Het einde van religie in Europa
Volgens Amerikaanse onderzoekers Abrams, Wiener en Yaple zal georganiseerde religie uiteindelijk verdwijnen in negen Westerse democratieën: Oostenrijk, Tjechië, Finland, Zwitserland, Ierland, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en…Nederland. Met name in die laatste vijf ‘religion will be driven toward extinction’ zo stellen zij. In hun paper, A mathematical model of social group competition with application to the growth of religious non-affiliation, baseren zij zich op een wiskundig model (mede gebaseerd op een model over het uitsterven van talen die door slechts kleine groepen mensen gesproken worden) dat laat zien dat ‘unaffiliated’ (niet gebonden aan een georganiseerde religie) de sterkst groeiende groep is in die landen. Hun model is daarbij gebaseerd op twee sociologische vooronderstellingen:
- Dat het aantrekkelijker is om deel uit te maken van een meerderheid dan van een minderheid (het meerderheidseffect). Mensen zullen volgens de onderzoekers eerder overstappen naar grotere groepen en slechts enkele verbindingen die mensen hebben met de groep ‘ongebonden’ is voldoende zo stellen ze.
- Er zijn sociale, economische en politieke voordelen verbonden aan ongebondenheid in landen waar religies in verval zijn (utiliteitseffect).
Religieuze verbondenheid blijkt volgens hen te voldoen aan die twee vooronderstellingen en derhalve zal de groei van de groep ongebonden doorgaan. Het is niet zo, zo benadrukken de onderzoekers, dat ongebonden mensen ook atheïsten of niet-gelovigen zijn. Het gaat om mensen die zich niet verbinden aan een bepaalde religie of religieuze organisatie op het moment van hun survey. Zij verwachten dat in Nederland de groepen ongebonden zal groeien van 40% nu tot 70% in 2050. De trend die zij zien voor de genoemde Europese landen zal niet wezenlijk veranderen door de immigratie van moslims zo verwachten zij.
Het is nog maar de vraag of je ontwikkelingen met betrekking tot religie zo kunt voorspellen. Het is terecht dat zij wijzen op de groeiende groep ongebonden mensen; dat is volgens mij een trend in vrijwel heel Europa. In die zin is er, in tegenstelling tot wat vaak wordt gesteld, geen sprake van een religieuze opleving in Europa. Maar of dat ook wil zeggen dat religie verdwijnt is nog maar de vraag. We weten nauwelijks iets van buiteninstitutionele religie, gewoonweg omdat het nauwelijks onderzocht is onder christenen. Daarnaast hebben de onderzoekers gekeken naar verbinding van mensen met de reguliere religieuze instituties, maar er zijn genoeg alternatieve vormen van religie die minder geinstitutionaliseerd zijn, maar wel degelijk een sterke verbondenheid vragen. Met name recent onderzoek van Abby Day, die niet uitgaat van de vraag tot welk geloof behoor je, maar wat geloof je en hoe doe je dat, laat heel interessante resultaten zien van gelovige en ongelovige ongebonden mensen. Er zijn, voor Europa althans, genoeg aanwijzingen dat religie ‘as we know it’ langzaam zal verminderen, maar tegelijkertijd zijn er ook genoeg aanwijzingen dat religiositeit van mensen, de geleefde religie, zich aanpast aan de veranderende omstandigheden. Dat mensen hun religie dus anders beleven, wil nog niet zeggen dat religie ook uitsterft. Dat stellen de onderzoekers overigens ook niet; zij hebben het over mensen die gebonden zijn aan reguliere geïnstitutionaliseerde religies. In de publiciteit hierover wordt deze nuance vaak vergeten. Onderzoekers die al eerder wezen op het einde van religie, maken een soortgelijke conceptuele fout.
En als de ons bekende religies zouden uitsterven, dan nog is dat geen garantie voor het uitsterven van religie. Immers, waarom zou er niet zoals zo vaak in de geschiedenis, een andere religie voor in de plaats kunnen komen? In vormen die we misschien nog niet kennen. Daarnaast lijkt er in andere delen van de wereld juist wel een stijging van religieuze gebondenheid plaats te vinden zoals in delen van Afrika en China. Het interessante is, en dat geldt voor de gehele wereld, dat door de mondialisering (bijvoorbeeld via internet en migratie) de keuzemogelijkheden voor mensen groter zijn geworden en dat lijkt ook te gelden, onder jongeren althans, voor de ideologie van de keuze; mensen moeten de mogelijkheden in hun leven maximaliseren door vrij en zelfstandig keuzes te maken. Dat kan voor religie zijn, maar ook er tegen en dat kan ook resulteren in een zeer ambivalente houding. En dan komen we onder andere weer op die utitiliteitsthese van de genoemde onderzoekers. Als het nut van ongebondenheid groter is dan van gebondenheid, dan zal geïnstitutionaliseerde religie nagenoeg verdwijnen. Dat zou best eens kunnen. Op het moment dat het omgekeerde geldt, dat het nut van gebondenheid weer groter wordt, kan religie ook weer toenemen. Geloof dient nuttig te zijn, te werken en gegrond te zijn in het dagelijks leven wil het kunnen leven. En als religieuze instituties zich dat niet realiseren dan zou de toekomst er in ieder geval voor hen nog wel eens ongunstig uit kunnen zien.
Beste lezers,
Ik sta verstomd. Ik dacht dat algemeen aanvaard werd dat het religieuze, met het heilige, precies in omgekeerde verhouding staat tot het alledaagse en het dagelijks leven. En dat als het een grote plaats krijgt in het dagelijks leven, dit leven niet meer zo dagelijks is.
Nut lijkt mij in elk geval weinig met religie uitstaande te hebben. Affiliatie met een kerk of genootschap of tempel kan wel nuttig zijn, samen met een lidmaatschap van de Rotary Club, Odd Fellows en kies verder maar uit.
En dan is er nog de beroemde combinatie van kerk en kroeg. Gaan we nu impliciet beweren dat kroegbezoek “nuttig” is? Dan zetten we anthropologische theorie en terminologie weer ver van de beleving van mensen. Ik dacht dat dat niet de bedoeling van dit blog en de hier gevolgde lijn in de menswetenschap was.
Al met al vindt ik dit onderzoek en aansluiting daarbij een hoog “Big Bang Theory” gehalte hebben. Leuk vor nerds, maar niet echt getuigend van begrip van de echte wereld.
Ik verneem graag wat anderen van deze interjectie vinden.
Groet,
VHJM van Neerven (Vincent)
Ik zie juist een tegenovergestelde tendens. Weliswaar keren mensen zich steeds meer van de oude kerkelijke instituties af, anderzijds zie ik een wildgroei aan kleine, informele groepen van gelovigen ontstaan, die zich buiten een synode of andere hiërarchie onderwerpen.
Afgelopen zondag ben ik eens spontaan bij een dienst van een dergelijke gemeente binnen gelopen. Dat was heel verfrissend. Geen vastgeroeste liturgie, geen hoog opgeleide predikers, maar broeders en zusters, die om beurten voorganger, koster, ouderling en dergelijk zijn. En geen benepen sfeertje. Een iets te hoog halleluja-gehalte voor mij, dat wel. Maar toch leuk om te zien dat mensen heel goed in staat zijn, om buiten de platgetreden paden van het door instituties opgelegde ware geloof, zingeving spontaan organiseren. Oude Kerken vergaan en nieuwe kerkjes ontstaan.
En laten we niet vergeten, dat ondanks de secularisering onze wereld rijk is aan andere ‘godsdiensten’: de Kerk van het Marktfundamentalisme, de Kerk van de Verlichting, etc. Deze aanbidden weliswaar geen goden, maar zij geloven in zaken die welhaast goddelijke eigenschappen bezitten. De markt – een deus ex machina in optima forma – zou als vanzelf welvaart, vrede en welzijn voor iedereen produceren.
En voor aanhangers van de Verlichting is het menselijk verstand de maat van alle dingen die goed zijn in deze wereld. Dat Auschwitz ook aan een menselijk brein is ontsproten, is een uitzondering die de regel bevestigt.
En tenslotte is er een hele grote gemeenschap die nergens meer in gelooft. Nihilisten. Ze hebben weliswaar geen kerk, geen kerkleider, maar ze geloven allemaal in het grote niets. Niets van waarde, niets dat zin geeft.
Enfin, als je een wat bredere definitie van religie hanteert, dan zie je alleen maar een leegloop van de kerkelijke instituties, maar tegelijkertijd een enorm spectrum aan nieuwe kerkjes en geloofjes ontstaan.
De niet-religieuze mens is naar mijn mening een contradictio in terminis. Men is op zijn minst een seculier gelovige, een ietsist of een nihilist. Maar iedereen gelooft ergens in of is ergens ‘heilig’ van overtuigd. En iedereen is op den duur geneigd te gaan zoeken naar medestanders. En zo ontstaan nieuwe vormen van religie.
We komen hier wel leuk met eigen meningen, en dat is prima natuurlijk.
maar dit onderzoek is wetenschappelijk.
Mij lijkt het ook erg moeilijk om zulke complexe materie als sociale wetenschap wiskundig te bewijzen.
Maar misschien niet onmogelijk.
Als je hier kritisch op wilt zijn, zul je dat wetenschappelijk moeten aanpakken, en hun studie resultaten als onjuist bewijzen.
zolang dat niet lukt, hebben ze het voordeel van wetenschappelijk bewijs, en moet je dit toch serieus nemen.
Ik las in een gedeelte van de studie dat het kantelmoment in het jaar 2024 valt. ( in Nederland )
het moment dat er minder dan 50% gelovigen zijn.
En dat het dan voor hun maatschappelijk steeds moeilijker word zich staande te houden.
Lijkt mij een redelijk verhaal.
Het zal niet door overtuiging komen, maar door maatschappelijke druk, dat religie uit zal sterven.
Ik had het liever door overtuiging zien gebeuren, maar ben al heel blij met dit resultaat.
🙂