Islamofobie & De racialisering van moslims – Een toelichting / 3
Enige weken geleden publiceerde ik een essay als commentaar op de heruitgave van Fortuyns ‘Tegen de islamisering van onze cultuur’. In dit essay laat ik zien hoe Fortuyns politieke gedachtegoed is te plaatsen binnen de racialisering van moslims in beleid en debat vanaf de jaren negentig. In beleid en debat wordt een diverse groep mensen gelabeld als ‘de moslim Ander’. Dit gebeurt op basis van ideeën over herkomst, verwantschap en indirect en deels op kleur en op basis van een eenzijdige, negatieve definitie van de islam en een even eenzijdige maar positieve definitie van wat de seculier liberale identiteit is. De vermeende en uitvergrote verschillen tussen islam en het westen of de seculiere liberale traditie worden gebruikt om de handelingen van moslims te verklaren en gebruikt als aanleiding en ter legitimering van een specifieke aanpak van moslims als groep.
In een interview met Nieuwwij stelde ik dat de racialisering inmiddels zover voortgeschreden is, dat het de grondwettelijke vrijheden van moslims bedreigt. In de Volkskrant schreef ik een artikel met drie concrete voorbeelden van racialisering door CDA leider Buma, VVD-fractievoorzitter Zijlstra en het Zoetermeerse raadslid Nawijn. Op dit artikel in de Volkskrant is de nodige kritiek gekomen waar ik in Deel 1 en Deel 2 van mijn toelichting op gereageerd heb. In dit derde en voorlopig laatste deel, bespreek ik de laatste kritieken.
Geen racisme, maar…
De kritiek richt zich vooral op het gebruik van de term racialisering en het gelijkstellen van islamofobie aan racisme. Zo stelt Lotfi Abdel Hamid in een zeer lezenswaardige kritiek:
Moslims horen in het Westen niet thuis, is de boodschap | Politiek | de Volkskrant
Het uitsluiten van moslims op basis van vermeende groepskenmerken doet sterk denken aan het mechanisme van racisme zoals dat bijvoorbeeld in Amerika, Zuid-Afrika en Israël geïnstitutionaliseerd werd (en wordt). Maar racialisering is een ongelukkige term in dit debat, een term die zowel religiekritiek als islamofobie ondermijnt. En toch, er is iets aan de hand dat veel verder gaat dan religiekritiek. Iets dat wel giftig is en waar we het over moeten hebben. Het gaat vooral om de manier waarop taal en beeld worden ingezet om moslims als fundamenteel ‘anders’ neer te zetten. Ik zou willen spreken van neo-oriëntalisme.
Lotfi Abdel Hamid stelt dus niet dat het mechanisme, dat ik aanduid als racialisering, niet bestaat, maar dat het een ongelukkige term is die het debat ondermijnt. Veelzeggend is (en daar kom ik onder nog op terug) dat het hem doet denken aan het mechanisme van racisme zoals dat in Amerika, Zuid-Afrika en Israël geïnstitutionaliseerd werd en wordt. Het neo-orientalisme (in mijn essay over Fortuyn komt het orientalisme punt van Said overigens ook terug; zie ook Merijn Oudenampsen hierover in relatie tot Ayaan Hirsi Ali) zou wat hem betreft een geschiktere term zijn. Hoewel ik niet helemaal tegen die term ben wil ik er toch op wijzen dat die term vooral zijn plek heeft binnen het aloude Westerse imperialisme in het Midden-Oosten, maar vooral ook dat orientalisme toch wel degelijk ook als een vorm van racisme gezien kan worden.
Marieke Slootman komt met haar bijdrage op Socialevraagstukken.nl dicht bij het artikel van Lotfi Abdel Hamid.
Maak van islamkritiek geen racisme
Het is deze alomtegenwoordige stereotypering en de dwingende labeling – die gelijkwaardigheid en insluiting blokkeren – die een sterke parallel vormen met racisme: mensen worden bestempeld als minderwaardig, als on-volwaardig onderdeel van de samenleving, op basis van definities die op een gehele categorie burgers geprojecteerd worden. Dit gaat veel dieper dan losse opmerkingen van individuele politici. Ondanks dat mensen hun eigen uitlatingen als losstaand zien, vormen individuele uitlatingen patronen die een bepaald maatschappijbeeld weerspiegelen, met ingrijpende standpunten over (morele) inferioriteit en dus over macht, zeggenschap en subordinatie. In het geval van de islam sluit dit maatschappijbeeld aan bij een mondiaal verhaal van een ‘clash-of-civilizations’. Zowel de eigen cultuur als die van de ander worden hierin afgebeeld als eenvormige en harmonieuze entiteiten; een goede respectievelijk slechte karikatuur. We hoeven maar een blik te werpen op de verscheidenheid in Nederland en op de gewelddaden tussen burgers in het Midden-Oosten om de absurditeit van dit beeld te zien.
Is er dan inderdaad sprake van racisme? Naast de parallellen zijn er ook verschillen tussen het negatieve islambeeld en racisme. Racisme is onmogelijk los te zien van de geschiedenis van slavernij, van een wereldwijd systeem van langdurige, diepgaande uitbuiting en ontmenselijking, en zit als zodanig waarschijnlijk dieper in het DNA van de samenleving. Daarnaast is er het verschil dat Van het Reve belicht en dat een reden vormt het label racisme in de context van islam te vermijden. In tegenstelling tot bij racisme gaat in het in het geval van de islam over een ideologie; het gaat over gebruiken en denkbeelden (weliswaar in vele varianten). En die mogen in een democratische samenleving niet automatisch gevrijwaard zijn van kritiek. Hoewel de meeste negatieve representaties van de islam meer te maken hebben met stereotypering en achterstelling (met racisme) dan met zorgvuldige islamkritiek, lopen we het risico dat het label racisme ook rationele islamkritiek blokkeert. En dat is een onwenselijke situatie.
Ik zal hieronder nog ingaan op haar connotatie van racisme met slavernij als systeem van uitbuiting en ontmenselijking. Het gaat me hier, kort, even om het punt dat islam een ideologie is. Dat kan het natuurlijk zijn, maar in de praktijk is islam natuurlijk wel meer. Dat kan, afhankelijk van de geloofsbeleving, religieuze stroming, enzovoorts, ook een rechtsysteem bevatten, rituele praktijken, een levensritme, enzovoorts. Het reduceren van islam tot een ideologie komt op mij erg over als een seculiere definitie van islam die wel belangrijk is om het debat over islam te begrijpen, maar niet per se iets zegt over het religieuze leven van mensen.
Racialiseringsperspectief vertroebelt de analyse
Jan Jaap de Ruiter geeft in zijn tweede reactie een kritiek die deels aansluit bij het vorige en ook verder gaat. Hij verwijst naar de uitspraken van premier Rutte en vice-premier Asscher die afstand nemen van expliciet racistische uitspraken van Derksen en hij verwijst ook naar het dare to be grey initiatief.
Racialiseringstheorie veel te beperkt om naar samenleving en islamdebat te kijken | ThePostOnline
Ik neem hier bewust het voorbeeld van de premier en vice-premier, omdat dat de mannen zijn die in dit land achter de knoppen zitten. De macht is in hun handen. Zij hebben dus een veel belangrijkere maatschappelijke positie dan CDA-leider Buma en VVD-fractievoorzitter Zijlstra. Martijn de Koning haalt deze laatste twee –onder andere- aan om zijn stelling te onderbouwen dat er een ‘ons’ waardensysteem is dat gebaseerd is op uitsluiting van anderen: de moslims. Maar Buma zit niet aan de knoppen en ook al zit Zijlstra dicht bij het vuur, hij is niet de baas.
De Ruiter wijst er, terecht, op dat de uitspraken van Rutte en Asscher inclusief zijn, in tegensteling tot de uitspraken van Buma en Zijlstra. Hij voegt daaraan toe dat mijn racialiseringsthese de polarisatie voedt:
Racialiseringstheorie veel te beperkt om naar samenleving en islamdebat te kijken | ThePostOnline
Als je dan, zoals Martijn doet, het islamdebat beziet door de bril van de racialiseringstheorie, dan voed je –bewust of onbewust- de polarisatie. In je visie stel je twee partijen tegenover elkaar. Je stelt dat er een dominant waardensysteem is en de mensen in dat waardensysteem bepalen wie er toe behoren en wie niet. Je creëert zo twee categorieën mensen: de sterken en de zwakken. […] Zijn racialiseringsvisie wordt slechts ten dele ondersteund door de empirie. Er zijn evenzoveel tegenvoorbeelden zoals de uitspraken van Rutte, Asscher en die van de –nogal naïeve- ‘Dare to be Grey’-studenten. Maar ook mijn ‘dagelijkse praktijk’ voorbeelden vind ik van groot belang. Want wat de Koning vooral doet is reageren op de mediabeelden, de frames die media creëren, terwijl er ook een gewone alledaagse werkelijkheid is waar moslims alle stations van integratie ruim en breed gepasseerd hebben, sterker nog, gewoon onderdeel van de samenleving zijn met alle waarden van dien. Wij opinieleiders hebben de taak ons op beide samenlevingen te baseren: en eigenlijk is de alledaagse de belangrijkste, want daar gebeurt het.
Volgens De Ruiter is het alledaagse minder eenduidig dan de mediabeelden, maar daarmee vergeet hij dat die mediabeelden onderdeel zijn van het dagelijks leven en voor de objecten van racialisering deel uit maken van de optelsom die hen tot outcasts maken. Is dat een eenduidig verhaal? Zeker niet, hij wijst dan ook terecht op de voorbeelden van Asscher en Rutte. Tot op zekere hoogte terecht tenminste. Als Rutte en Asscher consequent zouden zijn in hun inclusieve verhaal zou ik de stelling verdedigen dat zij juist een deracialiserend verhaal houden. Ze zijn echter niet consequent daarin zoals we bij Asscher konden zien in zijn opmerkingen over het onderzoek dat laat zien dat een deel van de moslims negatieve ideeën over Joden heeft. De percentages met negatieve ideeën over moslims zijn in dat onderzoek echter veel hoger. Daarbij, het idee dat er een tegenstelling is tussen ‘de Nederlandse kernwaarden’ en ‘de islam’ en/of ‘de migranten’ is simpelweg onderdeel van Asschers integratieagenda. Over Rutte, zie onderaan.
Mijn oud-collega’s Ton Salman en Peter Versteeg van de afdeling Antropologie aan de VU zijn eveneens zeer kritisch over de racialiseringsthese.
Racialisering van moslims schaadt onderzoek en debat | Standplaats Wereld
Afgezien van het feit dat bij veel mensen dit denkpatroon niet bestaat: is de vergelijking met racisme zinvol? De meeste reacties suggereren van niet. Men werpt racisme verre van zich en eist het recht op om een afkeer van een religie te mogen uiten zonder daarom racistische trekken te vertonen.
Antropologen hebben er al een hele kluif aan om vragen te stellen bij de essentialistische ‘cultuurleer’ die zo sterk aanwezig is in het debat over islam in Nederland en helaas ook in het beleid rondom integratie. We hoeven echter, denken wij, dit essentialisme niet te racialiseren om de uitsluiting van moslims aan de kaak te stellen. De term racialisering geeft niet alleen de discussie over Nederlandse islam en Nederlandse moslims een scherpte die we niet nodig hebben en die op het verkeerde been zet; het geeft bovendien een beperkende benadering aan lopend onderzoek naar moslims in Nederland. Moslims worden door deze interpretatie bij voorbaat gepositioneerd als een onderdrukte groep en ten onrechte op een ras-achtige manier gestigmatiseerd, waarmee in feite het groepsdenken van de ‘islamofoben’ omgekeerd wordt gereproduceerd. Minstens zo belangrijk is dat het begrip een (kritische) analyse van religieuze opvattingen en gedrag in de weg staat.
Door het debat te racialiseren, zoals De Koning nu doet, ontstaat het risico van een diskwalificatie en a priori veroordeling van het hele gamma van islamcritici.
Eerlijk gezegd weet ik niet bij hoeveel mensen dit denkpatroon bestaat. Ik weet wel dat er veel mensen stemmen op een partij die dit denkpatroon tot in het extreme handhaaft: de PVV. Of men het daar dan ook mee eens is, is natuurlijk de vraag. Wel blijkt uit tal van onderzoeken dat velen in Nederland een afkeer hebben van moslims en dat dit mede gebaseerd is op een generaliserend idee van hun cultuur en/of religie. In mijn bijdrage en in mijn onderzoek kijk ik vooral naar media en beleid waar de tendens van racialisering zeer sterk is (hoewel er ook tegengestelde tendensen zijn). Eerder onderzoek van anderen, zoals Duyvendak en Mepschen, heeft laten zien hoe belangrijk de tegenstelling tussen zogenaamde Nederlandse waarden en ‘de islam’ of ‘de cultuur van migranten’ is (zij beschrijven dit als een vorm van culturaliseren of cultureel racisme, maar ook dat vind ik niet handig). Dat laat onverlet dat er ook tegenbewegingen zijn en kansen voor moslims zijn in dit land en dat de godsdienstvrijheid voorlopig nog redelijk stevig is. Maar dat laat onverlet dat de dominante tendens toch goed verklaard kan worden via het begrip racialisering. Temeer ook omdat dat die vrijheid wel onder druk staat en wel specifiek voor moslims, in het geval van de gezichtssluier, en voor moslims en joden in het geval van een mogelijk verbod op onverdoofd ritueel slachten.
De kern van Jan Tervoorts tweede reactie is dat mijn toelichtingen laten zien dat ik stel dat alles racisme is. Hij reduceert daarbij de racialiseringsthese tot een categoriseringsverhaal.
Alles is Racisme! Reactie op Martijn de Koning – Batavirus
Ik geef hierbij als voorbeeld dat het proces wat De Koning met betrekking tot de racialisering van moslims omschrijft, hetzelfde proces is dat moslims hanteren ten opzichte van ongelovigen, ergo moslims zijn net als islamofoben racisten. Het tegenargument van De Koning hierop is dat het één het ander niet uitsluit. Ja dank je de koekoek. Als alles racisme is heeft het weinig zin om er over te discussiëren. Wat ik bedoel te zeggen is dus dat het hele ‘racialisering verhaal’ een nutteloze exercitie is met betrekking tot islamofobie.
Als tweede tegenargument geeft De Koning aan:
Een dergelijke redenering zou hout snijden wanneer ik had gesteld dat bijvoorbeeld Buma moslims in zijn pleidooi voor een joods-christelijke identiteit racialiseert en dat die identiteit of cultuur DUS racistisch is.
Maar dat zijn ze dus per definitie wel in jouw theorie, Martijn. Ik beperk mij nu even tot de monotheïstische religies maar een intrinsiek en dus essentialistisch kenmerk van al die religies is het zich onderscheiden van en daarmee problematiseren van de ‘ander’, de ongelovige
Dat is simpelweg, wanneer we de racialiseringsthese volgen, onjuist. Het gaat immers om vier stappen: categorisering, generaliserende verklaringen van verschillen in gedrag en verschil, waardeoordelen en het voorschrijven van een bepaalde specifieke benadering. In het Volkskrant artikel draait het niet voor niets om wat individuele politici doen met cultuur en traditie en niet om wat die cultuur of traditie is. De politici scheppen hun definitie van de ander en stellen op basis van hun eigen beeld dat die ander er niet bij hoort. Het gaat er, met andere woorden om, wat gezaghebbende figuren doen met ideeën over cultuur en religie. Ik stel nergens dat het maken een onderscheid tussen wij en zij per definitie racistisch is of dat een islamitische of joods-christelijke identiteit in zichzelf racistisch is. Natuurlijk is het wel zo dat ook moslims ongelovigen kunnen racialiseren in een context waarin zij de meeste macht hebben. Dat kan men ongetwijfeld doen op basis van hun idee over islam, maar dat maakt de islam nog niet racistisch net zomin als de joods-christelijke traditie waar Buma zich zo graag op baseert. In dat laatste geval, dat gebeurt pas op het moment dat Buma die traditie definieert in oppositie tot ‘de islam’ of ‘de vluchtelingen’ of wat dan ook en vervolgens pleit voor daarmee samenhangende maatregelen.
Wij-zij denken
Jona Lendering gaat in zijn reactie in op de vraag: “hoe komt het dat moslims islamkritiek beschouwen als racisme?”. Die vraag slaat de plank mis aangezien het, in ieder geval in veel anti-islamofobie initiatieven niet gaat om kritiek op religie, maar om het strijden tegen uitsluiting en verbaal en fysiek geweld. Lendering gebruikt de vraag om in te gaan op enerzijds ‘de biologische kant van etniciteit en anderzijds overtuigingen’. Naast het voorbeeld van Joden geeft hij als voorbeeld de Arabische moslims uit de tijd van de profeet Mohammed.
Etniciteit en religie – Mainzer Beobachter
De uiteenlopende culturen homogeniseerden en er groeide iets van eenheid, tot uiteindelijk Mohammed erin slaagde de Arabische natie te definiëren als de aanhangers van de cultus van Allah in Mekka.
Vanuit dit perspectief – en ik heb zo meteen een nuance – is de islam de uitdrukking van een etniciteit. Als je het zo beziet, is het niet zo vreemd dat hedendaagse moslims zeggen dat islamkritiek een vorm van racisme is. Dat is een groot en lelijk woord dat ik met opzet in dit stukje probeer te vermijden, maar de achterliggende gedachte is duidelijk: het voor de seculiere Nederlander zo logische onderscheid tussen aangeboren en aangeleerde eigenschappen wordt niet op dezelfde wijze herkend. Moslims (en joden) handhaven een identiteitsbegrip dat in West-Europa in onbruik is geraakt. De vraag is dus niet waardoor moslims islamkritiek zijn gaan beschouwen als kritiek op hun etnische achtergrond, maar waardoor West-Europeanen een onderscheid zijn gaan aanbrengen.
Lendering maakt hier een belangrijk punt door te laten zien dat er in de geschiedenis op verschillende manieren is omgegaan met het onderscheid tussen de ‘biologische kant van etniciteit’ en ‘overtuigingen’. Jammer genoeg dat hij dit wel op mild racialiserende wijze: alsof Joden en moslims allemaal dezelfde andere denkwijze hebben dan ‘West-Europeanen’ of ‘seculiere Nederlanders’: het gaat hier om zowel het categoriseren van mensen als het geven van verklaringen voor gedrag op basis van generaliseringen over ‘hun’ manier van denken. Maar zie ook zijn vervolg één en twee, waar hij een en ander nuanceert.
De post-raciale vooronderstellingen
Het is jammer, maar ook verhelderend, dat een groot deel van de discussie mank gaat door drie vooronderstellingen in sommige van de reacties. Het is van belang om te zien dat de racialisering van moslims een lange geschiedenis heeft in Europa die op z’n minst teruggaat naar de 15e eeuw, maar volgens sommige onderzoekers zelfs de Middeleeuwen. We reduceren tegenwoordig racisme (dat is vooronderstelling één) tot iets wat alleen betrekking heeft op wereldbeelden over verschil op grond van biologische kenmerken. Door de geschiedenis heen zijn dergelijke wereldbeelden altijd gekenmerkt door ideeën over zowel biologische kenmerken, cultuur, religie en verwantschap zij het op wisselende manieren per tijd en plaats.
Tegenwoordig zien we in Nederland die racialisering in beleid en debat over moslims vooral terug op basis van generaliserende ideeën over cultuur (in relatie tot integratie), islam (een doembeeld van islam als cultuur en/of als gevaarlijke theologie tegenover een ideaalbeeld van seculiere liberale waarden, normen en attitudies), herkomst, verwantschap en indirect huidskleur (door migranten / moslims als allochtoon te bestempelen oftewel te allochtoniseren).
De tweede vooronderstelling lijkt te zijn dat racisme iets is wat gedaan wordt of een wereldbeeld is van slechte of domme mensen. Maar hele intelligente leuke mensen kunnen net zo goed dergelijke wereldbeelden hebben en deze uiten. Deze vooronderstelling maakt het makkelijk om bijvoorbeeld verbaal en fysiek geweld te veroordelen (hoewel zelfs in die gevallen toch opvallend vaak wordt gesteld dat islamkritiek mogelijk moet blijven) en het maakt het makkelijk om het racisme zoals dat verankerd is onze instituties over het hoofd te zien, te verbloemen en te legitimeren.
De derde vooronderstelling die ik meen te bespeuren is dat racisme iets is dat tot het verleden behoort (slavernij, Tweede Wereldoorlog) of van elders is (apartheid): de zogenaamde post-raciale samenleving zeg maar. Dat is echter onjuist, het gaat erom dat de ideologie waarmee verschil wordt gemaakt tussen wij en zij nu vooral, maar niet uitsluitend, moslims als object heeft en dat op basis daarvan politieke standpunten worden ingenomen, beleid wordt gemaakt, enzovoorts. Zie bijvoorbeeld Rutte’s toespraak bij een recent VVD congres waarin hij stelt dat culturen niet kunnen samengaan.
Een duidelijker voorbeeld van hoe het denken over de wereld in termen van onverenigbare culturen een proxy is geworden is voor natuurlijke en onveranderlijke biologische kenmerken is amper mogelijk. En om terug te komen op Nawijn (we zouden hem bijna vergeten), hij verdedigt niet alleen een nagenoeg gelijke opvatting als die Rutte hier naar voren brengt, maar baseert daar ook een pleidooi op om moslims dus het recht op islamitisch onderwijs te ontzeggen. Daarmee is dat pleidooi zonder enige terughoudendheid islamofoob oftewel racistisch te noemen. Dat vertroebelt het debat niet. Integendeel zelfs, door die vier stappen van racialisering als uitgangspunt te nemen, kunnen we uitstekend zien hoe en waar islamkritiek overgaat in racisme.
Dit is voorlopig het laatste wat ik op dit blog zal schrijven naar aanleiding van mijn stuk in de Volkskrant en de reacties daarop. Maar u kunt natuurlijk altijd naar de bijeenkomst van 15 juni in Amsterdam (19:30; NELSON MANDELA CENTRUM, EERSTE WETERINGPLANTSOEN 2C, AMSTERDAM) komen, alwaar ik in gesprek ga met Ibtissam Abaâziz, Abdou Menehbi en Jan Jaap de Ruiter.
Over de racialisering van moslims:
Waarom islamofobie wel degelijk racistisch is | Binnenland | de Volkskrant
“Racialisering moslims zo ver voortgeschreden dat het burgerrechten van moslims bedreigt” – Nieuwwij
Naar aanleiding van de kritiek
Islamofobie & De racialisering van moslims – Een toelichting / 1 | C L O S E R
Islamofobie & De racialisering van moslims – Een toelichting / 2 | C L O S E R
Islamofobie & De racialisering van moslims – Een toelichting / 3 | C L O S E R
En dan de commentaren natuurlijk:
Martijn de Koning behandelt moslims als kinderen zonder stem | Jan Jaap de Ruiter | de Volkskrant
Islamofobie: de stand in het land (deel 3) – Jan Tervoort (Amsterjan) – Batavirus
Islamofobie is een onzinnig begrip | Jonathan van het Reve | de Volkskrant
Weer een raar stukje · Hans’ blog
Ayaan Hirsi Ali en de racialisering van moslims | MO
Moslims horen in het Westen niet thuis, is de boodschap | Lotfi Abdel Hamid | de Volkskrant
Maak van islamkritiek geen racisme | Marieke Slootman | SocialeVraagstukken.nl
Alles is Racisme! Reactie op Martijn de Koning | Jan Tervoort | Batavirus