Tour du Ramadan
Afgelopen weken was er weer het prachtige schouwspel van de Tour de France. Renners die, al dan niet met doping, zich het leplazarus fietsen, her en der een elleboogstoot uitdelen, levensgevaarlijke afdalingen induiken, zich zo inspannen in de brandende zon dat ze zowel van binnen als van buiten verschroeien, onzacht in aanraking komen met het asfalt, enzovoorts. Maar vooral strijd leveren op de fiets. I love it. Toen ik vorige week op Facebook vroeg wat de overeenkomsten waren tussen de Tour de France en de vasten tijdens Ramadan, kwamen daar interessante reacties op. Natuurlijk is er meer over beide fenomenen te vertellen dan deze vergelijking, maar het idee van een beproeving is toch wel centraal in de beleving van veel mensen die ik door de jaren heen gesproken heb.
Echt renner
Je bent pas prof als je de Tour rijdt/hebt gereden zei Eddy Planckaert in het RTL programma Tour du Jour. Met andere woorden je bent pas volledig als renner wanneer je je onderwerpt aan één van de meest zware regimes van de wielersport: de Ronde van Frankrijk. Daarvoor traint men, daarvoor bereidt men zich voor inandere zware wedstrijden, ja daarvoor gebruikt men zelfs ongezonde doping middelen en daarvoor hongert men zich uit. En als je je zo voldoende hebt afgebeuld, dan ga je je nog eens afbeulen in de Tour op een nog uitputtender niveau en als je het uitrijdt ben je pas echt wielrenner. Mooi is dat (echt waar!).
Daarbij doet men dat weliswaar deels uit vrije wil, maar deels ook omdat het moet. Waar de Tour misschien niet eens het zwaarste parcours heeft van alle wedstrijden (de Vuelta en de Giro zijn wel eens zwaarder op papier) is de vorm en de conditie van de belangrijkste renners zo hoog, hechten media en sponsors zoveel belang aan deze wedstrijd dat je wel gedwongen bent om er te staan: voor jezelf, je ploegmaten en de media. Als je geen kopman bent (en de meesten zijn dat niet) dan zijn het anderen die bepalen wat je moet doen en hoe je het moet doen. Als je wel kopman bent dan ben je nog steeds onderworpen aan het regime van de Tour organisatie, media, sponsors, enzovoorts.
Als renner onderwerp je je dus aan een regime van regels, praktijken en sociale druk die deels buiten jou vorm krijgt en je opgelegd wordt. Tegelijkertijd zet je zelf als renner ook die stap want je hebt het motto geïnternaliseerd dat dit de belangrijkste wedstrijd van het jaar is, dat je mee moet doen om echt renner te zijn. Zo onderwerp je je aan dat regime en aan de hiërarchie, internaliseer je die, draag je het uit en reproduceer je het dus.
Zo leert de Tour ons een belangrijke les over vrijheid, dwang, onderwerping en zelfrealisering. Je realiseert je doelen en je realiseert wie je graag zou willen zijn, door je te onderwerpen aan een bepaald geheel van regels, praktijken en hiërarchieën. Je denkt dat je dat zelf doet en dat is ook zo, maar tegelijkertijd komt dat regime tot stand zonder jou en zal het ook bestaan zonder jou. De condities die ervoor zorgen dat je onderworpen bent aan dit regime zorgen er ook voor dat je een handelend persoon bent die werkt aan zelfverwezenlijking.
Religie, onderwerping en zelfverwezenlijking: de Vasten
Religie is in feite ook zoiets. Een ‘grand regime’ waaraan je jezelf onderwerpt en waarbinnen je je leven wil inrichten en realiseren. De vasten is een mini-regime. Zeker bekeerlingen geven vaak aan dat, na de getuigenis, de eerste keer dat ze meedoen aan de vastenmaand ook het moment is waarop ze zich écht moslim voelden. Veel kinderen willen graag met de vastenmaand meedoen. Bij jonge kinderen wordt er dan vaak geoefend: een paar dagen of een weekje mogen ze meedoen en meer niet. Soms zorgen ouders ervoor dat ze dan nog wel drinken. In de puberteit verandert dit en worden ze toch wel geacht serieus mee te doen. Er zijn er die dan stiekem toch eten en drinken maar voor velen lijkt, zeker de eerste keer, vasten een serieuze aangelegenheid getuige ook de vele vragen over wat nu wel en niet mag tijdens de vasten.
Toen ik in juni voorafgaand aan de maand Ramadan in Engeland was, waren veel van mijn gesprekspartners al aan het ‘oefenen’ voor de Ramadan. Af en toe een dag vasten. Anderen deden dat wat regelmatiger en vasten bijvoorbeeld door het jaar heen met enige regelmaat op vaste dagen in de week. De laatste dagen voordat het Ramadan wordt, is er altijd (behalve onder Turkse moslims) enige onzekerheid over de precieze aanvang van die maand. De anticipatie, de verwachtingen en het verlangen naar het begin zoals dat uit verhalen van veel mensen duidelijk wordt, is nog het best te vergelijken met de geestdriftige onrust voor pakjesavond onder veel kinderen en volwassenen: het heerlijk avondje komt eraan!
De vasten is voor velen niet alleen religieus, maar ook een sociaal fenomeen. En voor enkelen telt alleen het sociale. Het gaat er niet alleen om je op en top moslim te voelen en te worden, maar ook om op en top deel uit te maken van de sociale kring waar je bij wil horen. Dat gaat gepaard met veel plezier, saamhorigheid en onderlinge steun, maar ook met problemen zoals concentratieproblemen tijdens werken en studeren, sommige mensen worden sjagrijnig als ze honger hebben (ik ook overigens ook!), en zeker nu met de hitte en de zeer lange duur van de dagelijkse vastentijd met het nodige gepuf, gesteun en geklaag.
Vrouwen nemen daarbij een bijzondere positie in. Op dagen dat zij menstrueren kunnen ze niet deelnemen aan de vasten en ook niet aan de speciale gebeden. Dit dienen zij later weer in te halen want ja ‘de vasten wacht op niemand’. Volgens sommigen is hun beproeving daarmee nog net even wat groter dan die van de mannen want tegelijkertijd wordt er natuurlijk wel van hen verwacht dat ze de heerlijkste gerechten op tafel zetten. Je wil daarbij natuurlijk ook weer niet van de daken schreeuwen dat je vandaag niet vast en zeker in Gouda heb ik gezien hoe creatief en sterk vrouwen met deze delicate kwesties omgaan, maar ook hoe zwaar dat emotioneel, spiritueel en fysiek voor hen kan zijn.
De politiek van het vasten
Tegelijkertijd speelt dit alles zich natuurlijk af in een bepaalde sociale en politieke context; in Nederland in een samenleving waarin sommige mensen uit islamofobische motieven niet heel veel op hebben met moslims en hen ronduit haten (en sommige moslims vice versa) en waarin anderen (moslims en niet-moslims) juist proberen de maand Ramadan (in het bijzonder de iftar-maaltijd) proberen in te passen in een seculier raamwerk van integratie en dialoog; de vasten is dan ook een maatschappelijk issue en een politiek issue. En niet te vergeten een commerciële zaak wat goed te zien is aan de Ramadanschappen in de supermarkten waarover overigens maar heel terughoudend geadverteerd wordt.
Maar ook het meer alledaagse niveau is van belang. Immers niet iedereen vast in dit land en soms zijn er aanpassingen nodig van die mensen om mensen die wél vasten tegemoet te komen en vice versa. Dat kan simpelweg gaan om afspraken wanneer te werken en dergelijke, maar soms kan de vasten ook irritaties opleveren op het werk en op school wanneer mensen minder geconcentreerd en productief zijn. Niets bijzonders. Ik durf de stelling wel aan dat ook WK/EK voetbal en de Tour leiden tot lagere productiviteit om nog maar even niet te spreken over Luilak, Carnaval, Sinterklaas en Kerst. Dat geeft ook niks maar het kan wel handig zijn als daar afspraken over worden gemaakt.
Daarnaast zijn er moslims en anderen die het recht claimen om publiekelijk niet te vasten. Said el Hajji schreef er vorig jaar over op De Jaap en ik heb er vorig jaar ook over geschreven en meer recent nog in het magazine MoslimVandaag (koop dat blad!). Ook dat kan de nodige spanningen oproepen zeker wanneer het over een weer (tussen mensen die vasten en niet-vasten) gemoraliseerd en gepolitiseerd wordt.
De Beproeving
Tot slot spelen natuurlijk ook gezondheidsissues een rol. Als je ziek bent hoef je niet mee te vasten, maar velen willen dat toch en soms tegen beter weten in. Maar zeker nu in de zomer met behoorlijke temperaturen en de lange tijd waarop mensen niet eten en drinken en is de vasten sowieso een Tour du Force. Het is dan ook goed dat artsen tegenwoordig adviezen geven voor de vasten, bijvoorbeeld voor mensen met diabetes. Maar dat de vasten zwaar is, dat hoort er voor velen bij. Net zo goed als dat de Tour de France niet haar reputatie heeft gekregen doordat het de makkelijkste koers onder de makkelijkste omstandigheden is, is de vasten ook bedoeld als beproeving.
Op die manier werkt de vasten net zoals trainen voor en het fietsen van de Tour, of het volgen van een pittige opleiding. Mensen stellen zich bloot, onderwerpen zich aan en conformeren zich aan een bepaalde discipline die hen fysiek, sociaal en spiritueel een bepaalde gewaarwording en virtuositeit brengt en hen socialiseert als renner, gelovige, deskundige, enzovoorts. Natuurlijk is de vasten geen wedstrijd wie de beste moslim is, maar het idee van een beproeving is voor velen wel centraal zo blijkt uit de verhalen en studies. Het ondergaan van die beproeving, het op de proef gesteld worden en jezelf op de proef stellen maakt de vasten tot wat het sociaal en spiritueel gezien is: een oefening in de toewijding aan God en aan je ‘eigen’ groep.
Een klein maar misschien belangrijk verschil tussen Ramadan en de Tour de France lijkt me, dat veel Arabische satellietzenders de weken na Ramadan talloze programma’s uitzenden die je helpen om af te vallen na de “vasten”.
Herkenbaar artikel. Een aantal jaren geleden werkte ik mee aan een tentoonstelling over vasten in het Amsterdam Museum, onder meer over vasten in de maand Ramadan. De zeven moslima’s die daaraan meededen waren allemaal bekeerd, en deden ook mee aan mijn promotie-onderzoek naar bekering tot de islam. Het idee van vasten als training kwam daarin naar voren maar ook het idee van trainen van te voren om een zo goed mogelijke ramadan te hebben. De publicatie is te downloaden van de site van Museum Ons’ Lieve Heer op Solder: http://www.opsolder.nl/nl/museum-publicaties.php
Wat me iets minder bekend voorkwam is dat bekeerlingen pas vasten in de maand Ramadan ná hun shahada: “Zeker bekeerlingen geven vaak aan dat, na de getuigenis, de eerste keer dat ze meedoen aan de vastenmaand ook het moment is waarop ze zich écht moslim voelden.” Mijn onderzoek wijst uit dat bekeerlingen vrijwel zonder uitzondering al minstens één keer gevast hebben in Ramadan vóór hun bekering. Het bleek vaak één van de eerste dingen te zijn die wordt uitgeprobeerd om te ervaren of (het praktiseren van) islam echt iets voor ze is en een duurzame keus kan zijn. Dit bij deze nog even als toevoeging.
Vriendelijke groet,
Vanessa Vroon-Najem