zou het zo rechtvaardigen. Onzin blijkt, want behalve dat ze geen moslim is wilde de dader haar ‘gewoon’ vermoorden zo blijkt uit andere berichten. Op z’n minst tegenstrijdige berichten dus.
De stukken van Ouafa, maar vooral Lamyae, geven goed weer hoe eigenlijk alledaagse beslommeringen over identiteit wel tot discussie kunnen leiden maar niet tot grote problemen. Maar ook hoe mensen die zich op en top Nederlander voelen juist door hun identificatie met Nederland, die nauw verbonden is met hun leven van alledag, geraakt kunnen worden door ervaringen van discriminatie. Niet eens door discriminatie op zich dus (hoewel ook dat behoorlijk confronterend kan zijn), maar doordat zij ervaren dat er een gebrek aan reactie is en omdat er in hun ogen niemand is die stelt ‘tot hier en niet verder’. De reactie van Schlijper is eigenlijk ook op die manier te zien; het zijn alledaagse frustraties die gemaakt worden tot een publieke rel. Aangezien de laatste tot de incrowd lijkt te horen van ‘weldenkend Nederland’ komt het ook op GS; Ouafa dient een eigen blog in het leven te roepen en ook Lamyae kreeg geen toegang tot GS, maar wel tot plaatste het direct op de opiniepagina van de Volkskrant. Ieders eigen verhaal krijgt daarin een logica mee die past in een groter en structureel verhaal: het islam- en integratie debat.
Misschien was er in het geval van de buspassagiere in spé helemaal geen sprake van discriminatie, misschien ook wel. Misschien was er in het geval van Schlijper geen sprake van anti-semitisme, misschien ook wel. Ik vraag me serieus (en niet retorisch bedoeld) af of het eigenlijk wel iets uitmaakt. Of Marokkaanse Nederlanders intussen zo murw zijn geworden van het voortdurende hufterige islam- en integratiedebat en de jongens die (mede in reactie daarop wellicht) het voortdurend verpesten, dat men inderdaad alleen nog maar kan vragen om een reactie en niet meer om actie. En ik vraag me eveneens serieus af of discriminatie door autochtone niet-moslim Nederlanders alleen nog maar gebruikt wordt om een punt te scoren in datzelfde debat over Marokkaanse Nederlanders of om hun oprechte frustraties te uiten over integratie en dergelijke. Van een serieuze aanpak van xenofobie, anti-semitisme, islamofobie en homofobie is in Nederland geen sprake. Het is dan ook geen wonder dat ik zowel uit Joodse, homo- en moslim kringen de vraag hoor of het politici eigenlijk wel iets kan schelen.
1 Response
[…] Discriminatie, activisme en het alledaagse […]