nrc.nl – De zuivere islam, voor alle antwoorden
nrc.nl – De zuivere islam, voor alle antwoorden
Het salafisme is een ultra-orthodoxe stroming. En die wint steeds meer terrein onder jonge moslims
Het geloof van hun ouders vinden jonge moslims te relaxt. Je kunt er niet mee terugslaan, als de islam wordt aangevallen. Met het salafisme wél.
Door Sheila Kamerman Dimitri Tokmetzis
Zusters met vragen over de islam kunnen haar bellen. Samira (25) uit Geleen, getrouwd en drie kinderen, zal altijd proberen te helpen. Ze draagt lange zwarte, alles verhullende kleding. En ze vertelt enthousiast over het geluk dat haar geloof haar heeft gebracht. Ze zou dat ook zoveel andere jonge moslims gunnen. Meisjes die met „glitters, franje en sieraden” door het leven gaan. Net als zij vroeger – toen ze God nog niet had gevonden.
Moslimjongeren voelen zich voortdurend aangevallen op hun moslim-zijn, zegt Halim El Madkouri, ‘programmanager religie en identiteitsvraagstukken’ van het Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling Forum. „Ze hebben hier weinig ruimte om hun eigen identiteit te beleven. Als de islam wordt aangevallen, voelen zij het in hun hart.” De islam van hun ouders beschouwen ze als een ‘relaxte’ islam, zegt hij, waarmee ze niet kunnen terugslaan. Met een radicale versie van de islam wél.
Samira werd nieuwsgierig naar de zuivere islam na een lezing van een jongerenprediker, in de moskee in Geleen. Nu is haar favoriete prediker Aboe Ismaïl, van de As Soennah-moskee in Den Haag. Aboe Ismaïl preekt ook af en toe in Roermond. Hij is één van de vijftien ervaren, invloedrijke predikers die rondreizen en door het hele land lezingen geven. De meesten van hen hebben banden met één van de vier salafistische bolwerken in Nederland (in Tilburg, Eindhoven, Den Haag en Amsterdam).
De predikers zijn mannen van dezelfde generatie als de jongeren voor wie ze preken. Ze preken in het Nederlands – de meeste moslimjongeren spreken niet of slecht Arabisch. Vaak zijn ze van Marokkaanse afkomst. Aboe Ismaïl is net als Suhaib Salam uit Tilburg, Abdul Jabbar van de Ven (een bekeerling, verbonden aan stichting Al Waqf in Eindhoven) en de Belgische Suleyman Ibn Haroen bijzonder populair. Er zijn intussen zo’n twintig jongerenpredikers actief, nog een twintigtal is in opleiding.
De predikers zijn naast de vele lezingen die ze geven (vaak op verzoek van islamitische jongerenorganisaties), zeer actief op internet. Zo zijn de preken live te volgen via paltalk, een groepsforum waarop ook een videoverbinding mogelijk is. Op internet circuleren ‘programmaboekjes’ over welke predikers wanneer optreden op paltalk.
Deze predikers hebben zo’n grote invloed omdát ze zo actief zijn, zegt El Madkouri. De neo-radicalen zijn militanten, zegt El Madkouri, en die steken altíjd meer tijd en energie in ‘de zaak’ dan gematigde groepen. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst AIVD, die er onderzoek naar verrichtte, noemt de ‘neo-radicalisten’ goed georganiseerd en minder gefragmenteerd dan andere of eerdere stromingen binnen de islam. „Op internet komen deze mensen wereldwijd dagelijks met tientallen nieuwe sites”, zegt Al Madkouri. „Het tegenaanbod is bijzonder mager.”
De preken van Aboe Ismaïl op internet worden drie tot vierduizend keer beluisterd. Zijn preek ‘De Dood’ over de dood van een 21-jarige ‘broeder’, werd 50.000 keer gedownload. Het is een sterk opgebouwd verhaal, dat wordt afgewisseld met gezongen verzen, muziek en geluideffecten. Aboe Ismaïl legt in zijn preek uit wat de dood inhoudt en beschrijft het proces van overlijden. „Er is niets afschuwelijker dan de doodstrijd. (…) Dan pas besef je hoe belangrijk het is om volgens Allah’s wil te leven. Dan verlang je niet meer naar die gezellige disco-avond.”
De groei van het salafisme is volgens Aboe Ismaïl het gevolg van de Nederlandse invloed op de opvoeding van moslimjongeren. „Je wordt grootgebracht met het idee dat je kritisch moet denken. Als je als jongere met vragen zit, of kritisch bent over het geloof, vind je in de meeste moskeeën weinig gehoor. De imam daar zegt ‘zo zit het, punt uit’. Natuurlijk gaan jongeren dan op zoek. Wij leggen veel meer uit, komen altijd met bewijzen. En als we een antwoord geven, vertellen we ook op welke onderdelen van de koran en de soennah (het leven van Mohammed, red.) dat gebaseerd is. Maar er is altijd ruimte voor discussie. We zijn wat dat betreft helemaal niet radicaal, zoals de AIVD wil doen geloven. We zijn juist heel gematigd.”
Volgens een onderzoeker van de AIVD, die meewerkte aan het onderzoek maar zijn identiteit niet mag prijsgeven, is het salafisme aantrekkelijk omdat het duidelijke, pasklare antwoorden biedt. Op salafistische sites krijgen jongeren antwoord op alle vragen: mag je je wenkbrauwen epileren, wie gaat er naar de hel, hoe moet je je als moslim gedragen in het bijzijn van de andere sekse, hoe moet je omgaan met ongelovigen. Meer gematigde stromingen zijn genuanceerder, die komen met complexere antwoorden. De AIVD-onderzoeker: „Het wereldbeeld van de salafisten is simpeler. Dat doet het goed bij jongeren.”
Dat laatste blijkt ook uit de populariteit van de wekelijkse lessen in de salafistische geloofsleer die in jongerencentra en moskeeën worden gehouden. Suhayb Salam uit Tilburg heeft al in vijf steden (Utrecht, Tilburg, Amsterdam, Ede en Den Haag) een opleidingsinstituut opgezet, het Instituut voor Opvoeding en Educatie. Rotterdam volgt binnenkort. In sommige steden is het aantal lessen uitgebreid vanwege de grote belangstelling van jongeren voor de lessen. De cursussen worden overwegend gegeven door Salam zelf.
„Als je in een land leeft”, zegt Samira uit Geleen, „moet je je houden aan de wetten en regels van dat land. Dat is logisch. Zo is het ook met de wereld van God. God is barmhartig en vergevingsgezind, maar je moet je wel aan zijn regels houden. Als je dat doet, is er hopelijk in het hiernamaals een mooi plekje.” Samira volgt de regels zo nauwgezet mogelijk. Ze voelt zich gelukkiger dan ooit. „Ik ben absoluut een beter mens geworden”, zegt ze, „rustiger, liever en fijner om mee om te gaan.”
Samira’s man spreekt regelmatig (vaak Marokkaanse) rondhangende jongeren aan op straat, om te vragen of ze zin hebben gezamenlijk het avondgebed te bidden. Sommigen doen dat ook, zegt Samira, „en vinden het dan best interessant”. Veel orthodoxe moslims ‘doen aan dawa’ (proberen te bekeren). Op internet geven jongeren elkaar tips, zoals: „Het kan soms zijn dat je mensen niet kunt aanspreken omdat ze niet tot jouw sekse behoren (…) Probeer voor zulke situaties indirecte dawa te gebruiken. Op dit moment zijn bij mij schilders aan het werk. (…) Zet gewoon een lezing aan van Aboe Ismaïl – Islam is de waarheid. (…) Misschien zit er wel iemand bij die interesse heeft in de islam.”
De AIVD heeft de indruk dat de achterban van de predikers vaak minder streng is in de leer dan de predikers zélf. De predikers, staat in het onderzoek, „zien in dat veel jongeren de terugkeer naar de zuivere islam niet onmiddellijk beschouwen als oplossing voor de problemen waar ze onder gebukt gaan”. El Madkouri vindt het vooral positief dat de achterban geweld lijkt af te zweren en dat de predikers daarin meegaan. „Geen beweging zonder achterban.” Belangrijk is, denkt hij, dat jongeren die ervoor kiezen orthodox te worden, die ruimte krijgen. „Dus dat we ze niet ridiculiseren.”
Aboe Ismaïl bestrijdt dat politieke salafisten (hij noemt zichzelf liever een aanhanger van de zuivere islam) gewelddadig zouden zijn en streven naar invloed in allerlei verenigingen. „Onze preken gaan over de normale zaken die met het geloof te maken hebben – en waar jongeren tegenaan lopen. Ze gaan niet over maatschappelijke kwesties. Daar houden we ons niet bezig. De AIVD maakt ons veel groter dan we zijn. Ons enige doel is mensen te leiden naar het paradijs.”