Mali & Nederland: Gevangen in de War on Terror
Gastauteurs: Tonny van der Mee en Jeroen Kostense
Het kabinet stuurt 370 militairen naar de VN-missie in Mali. De eerste grote Nederlandse operatie in Afrika wordt meteen ook een riskante. Wat is ons belang om de nek uit te steken in een van de armste landen ter wereld?
“Tikkende tijdbommen”
In het noorden van het Afrikaanse land gaan een kleine 100 commando’s inlichtingen verzamelen. Ook gaat ongeveer hetzelfde aantal inlichtingenspecialisten en -analisten mee. De militairen worden gelegerd in de hoofdstad Bamako en het noordelijke Gao. De eerste militairen kunnen al voor de kerst in het straatarme Mali actief zijn.
Oud-minister van Ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders (PvdA) noemde in 2009 fragiele staten in Afrika, zoals Mali, Congo en Tsjaad, al `tikkende tijdbommen’. ,,We hebben er een verlicht eigenbelang bij als de stabiliteit intact blijft.”
Nu staat Koenders aan het hoofd van de VN-missie in Mali (Minusma). Zijn benoeming is een handige zet van de VN geweest om het Nederlandse kabinet over de streep te trekken. Koenders maakt geen geheim van zijn liefde voor Afrika. Als Kamerlid en minister probeerde hij het continent zoveel mogelijk te ontzien bij snoeiharde bezuinigingen op ontwikkelingshulp.
Mali is nog een van de weinige landen die hulpgeld van Nederland krijgen. Voor volgend jaar is 36 miljoen euro begroot voor voedsel, water, onderwijs en democratisering. ,,Ontwikkelingssamenwerking is ook ons eigenbelang,” zei Koenders eerder. ,,Armoedebestrijding zorgt ervoor dat de voedingsbodem voor extremisme afneemt.”
Dat laatste is de inzet van de militaire missie nu. De Noord-Afrikaanse terreurgroep al-Qaeda in de Islamitische Maghreb (AQIM) wordt als een groot gevaar gezien. Ze ontvoeren westerlingen, onder wie de al 2 jaar gegijzelde Woerdenaar Sjaak Rijke, en houden zich bezig met drugs- en wapensmokkel.
“War on Terror”
De Amerikanen hebben in Afrika al 10 jaar geleden een derde front – na Irak en Afghanistan – geopend in hun war on terror. Nederland heeft daar, zonder dat de Tweede Kamer werd geïnformeerd, al aan meegedaan door jarenlang Afrikaanse militairen te trainen (Flintlock).
De groeiende bemoeienis van Westerse landen in de Sahel is bedoeld om te voorkomen dat deze `boevennesten’ door jihadisten als springplank naar Europa worden gebruikt. ,,We vergeten te makkelijk dat deze al-Qaeda-achtige structuren ook een grote invloed op Nederland en onze veiligheid en stabiliteit hebben,” zegt Dick Berlijn, voormalig commandant der strijdkrachten.
Die terroristische structuren zijn nu steeds meer opgeschoven van Afghanistan naar Afrika. ,,Door in Mali te zijn, moeten we ervoor zorgen dat dit soort rebellengroepen niet groter kan worden,” zegt ook voormalig directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst Pieter Cobelens.
Na Uruzgan is dit de eerste grote militaire missie van Nederland. Berlijn: ,,Als we weigeren mee te doen en Nederland de reputatie krijgt dat het andere landen de kastanjes uit het vuur laat halen in complexe situaties, ben ik bang dat onze internationale betrekkingen onder druk komen te staan.”
Wie steunen we?
De vraag is welk regime je steunt met zo’n operatie. Dat bleek wel na de Westerse interventie in Libië, waar het verjagen van Kaddhafi het land in een nog grotere chaos stortte. De Toearegs – nomaden die als huursoldaten voor Kaddhafi vochten – zijn met hun halve wapenarsenaal teruggekeerd naar de landen onder de Sahara. Dat leidde tot de burgeroorlog in Mali, waar de rebellen hun eigen staat willen.
Frankrijk en de VS doen alles om hun positie in de regio te verstevigen. Niet alleen vanwege strategisch en veiligheidsbelang. Mali heeft zout en goud, buurlanden Mauritanië en Niger ijzererts en uranium, Nigeria olie. ,,Als er geen stabiliteit in deze regio is, dan gaat dit ten koste van onze eigen welvaart,” zegt Berlijn. En Cobelens: ,,Afrika is ook zeer belangrijk vanwege de aanwezige grondstoffen. Niet voor niets zien de Chinezen ook een groot belang in de Sahel en steunen Mali.”
Het AD onthulde 4 jaar geleden dat Koenders in het geheim de mogelijkheid van Nederlandse vredesmissies in Afrika liet onderzoeken. De Tweede Kamer zag er toen geen heil in, na het trauma van Srebrenica. Uiteindelijk is een compromis gevonden tussen de VVD, die liever een goede krijgsmacht heeft dan ontwikkelingshulp, en de PvdA, die graag Afrika wil helpen opbouwen. Militair historicus Christ Klep: ,,De PvdA krijgt haar Afrika-missie en de VVD een militaire missie.”
Waar ‘we’ het voor doen
De Nederlanders gaan vooral inlichtingen verzamelen en analyseren. De kwartiermakers vertrekken in december, de rest gaat in januari. ,,Het is een Nederlands belang te helpen voorkomen dat dicht bij huis een onbeheersbare situatie ontstaat.”
In het onherbergzame Mali mogen de elitetroepen doen waar ze goed in zijn: de vijand besluipen, zijn positie doorgeven, en indien nodig: schieten. ,,Hier doen ze het voor, niet voor het oefenen,” zegt brigade-generaal b.d. Ruud Vermeulen. ,,Als ze niet echt worden ingezet, stappen ze uiteindelijk op. Beroepstrots is voor ons geen vrijblijvend woord.”
De 90 commando’s opereren in Noord-Mali, waar moslimextremisten zitten. Ze krijgen ondersteuning van vier Apache-helikopters. Die detecteren de vijand op de grond en schieten waar nodig ook zelf. De omstandigheden en risico’s zijn vergelijkbaar met die in Irak en Afghanistan. Overdag snikheet en ‘s nachts ijskoud. De vijand is vaak onzichtbaar en heeft een indrukwekkend wapenarsenaal. De Fransen voeren in Mali sinds januari harde gevechten. Bij bomaanslagen zijn al burgers en twee VN-militairen (Tsjaad) omgekomen.
Verkennen, Vechten en Verjagen
,,In Mali zet je commando’s in een risicovol gebied in. Dan moet je rekening houden met slachtoffers,” zegt oud-generaal Dick Berlijn.
Een ingewijde die aan eerdere geheime operaties meedeed, verwacht dat de elitetroepen zullen vechten. Ook buiten het mandaat om. ,,Achter de vijandelijke linies gaat het verder dan inlichtingen vergaren, zoals opslagplaatsen opblazen en rebellen uitschakelen. Dat hoort de buitenwereld niet.”
Malinese overheidsfunctonarissen willen dat de Nederlanders ook operaties uitvoeren om jihadisten uit hun schuilplaatsen te jagen.
Het kabinet sluit ‘korte, hevige’ gevechten niet uit. Ook mogen de commando’s – na toestemming van de defensietop – rebellen aanhouden en opslagplaatsen ontmantelen. Er zijn geen operationele beperkingen. ,,Het dreigingsrisico is nu matig, maar dat kan veranderen,” zegt defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert. ,,Als onze militairen aangevallen worden, mogen ze zich verdedigen.”
Militair historicus Christ Klep vindt het onverstandig om de best opgeleide militairen alleen voor verkenningen en inlichtingen te gebruiken. Dat leidt tot onvrede. ,,Opjagen alleen is niet voldoende. In Uruzgan is het ook niet gelukt om de taliban weg te krijgen.”
Het voordeel voor Defensie is dat Nederland verschillende specialismen stuurt. ,,Zo’n missie is makkelijker te verkopen. Defensie kan zichzelf straks op de borst kloppen en laten zien wat ze allemaal kan.”
Operatie Flintlock
De commando’s kennen de Sahel goed. Herhaaldelijk deden ze mee aan de Amerikaanse antiterreur-oefening Flintlock. Nederlandse commando’s en mariniers trainden militairen van de Sahel-landen.
De Tweede Kamer hoefde hiervoor geen toestemming te geven, omdat het kabinet spreekt van een `oefening’. Maar de 30 trainers die nu naar Mali gaan, doen hetzelfde als tot nu toe stilzwijgend gebeurde.
,,We zijn door eerdere missies in Irak en Afghanistan en trainingsmissie Flintlock goed voorbereid om te vechten in deze omstandigheden,” zegt Pieter Cobelens, oud-directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD).
De VN noemt de situatie in Mali `relatief stabiel, maar fragiel’. ,,De Fransen doen heel goed hun werk,” zegt de Nederlander Willem Snapper vanuit centraal-Mali. ,,Het is al een tijd betrekkelijk rustig. Het gros van de terroristen zit in het zuiden van Libië of Algerije.”
Het web van internationale verplichtingen
De Nederlandse voorbereiding was volgens oud-generaal Vermeulen al lang voor het kabinetsbesluit in volle gang. Hij hoopt op de Nederlandse aanpak: hard militair én vriendelijk humanitair optreden.
Het zwaar militaire karakter van de missie biedt – buiten de politietraining en verbetering van veiligheid en recht – weinig ruimte voor ontwikkelingshulp, die sceptici in Mali liever zien.
Buitenlandse deskundigen vrezen dat Nederland zich laat gebruiken om andere belangen van westerse landen veilig te stellen. ,,Het is onbegrijpelijk dat Nederland zich laat meezuigen in dit wespennest,” zegt de Britse Sahara-deskundige Jeremy Keenan. De Amerikaanse hoogleraar internationale studies Vijay Prashad: ,,Je kunt een regionaal conflict, drugsprobleem en wapenhandel niet zomaar terrorisme noemen. Maar Nederland zit gevangen in internationale verplichtingen.”
Tonny van der Mee en Jeroen Kostense zijn onderzoeksjournalisten. Zij schreven eerder: Nederlandse leger & Flintlock: Trainen of vechten in de Sahel & Uitstel of afstel – Nederlandse militairen weg uit Mali? Dit stuk stond, in een iets andere versie, eerder in het AD en is tot stand gekomen met medewerking van Axel Velhuijzen en Deborah Jongejan.