Vechten met roze bokshandschoenen – Gender, religie en kickboksen
Vechten met roze bokshandschoenen
Gender en religie bij Marokkaans-Nederlandse kickboksters
Guest Author: Jasmijn Rana
In 2008 ontmoette ik Halima. Halima is 16 jaar en heeft Marokkaanse ouders. Ze is zelf in Nederland geboren en heeft twee nationaliteiten. Ze spreekt voornamelijk de Nederlandse taal, ook thuis, tegelijkertijd voelt ze zich ook Marokkaanse. Halima is praktiserend moslima, hetgeen zich onder meer uit in het dragen van een hoofddoek. Ze participeert sinds anderhalf jaar in kickbokstrainingen en heeft de ambitie om ook wedstrijden te vechten. Ze traint liever niet met jongens samen en volgt daarom ‘ladies-only’ trainingen. Toch draagt ze ook in de les een hoofddoek. Als ze eenmaal in een kickboksgala meedoet, waar altijd mannen aanwezig zijn, zal ze namelijk ook een hoofddoek willen dragen. Op deze manier oefent ze er alvast mee. Tijdens de trainingen draagt ze roze handschoenen, roze scheenbeschermers en een roze broekje. Onder haar zwarte hoofddoek draagt ze een roze onderdoek, waarvan je het voorste stukje op haar voorhoofd ziet. Bovendien draagt ze onder haar roze broekje een zwarte legging, zodat ook daar geen bloot te zien is. In haar uiterlijk, maar zeker ook in haar gedrag, draagt zij ideeën uit over vrouwelijkheid, etniciteit en religie.
Halima is geen uitzondering. In haar buurt is een groei te zien van het aantal meisjes dat kickbokst, een groei in het aantal lessen dat wordt gegeven en het aantal settings waar de sport werd aangeboden. Ook in andere buurten (in verschillende steden) waar veel migranten(kinderen) wonen, is een groei van het aantal kickboksscholen zichtbaar, terwijl ook buurthuizen vaker vechtsporten aanbieden. Vooral allochtone jongens en meisjes en autochtone jongens kiezen vaak voor vecht/verdedigingssporten. Opvallend is vooral de toename van de lessen waar ook, of uitsluitend, dames welkom zijn. Vooral jonge meiden zijn vaak actief betrokken bij deze activiteiten. Ze nemen deel aan zelfverdedigingssporten zoals karate en taekwondo, maar ook aan vechtsporten zoals kickboksen. Dat een vrij groot aantal meiden van Marokkaanse achtergrond kickbokst, gaat in tegen de gangbare beeldvorming. Dat roept de vraag op wat de achtergronden van deze meisjes zijn en vooral wat hen beweegt om voor deze sport te kiezen. De dagelijkse praktijken van deze meisjes laten zien hoe zij omgaan met thema’s als vrouwelijkheid, lichamelijkheid en religie. Hoe motiveer je als vrouw je keuze voor een ‘mannelijke’ sport? En hoe beargumenteer je deze sportkeuze tegenover je ouders en je religie?
Ladies Only
Er is in de geschiedenis een scheidslijn te zien tussen sporten voor mannen, en sporten voor vrouwen. De vraag of een sport geschikt was voor vrouwen lag aan de (wel of niet gracieuze) bewegingen van de sport. Kickboksen staat niet bekend om zijn gracieuze bewegingen, maar juist om zijn ruwe en gewelddadige schoppen en stoten. Net als andere vechtsporten wordt kickboksen daarom altijd al gezien als een typische mannensport. Deze stereotypering bestaat (nog steeds) bij veel mannen en vrouwen, van verschillende achtergronden en generaties. Het gewelddadige karakter van de sport wordt vooral als mannelijk gezien, omdat het voor vrouwen niet gepast zou zijn om een ander moedwillend pijn te willen doen. Veel meisjes zijn het eens met deze stelling en kiezen ervoor om alleen te trainen, en geen wedstrijden te doen. Toch wordt ook vaak expliciet benadrukt hoe heerlijk het is om al je agressie en frustratie op een bokszak los te laten. En ook ouders geven aan dat ze blij zijn dat hun dochter is gaan trainen, omdat ze nu minder agressief zijn in huis.
Kickboksende meisjes zijn zich er van bewust dat ze een ‘mannelijke sport’ doen en kennen de vooroordelen die ermee gepaard gaan. Ondanks de vaak stoere reacties hierop zijn sommigen ook bang voor ‘manwijf’ of lesbienne uitgemaakt te worden. Als kickboksende vrouw tussen de mannen moet je behalve over een lichamelijke conditie en kracht dus over behoorlijk wat zelfvertrouwen beschikken. Hoewel de vrouwen die niet in gemengde lessen trainen, zich niet direct hoeven te bewijzen tegenover mannelijke tegenstanders, hebben ook zij te maken met de stereotyperingen omtrent vechtsport. Op school, thuis en op straat worden ze hiermee geconfronteerd. Vechtsporten heeft de reputatie, net zoals voetbal bijvoorbeeld, mannelijke lichaamskenmerken op te leveren. Meer dan zwemmen of tennis, terwijl die ook vaak vergelijkbare fysieke effecten hebben. De sport wordt voor vrouwen daardoor vaak gepromoot met andere kenmerken van de sport, zoals dat je jezelf leert verdedigen. Door de collectieve ideeën die bestaan over mannelijkheid en vrouwelijkheid, en sporten die daarbij zouden passen, bieden sportscholen aangepaste lessen aan zoals ‘ladies-only’ lessen en Boks & Fun. Het ruwe karakter van de sport wordt zo afgezwakt. Veel meisjes kiezen deze aangepaste lessen juist uit vanwege deze ‘vrouwelijke touch’. De dames willen graag afvallen en ‘gezellig een uurtje bewegen’, en niet per se hun agressie kwijt of kunnen vechten. Ze behouden bij het sporten graag hun vrouwelijke karakter en bijbehorende lichaamskenmerken. Ook de posters en flyers voor damestrainingen promoten juist de vrouwelijke voordelen van het kickboksen. Als we de dames op kickboksposters en flyers moeten geloven, krijg je van kickboksen een slanker en strakker lichaam. De vrouwen kijken wel altijd stoer en alsof ze ieder moment kunnen aanvallen. Veel meiden vallen voor het ideaal van de slanke dame in roze op het affiche. Zo wordt in de kleedkamer het gewicht veelvuldig besproken. Elke week een kilo erbij of eraf, of weer een nieuw dieet uitgeprobeerd, iedereen is van elkaars vorderingen op de hoogte. Veel van de meisjes noemen ‘gewichtsverlies’ als reden dat ze zijn gaan kickboksen. Ze doen heel erg hun best om zo vrouwelijk mogelijk over te komen. Dit gebeurt in verschillende ‘mannelijke’ sporten, en vooral jonge vrouwen houden zich hier veel mee bezig. Dit merk je vooral in gemengde lessen. Als een meisje samen met een jongen traint, dan doet het meisje alsof ze heel hard is, maar zodra de oefening over is, lacht ze vriendelijk en maakt een speels grapje. Een bijkomende reactie hierop is het tonen van vrouwelijkheid via het uiterlijk. Ook dit heeft al een lange traditie. In sporten voor mannen wordt ‘mannelijkheid’ historisch gezien gepromoot en ‘gevierd’ door de media en overheid. Vrouwelijke sporten werden door deze tendens ook op hun vrouwelijkheid beoordeeld.
Zowel de meisjes die ik heb gesproken in de gemengde lessen als in de ‘ladies-only’ lessen doen hun best om een vrouwelijk uiterlijk te creëren. Roze is bijvoorbeeld een erg populaire kleur als het om kleding, handschoenen en scheenbeschermers gaat. En hoewel lang haar onpraktisch is, zijn er maar weinig meisje die het voor hun sport afknippen. Ook zorgen de meeste dames ervoor dat ze goed gekleed en gekapt de sportschool in en uitlopen, vooral als het mooi weer is. Toen er in Amsterdam een professionele fotograaf langs kwam, riep een van de meisjes: ‘Wacht ik doe nog even wat lipgloss op!’ Dit wordt ook wel ‘the feminine apologetic’ genoemd: het idee dat vrouwelijke sporters aantrekkelijk moeten zijn voor mannen om hun participatie in bepaalde sporten te legitimeren. Dit fenomeen is niet uniek in de sport, maar wordt bijvoorbeeld ook gesignaleerd in de zakenwereld.
De meiden zijn wel ook trots dat ze een ruwe sport beoefenen, omdat je je mannetje staat, je laat niet over je heen lopen. Ook zijn ze trots op de blauwe plekken, zoals blijkt uit dit stukje dialoog dat plaatsvond na een training in de kleedkamer:
Halima: Ah lekker! Ik ben kapot!
Aziza: Zo, anders ik wel. Die elleboog van jou was echt niet normaal hoor?
Halima: Elleboog?
Aziza: Ja elleboog ja! Je blokte mijn knie met je elleboog! Dat wordt zéker een blauwe plek. Hier kijk.
(Aziza stroopt haar legging omhoog en laat haar knie zien, die een beetje rood is.)
Halima: Ach man, dat is niks. Kijk, dit zijn blauwe plekken. Dit (laat haar bovenarm zien), dit (laat haar dijbeen zien).
(Trainster Mounia komt binnenlopen en lacht om het gesprek. Ze tilt haar knie op en wijst op haar scheenbeen.)
Mounia: Kijk, zo kan het ook. Geen blauwe plekken. Jullie moeten nog hard worden. En gewoon beter verdedigen.
Dit citaat laat zien dat het de kickboksters niet alleen gaat om de vrouwelijke aspecten van de sport. Ook het hard worden spreekt ze aan. Er wordt niet gezeurd over de pijn, maar eerder opgeschept over hoeveel pijn iemand kan verdragen.
Bescheidenheid en ingetogenheid
De vrouwelijkheid die gepromoot wordt op de posters voor ‘ladies-only’ trainingen, wordt op zodanige manier toegepast op het lichaam dat het nog strookt met wat er binnen de kring van de meisjes acceptabel is. Je hoeft niet per se een topje aan te trekken om je vrouwelijkheid te accentueren. Halima bijvoorbeeld, bedekt haar hele lichaam, maar accentueert het wel met roze elementen. De meeste meisjes dragen een T-shirt dat de schouders bedekt. Vaak zit daar zelfs nog een hemdje onder, dat in de broek gestopt wordt om een blote rug te voorkomen. Het is te kort door de bocht gezegd dat de meisjes dit doen omdát ze islamitisch zijn. We kunnen dit beter beschouwen als een habituele handeling die terug is te voeren op religie. Ook Marokkaans-Nederlandse meisjes die zich niet sterk identificeren met de islam hebben vaak deze gewoontes. Zo ook Souad, een 21-jarige hbo-studente. Ze is moslim, maar praktiseert haar geloof, naar eigen zeggen, niet ‘100%’. Ze draagt geen hoofddoek, bidt niet dagelijks en doet ‘wel eens dingen die God verboden heeft, zeg maar’. Op een dag zag ik haar naar de gymzaal toe lopen met een sjaal om haar bovenlijf gewikkeld. Om bij de gymzaal te komen moest ze door een korte gang waar de (mannelijke) eigenaar van de gym nog stond te praten met de trainster. Achteraf legde ze uit dat ze een sjaal omsloeg omdat ze het ‘niet zo netjes’ vond om langs hem te lopen met ‘zo’n strak truitje’. Bescheidenheid en ingetogenheid zijn voor haar een vanzelfsprekend onderdeel van lichamelijk handelen. Deze bescheidenheid en ingetogenheid zijn volgens velen voor vrouwen ook door de islam voorgeschreven. Deze modesty is een veel bestudeerd onderwerp op het gebied van gender en islam. Het gaat hierbij behalve om het dragen van (in een bepaalde mate) bedekkende kleding bijvoorbeeld ook om het niet in de ogen kijken van mannen. Ook dit zijn habituele handelingen, die vaak worden teruggevoerd op religie.
De eerste sociaal-wetenschappelijke studies naar sport en sportparticipatie hadden vaak een etnocentrische invalshoek. Daar zijn vooral stereotyperingen uit naar voren gekomen zoals ‘Aziaten zijn niet geïnteresseerd in sport’ of ‘islamitische meisjes mogen van hun ouders niet sporten. De identiteitsvorming van islamitische meisjes moet echter breder onderzocht worden. Zij zijn soms minder geneigd zich te identificeren met de etnische groep, maar in eerste plaats vaak met religie, dus in dit geval als moslima. De ouders van bijvoorbeeld Marokkaans-Nederlandse meisjes zijn bijvoorbeeld niet gewend te sporten. De islam biedt deze meisjes echter juist handvatten om te sporten, omdat de religie voorschrijft dat lichamelijke beweging gezondheidsvoordelen oplevert. Vooral in Iran is dit goed te zien, waar vrouwen steeds vaker (gescheiden) sporten, en dit zelfs gestimuleerd wordt met verwijzing naar de Koran. Paardrijden is om die reden een populaire sport in Iran. Ook op verschillende webfora wordt de discussie naar voren gehaald of vrouwen wel of niet zouden mogen sporten volgens de islam. Vaak gaat het daarbij of het toegestaan is om gemengd te sporten of dat het beter is alleen met vrouwen te sporten. Vaak zijn deze gesprekken praktisch van aard, en worden er tips over kleding uitgewisseld en adressen waar je lange kickboksbroeken kan kopen. Een ander punt dat vaak terugkomt in discussies is de vraag hoe om te gaan met muziek tijdens een sportles. Sommige discussies gaan dieper en verwijzen naar de teksten. Een veel gehoord voorbeeld is de beschreven hardloopwedstrijden tussen profeet Mohammed en zijn vrouw Aicha. Een discussie waar zowel vrouwen als mannen zich in bevinden gaat over de vraag of kickboksen überhaupt wel toegestaan is in de islam. De antwoorden variëren van persoonlijke meningen en ervaringen tot citaten uit de koran en hadith. Volgens de overleveringen zou het niet toegestaan zijn om andere of jezelf letsel aan te brengen, en al helemaal niet om iemand in het gezicht te slaan. Veel mensen kiezen er daardoor voor om alleen te trainen, en geen wedstrijden te vechten. Veel trainingen voor beginners en ook sommige gevorderde ladies-only lessen, gaan uit van oefeningen zonder in het gezicht te slaan. Ook het sparren gebeurd zonder het gezicht te raken. De meisjes die dit wel doen, beargumenteren hun keuze door te wijzen op het feit dat beide personen in het gevecht hier vrijwillig voor gekozen hebben.
Opvallend is echter dat de sportende meisjes zelf, ook als ze zich nadrukkelijk als moslima identificeren, deze discussies niet vaak voeren in en rondom de sportschool. Ze hebben de keuze al gemaakt, voordat ze de eerste training begonnen. Wel gaan er heel veel gesprekken over het sporten als moslima. Dus als je sport, hoe doe je dat dan? Sommige meiden laten daarmee heel bewust zien dat het goed mogelijk is om tegelijkertijd te kickboksen én moslima te zijn.
Tot slot
Kickboksende dames, met verschillende etnische of religieuze achtergronden, hebben te maken met de stereotypering van kickboksen als mannensport. Zij moeten zich derhalve verdedigen voor de sport die ze uitoefenen. Daarbij bevinden de meisjes zich in een levensfase waarbij zij hun vrouwelijkheid ontwikkelen en tegelijkertijd de grenzen van het gezag van ouders opzoeken. De meiden identificeren zich soms met het harde karakter van de sport, maar hopen tegelijkertijd ‘vrouwelijke’ lichaamskenmerken te verkrijgen met de sport en benadrukken deze vrouwelijkheid juist via gedrag en kleding. Tegelijkertijd performen zij deze vrouwelijkheid zodanig dat het strookt met de normen en waarden die ze van huis uit hebben meegekregen. Daarbij komt dat Marokkaans-Nederlandse meisjes en hun islamitische ouders vaak minder moeite hebben met kickboksen, omdat het een sport is waar meisjes gescheiden kunnen trainen en geen (niet-bedekkende) kleding hoeven te dragen die de vrouwelijke vormen accentueert. De populariteit van kickboksen onder Marokkaans-Nederlandse meisjes, en ladies-only lessen in het bijzonder, maken duidelijk dat deze groep meisjes de bestaande stereotyperingen kunnen weerleggen.
Jasmijn Rana voerde in opdracht van Forum onderzoek uit naar kickboksende Marokkaans-Nederlandse meisjes. Onlangs verscheen bij Boom Lemma Uitgevers ‘Chicks, Kicks & Glory. De betekenis van kickboksen voor Marokkaans-Nederlandse meisjes’.
Zij begint in oktober 2011 aan haar promotieonderzoek Young Muslim women in combat sports: Tensions and connections, aan de Berlin Graduate School for Muslim Cultures and Societies, Freie Unviersität Berlin.