Lara, Ushi, Dushi en Piet: de versterking van racistische stereotypes
Een tijdje terug was er een hoop commotie over het boek van Robert Vuijse Alleen maar nette mensen. Antropologe Irma Accord noemde het racistisch boek. En ook nog seksistisch trouwens, maar dat haalde minder de aandacht (ook veelzeggend?). Vuijsje vond natuurlijk van niet en vond de hele discussie onprettig. Dat is begrijpelijk…de meeste mensen willen niet racist genoemd worden; zelfs racisten niet.
Natuurlijk is Vuijsje’s boek fictie, maar dat wil niet zeggen dat het geen gebruik maakt van racistische stereotyperingen. Zoals Lenie Brouwer stelt op Standplaats Wereld:
Robert lacht in zijn vuistje « Standplaats Wereld
Een van de eerste lessen antropologie is distantie, wees je bewust van de verschillende betekenissen die mensen aan begrippen hechten. Probeer daarom zo neutraal mogelijke taal te gebruiken. Maar dat is antropologie. Moeten we literaire schrijvers ook verbieden dit soort terminologie te hanteren? Nee, want dat is censuur. Maar antropologen hebben wel de plicht die term te bekritiseren, en op het racistische discours te wijzen dat zo naadloos aansluit op de negatieve beeldvorming in de samenleving.
Een schrijver hoeft geen racistische intentie te hebben, hoeft ook helemaal geen racist te zijn en kan zelfs anti-racisme activist zijn, zijn taalgebruik en beeldgebruik is altijd ingebed in een bepaalde historische en culturele context. Een context die altijd gebruik maakt van stereotyperingen waarmee één persoon of groep een andere persoon of groep schetst. Deze stereotyperingen kunnen onbewust plaatsvinden en hebben vaak een lange geschiedenis (bijvoorbeeld via kolonialisme) zoals in Nederland ook te zien is met de traditie van zwarte piet. We kunnen wel oprecht vinden dat we met de traditie van zwarte piet geen racistische bedoelingen hebben, de geschiedenis ervan laat zien dat racistische stereotyperingen wel degelijk een rol spelen in het ontstaan, ontwikkeling en verspreiding van deze traditie. De culturele context verklaart mede waarom bepaalde racistische stereotyperingen in het ene land (de VS) zoveel controverse kunnen veroorzaken en in het andere land (Nederland) nauwelijks. Racistische stereotyperingen van zwarten in de VS zijn qua gevoeligheid vergelijkbaar met anti-semitische verbeeldingen van Joden in Nederland. Daarbij horen ook machtsverhoudingen. De zwarte gemeenschappen in de VS hebben na eeuwenlange slavernij en racistische onderdrukking zich behoorlijk weten te emanciperen en er is een sterke zwarte middenklasse en elite ontstaan die, gecombineerd met een toegenomen gevoeligheid onder witte Amerikanen, succesvol weet te ageren tegen stereotyperingen. In Nederland lijkt (zeg ik met enige voorzichtigheid en terughoudendheid) de groep zwarte Nederlanders(Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders) zodanig geintegreerd (lees gepacificeerd), maar tegelijkertijd zo marginaal dat men nauwelijks een vuist kan maken.
Om van Japanners nog maar te zwijgen, want wie maakt zich daar nu druk om? Dat lijkt van de hak op de tak. Wat hebben Japanners en zwarte Nederlanders nu gemeen als het gaat om racistische stereotypes? Heel simpel: Wendy van Dijk
En eerlijk is eerlijk, ik had ook de sterreporter van Curacao nodig voordat ik dit ging schrijven. Best leuk hoor lachen om een dikke Antilliaanse dame met Surinaams accent. Net zoals ook het lachen was om een Japanse verslaggeefster die in niets verhullende taal vooral over sex vraagt. Zoals Beerenkamp in de NRC stelt hebben we hier te maken met een vorm van blackface. Hiermee wordt een theatrale verpersoonlijking van zwarten bedoeld waarmee bepaalde archetypische verbeeldingen uit het Amerikaanse racisme tentoon worden gespreid. Het ging daarbij meestal om blanke acteurs die hun gezichten zwart maakten, met priemende ogen en dikke rode lippen. Het zijn precies die stereotypen die de vandaag de dag nog bestaan (denk aan zwarte piet) en onderwerp zijn van de nodige controverses, met name in de VS. Yellowface is een vergelijkbaar fenomeen, maar dan gericht op het veranderen van blanke acteurs in karakters die Aziatisch or orientalistisch lijken. Let wel, dit kan bijna alleen met stereotyperingen want de karakters moeten voor een groot publiek herkenbaar zijn en dus gaat men vaak op de grootste gemene deler af qua herkenbaarheid en dat zijn wijdverbreide en oude stereotyperingen. En dus is Lucretia zwart, kleurrijk, vrolijk en zorgeloos maar ook enigszins lui en bevat het karakter nogal wat verwijzingen naar de black mammy. En heeft Ushi zwart haar, spleetogen, druk en onderdanig en spreekt beroert Engels. Er zijn meer opvallende creaties te vinden in de hedendaagse film. Zo speelde Rob Schneider in 2007 een Aziatische dominee en fotograaf in I Now Pronounce You Chuck and Larry met vergaande cosmetische aanpassingen, terwijl hij notabene deels Filipijns (en dus Aziatisch) van afkomst is.
Een ander recent voorbeeld is het Oktober nummer van de Franse Vogue dat gewijd is aan supermodellen over de hele wereld. Nu zijn er behoorlijk wat zwarte supermodellen, maar de redactie heeft ervoor gekozen om de witte Nederlandse Lara Stone op de cover te zetten:
Zij heeft daarbij een zwart gezicht gekregen en ook nog eens kledij en juwelen die verwijzen naar een Afrikaans erfgoed om op die manier het beeld van een zwarte en/of exotische vrouw te scheppen. Het verwijt dat Nana A Tamakloe, oprichter van Confidence Model Management, maakt in een artikel van The Guardian is het volgende:
Why blacking up is the worst kind of fashion crime | World news | The Guardian
The image says we’d rather turn a European model white than hire a black model.
Voor Ushi en Dushi geldt eigenlijk hetzelfde. Hadden SBS (voorheen) en RTL (nu) geen zwarte en Japanse interviewster kunnen vinden die door zichzelf voor gek te zetten haar ‘tegenspeler’ voor gek zet? Het mag allemaal net wat moderner zijn dan de aloude blackface die vaak geschapen werd met houtskool (tegenwoordig supermoderne grime van het type In de ban van de ring), maar het blijft gaan om volksvermaak op basis van stereotypen die groepen mensen reduceert tot bepaalde uiterlijke kenmerken, soms zelfs zodanig dat het freaks worden. Dat Lara, Ushi en Dushi op zich helemaal niet zo negatief verbeeld worden en het zelfs op durven nemen tegen grote namen en die voor gek te zetten doet weinig af aan het racistische erfgoed waarin dit soort praktijken uit voorkomen. Pickering laat in zijn studie naar de Black Minstrels bijvoorbeeld zien hoe deze niet alleen gebaseerd zijn op de overbekende stereotyperingen, maar ook dat ze iets carnavalesk hebben met een omkering van waarden en het tarten van gezaghebbende figuren. Dat doet Ushi en Dushi ook, maar dan in het geval van beroemde presentators, filmsterren enz.
Daar hebben we altijd graag naar gekeken en graag om gelachen, maar het kan geen kwaad om de racistische ondertoon ervan te herkennen en iets meer begrip te hebben voor mensen die hier aanstoot aan nemen; we leven immers niet in een cultureel en historisch vacuüm. Eén van de dingen die je je kunt afvragen is in hoeverre dergelijke stereotype verbeeldingen ertoe bijdragen dat bepaalde groepen in een marginale positie in de samenleving komen of blijven.
2 Responses
[…] Lara, Ushi, Dushi en Piet: De versterking van racistische stereotypes […]
[…] voor de camera. Het toppunt, en zonder claim naar de realiteit, zijn programma’s als Ushi en Dushi waarin allerlei stereotypes over Japanners worden uitgespeeld. In alle gevallen gaat het om het […]