Schrijf ze niet af, neem de Moslimbroederschap serieus
Gastauteur: Joas Wagemakers
In het jaar dat de Moslimbroeder Mohammed Morsi president was van Egypte nam hij een afstandelijke houding aan tegen andersdenkenden, had hij weinig oog voor de visie van seculieren en heeft hij de nieuwe constitutie van het land er veel te snel door geduwd. Dit alles deed Morsi ondanks dat hij maar een krappe meerderheid won tijdens de presidentsverkiezingen van 2012. Bovendien lijken leden van de Moslimbroederschap sinds de coup van 3 juli betrokken te zijn geweest bij geweld tegen de staat en tegen christenen. Het is verleidelijk om de acties van de Moslimbroederschap te zien als uitingen van een radicale ideologie die de organisatie stiekem al decennia lang huldigt en die nu naar boven komt. Velen in de media hebben inmiddels geconcludeerd dat recente gebeurtenissen het ware gezicht van de Moslimbroederschap laten zien. De beweging was nooit te vertrouwen en het bewijs daarvoor is nu geleverd, zo denken velen. Toch is dit onjuist en dienen we de Moslimbroederschap niet af te schrijven als groep waar mee te werken valt.
Allereerst is het wanbeleid van Morsi eerder toe te schrijven aan politieke factoren dan aan radicale ideeën. Zo lijkt Morsi democratie te vereenzelvigen met een electorale meerderheid die hem een mandaat zou geven om alles te doen wat hij wil. Verder heeft de Moslimbroederschap vanwege decennialange onderdrukking in Egypte geen enkele ervaring met bestuur op dit niveau en hebben elementen van het oude regime Morsi meermalen tegengewerkt. Bovendien heeft Morsi uit politieke overwegingen zijn salafistische bondgenoten in het parlement te vriend willen houden, ook als hij daarvoor moest zwijgen over hun soms intolerante houding tegenover christenen. Tenslotte moet het vermeende geweld van Moslimbroeders na 3 juli natuurlijk gezien worden in de context van het veel hevigere geweld dat tegen hen zelf is gebruikt door een militair regime dat een democratisch gekozen leider heeft verstoten.
Hoewel dit alles Morsi’s fouten of het gebruik van geweld niet goedpraat, geeft het wel aan dat het handelen van de Moslimbroederschap geen uiting is van een radicale ideologie. Dit wordt onderstreept als we kijken naar de ontwikkeling van de Moslimbroederschap sinds haar oprichting in 1928. Hoewel de stichter van de organisatie, Hasan al-Banna, geen overtuigd liberaal-democraat was, was hij wel voorstander van deelname aan verkiezingen en dat gold ook voor zijn opvolgers. Na de afsplitsing in de jaren ’60 van de radicale vleugel van de organisatie heeft de Moslimbroederschap zich ook volledig onthouden van geweld. Bovendien heeft de groepering in de afgelopen decennia in toenemende mate democratie, burgerrechten en tolerantie omarmd als vaste onderdelen van het partijplatform.
Heeft de Moslimbroederschap dan geen radicale leden die een islamitische staat desnoods willen afdwingen? Jawel, en ook daarom mogen Morsi c.s. niet afgeschreven worden. Er is al jaren een richtingenstrijd gaande binnen de Moslimbroederschap, onder meer over “de islamitische staat”. Moet dat een democratisch systeem zijn met een islamitische invulling of dient de letter van de sharia de grenzen ervan te bepalen? Als het impopulaire beleid van Morsi in staat was gesteld te falen was hij genadeloos afgestraft bij de volgende verkiezingen. Dit zou de meer inclusieve en liberale krachten binnen de Moslimbroederschap gesterkt hebben in hun eis voor verdere interne hervormingen. Nu het nieuwe regime honderden leden van de organisatie heeft gedood is voor zulke eisen vermoedelijk een stuk minder plaats. De coup heeft dus ook de hervormingen binnen de Moslimbroederschap een klap toebedeeld.
Waar op dit moment wel steun voor komt binnen de Moslimbroederschap is geweld tegen het regime. Dit is ongetwijfeld koren op de molen voor degenen die de Moslimbroederschap nooit vertrouwd hebben, maar dat is niet terecht. De Moslimbroederschap verdiende een kans maar heeft die nooit echt gekregen. Het is deze context die grotendeels de woede van de Moslimbroederschap verklaart, niet hun vermeende radicale ideologie. Schrijf de Moslimbroederschap daarom niet af.
Joas Wagemakers is onderzoeker en docent aan de Radboud Universiteit Nijmegen, afdeling Islamstudies. Hij deed onderzoek naar de ideologie en invloed van Abu Muhammad al-Maqdisi; één van de meest invloedrijke jihadi-salafi denkers. In 2010 promoveerde hij cum laude op dit onderzoek en ontving hij eveneens de Erasmus Studieprijs. In 2012 verscheen zijn boek The Ideology and Influence of Abu Muhammad Al-Maqdisi bij Cambridge University Press. Hij publiceert veel over islamisme in het moderne Midden-Oosten en blogt ook voor Jihadica.com.
Dit artikel verscheen eerder in Trouw van dinsdag 27 augustus 2013.
Krijg toch sterk de indruk dat de MB wel degelijk een kans gehad heeft, en die goed heeft verkloot. Als je geen regeer-ervaring hebt moet je die kopen of huren, en niet op ramkoers gaan met het geletterde deel van je bevolking. Dat is bijna uitlokking van een coup.