Huwelijksdwang – Migratie, Discriminatie en Symboolwetgeving
Met Gastauteurs: Edien Bartels en Oka Storms
Het kabinet, in de vorm van staatssecretaris Teeven, ministers Leers en Donner, heeft in de week van 23 april een tweetal wetsontwerpen ingediend gericht op het bestrijden van huwelijksdwang. Afgelopen week stond dit onderwerp weer in de aandacht vanwege het kamerdebat over huwelijksdwang, vrouwenbesnijdenis en polygamie. Met betrekking tot huwelijksdwang wordt speciale aandacht besteed aan neef-nicht huwelijken. Sinds 1970 is het sluiten van een huwelijk met een verwant in de derde en vierde graad niet meer verboden in Nederland. Dit geldt voor alle westerse landen, behalve in ongeveer de helft van de staten in de USA waar een huwelijk met een verwant, derde en vierde graad, wel is verboden. Opmerkelijk is dat daar andere argumenten een rol spelen; het gaat daar om medische argumenten die door kenners als niet houdbaar worden gekwalificeerd. Waarom dan een verbod op dergelijke huwelijken in Nederland?
Het Wetsvoorstel
Het voorgestelde verbod op huwelijken met een verwant geldt zowel voor Nederlanders van autochtone afkomst als van allochtone afkomst. Maar het nieuwe wetsontwerp wordt gemotiveerd vanuit huwelijksdwang onder de nieuwe generatie van migrantenafkomst die een migratiehuwelijk willen aangaan. Daarbij baseert het kabinet zich op onze studie uit 2005 waarin onder andere wordt gesteld dat huwelijksdwang in geval van verwantschap van partners waarschijnlijk vaker zal voorkomen dan wanneer er geen verwantschap is. In diezelfde studie wordt ook aangegeven dat het hier om een vermoeden gaat omdat cijfers ontbreken en moeilijk naar boven te halen zijn. Een duidelijke omschrijving van dwang is evenmin te geven. Is sociale controle een vorm van dwang? Of is er van dwang alleen sprake wanneer er sancties aan partnerkeuze worden verbonden? Bovendien wordt nadrukkelijk gesteld dat gedwongen huwelijken afnemen. Dit wordt ook bevestigd in de verwerkte literatuur. In 2008 hebben we in Amsterdam onder verschillende groepen bewoners van migrantenafkomst een volgend onderzoek verricht naar partnerkeuze waarin ook gekeken is naar huwelijksdwang. Uit deze laatst genoemde studie komt tevoorschijn dat de trend van afname doorzet en dat het steeds vanzelfsprekender is dat deze jongeren zelf hun partner kiezen. Er komen ook steeds meer etnisch gemengde huwelijken en migratiehuwelijken worden meer en meer afgewezen omdat partners van het land van herkomst steeds meer worden ervaren als ‘van een andere cultuur afkomstig’. Dit wordt bevestigd door de cijfers. Het aantal migratiehuwelijken, tussen in Nederland woonachtige jongeren met een partner uit het herkomst land van hun ouders, is sterk afgenomen.
Waarom dan toch strafbaar stellen van consanguine huwelijken, huwelijken tussen verwanten, op basis van vermoedens uit een onderzoek van 2004-2005? In dat onderzoek werd immers juist aangegeven dat er een afnemende trend is die ook nog eens bevestigd is via onderzoek in 2008 en de cijfers van afname van migratiehuwelijken. Had het kabinet geen andere klussen dan huwelijkswetgeving om te stigmatiseren, of zoals de Volkskrant (24.3.2012. p.12) stelt: “Dat dit nagenoeg het enige bericht was waarmee de ministerraad vrijdag naar buiten kwam, lijkt te bewijzen dat het regeren op een laag pitje is gezet.”
Symboolwetgeving
Het voorstel van het oude kabinet komt neer op stigmatiserende symboolwetgeving over de rug van vrouwen. Er zal dispensatie gegeven worden wanneer blijkt dat er geen sprake is van dwang. Een dergelijke uitsluitingsclausule of omzeilingsclausule moet er wel in opgenomen worden omdat, zoals gemeld wordt, neef nicht huwelijken ook in Nederland van oudsher voorkomen en naar verwachting blijven voorkomen. Dergelijke huwelijken worden ook niet in strijd geacht met de Nederlandse rechtsorde zoals in de brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer wordt gemeld. Huwelijken tussen verwanten worden alleen verboden omdat het vermoeden bestaat dat de kans dat het dan zou gaan om gedwongen huwelijken, groter is. De bewijslast wordt hier wel omgedraaid. Er moet bij het aangaan van het huwelijk een verklaring afgelegd worden over eventuele bloedverwantschap. Is dat het geval dan kan er toch nog wel gehuwd worden na een verklaring onder ede waaruit blijkt dat het geen gedwongen huwelijk is.
Kortom: in geval van huwelijken tussen neef en nicht moet bewezen worden dat het niet gaat om dwang terwijl dat in geval van huwelijken tussen niet-verwanten niet ‘bewezen’ of apart verklaard hoeft te worden. Omdat voor alle huwelijken die in Nederlands gesloten worden geldt dat er door de partners aan de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt uitgesproken dat men in het huwelijk WIL treden, “Ja ik wil”, gaat het hier om een extra verklaring. Met andere woorden: een huwelijkspraktijk waar al tijden juridisch en moreel niets mis mee is, wordt nu alleen bij migranten gecriminaliseerd. Deze huwelijken zijn verdacht op basis van vermoedens, die inmiddels ter discussie staan en naar het zich laat aanzien achterhaald zijn, maar nooit onderzocht zijn. Voor allochtonen die met een verwant in de derde of vierde graad willen huwen, moet er dus twee maal verklaard worden dat men een huwelijk uit vrije wil aangaat: in een beëdigde verklaring en voor de ambtenaar. Mensen die met een niet-verwant huwen kunnen volstaan met slechts één verklaring voor de ambtenaar: ‘Ja ik wil’.
Een ander argument dat het hier gaat om symboolwetgeving is het feit dat neef nicht huwelijken in het buitenland gesloten, in Nederland erkend worden. Nederland wenst zich uiteindelijk niet buiten de internationale rechtsorde te plaatsen. Mensen die verwant zijn en willen trouwen kunnen dus in België of Duitsland terecht en waarna ze in Nederland hun huwelijk zonder problemen kunnen laten erkennen.
Tegen huwelijksdwang
Dat neemt niet weg dat maatregelen tegen huwelijksdwang genomen zouden moeten worden. In 2009 is er vanuit de Europese Unie veel aandacht aan huwelijksdwang besteed, ook in Nederland. Er zijn voorlichtingscampagnes geweest en er zijn meldpunten ingesteld. Er is discussie geweest over strafbaarstelling. In het Verenigd Koninkrijk is er een speciale vorm van hulpverlening, de forced marriage unit, in de meeste andere landen van Europa wordt de strijd tegen gedwongen huwelijken gevoerd via vrouwen- en migrantenorganisaties cq. meldpunten. In Nederland was een tussenvorm ontwikkeld met een steunpunt in Marokko en initiatieven tot uitbreiding voor Turkije. Maar het programma eer gerelateerd geweld is geëindigd en migrantenorganisaties worden gekort. De subsidie voor het SSR steunpunt in Noord-Marokko is afgestemd in de Tweede Kamer. Welk model Nederland ook kiest om huwelijksdwang tegen te gaan, het VK model met centrale unit, het model van verspreidde initiatieven door particuliere organisaties, of een tussenvorm, op dit moment is er niet veel meer over van het elan, de initiatieven en mogelijkheden tot bestrijding. Ondertussen gebruikt het kabinet huwelijksdwang als argument om migratiepolitiek te voeren.
Edien Bartels
Oka Storms
Martijn de Koning
Dr. Edien Bartels, is onderzoek aan de Vrije Universiteit en deed onder andere onderzoek naar gedwongen huwelijken en partnerkeuze. Dr. Martijn de Koning is onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen en deed onder andere onderzoek naar partnerkeuze en gedwongen huwelijken. Momenteel is hij bezig met onderzoek naar Salafisme. MSc. Oka Storms is eveneens verbonden aan de Vrije Universiteit als onderzoeker en deed onder andere onderzoek naar partnerkeuze. Momenteel werkt zij samen met Edien Bartels aan onderzoek naar consanguine huwelijken.
2 Responses
[…] alleen voor migranten) toejuichte. Jammer genoeg werd deze kwalijke onzin niet weersproken (zie Bartels en Storms) hoewel het duidelijk was dat de voorkeur van andere geïnterviewden meer uit ging naar […]
[…] Egypte geeft Andrea B. Rugh in haar boek Family in Contemporary Egypt, 1985 AUC Cairo/New York • VU-wetenschappers over de wetgeving tegen huwelijksdwang • OM-aanwijzing huwelijksdwang • Femmes for […]