Waar ben ik beland?
Gastauteur: Jasmina Nellestijn
Ik ben nuchter, een tikkeltje naïef en gevoelig. De eerste huilbui kreeg ik pas drie dagen na het leegvegen van de pleinen Nahda en Rabaa. Mijn god, waar was ik nou toch weer in beland? Natuurlijk vond ook ik het al direct verschrikkelijk, net zoals iedereen die de beelden heeft gezien. Het besef dat je er echter zo dichtbij zit kwam alleen ineens, met een vertraging van drie dagen, aan met een mokerslag. Ik durfde al drie dagen niet naar buiten, had alle beelden inmiddels uitgebreid en herhaaldelijk gezien en zat in de woonkamer tegen de muren aan te staren. Of eigenlijk klom ik inmiddels tegen de muren op. Ondertussen een (terecht) bezorgde moeder die me om de 5 minuten een whatsapp stuurde of ik wel veilig was en thuis blijf. Na vijf keer hetzelfde antwoord was ik daar op dat moment ook wel even klaar mee. Ik trok het niet meer.
Toen ik in januari naar een land verhuisde dat zacht gezegd al behoorlijk chaotisch was, had ik niet kunnen vermoeden dat het van chaotisch naar zo bizar zou gaan. Het land waar ik mijn huidige man leerde kennen tijdens de revolutie. Waar wij samen op Tahrir Square stonden te demonstreren voor onze idealen en waar wij elkaar vonden. Het mooie Egypte. Als ik in Nederland vertelde dat ik daar ging wonen, dacht men dat ik in een piramide ging wonen met dertig kamelen. Want dat was ongeveer het algemene beeld. Egypte, piramides, kamelen, waterpijp, buikdansen, harems en woestijnarabieren. En dan na januari 2011 ook vlaggen zwaaiende Egyptenaren op een vol Tahrir plein erbij. Ik had zelf door mijn veelvuldige bezoeken en vrienden daar inmiddels al een heel ander beeld. Een prachtig land, liefdevolle mensen, geweldige humor en verrukkelijk eten. Maar ook met miljoenen meningen die eindelijk hardop werden uitgesproken, grote contrasten onderling en een hartverscheurende armoede. Een bevolking die decennia lang onderdrukt werd en waar mensenrechten nooit hoog op de agenda hebben gestaan. Een land waarover ik ook nooit de illusie heb gekoesterd dat het na januari 2011 opeens alles rozengeur en maneschijn zou zijn.
Inmiddels zullen de recente beelden ook Nederland wel veelvuldig hebben bereikt. In mijn straat was het beeld helaas niet anders. Demonstraties, tuig in de straat, traangas door de lucht, kogels op de achtergrond en rennende schreeuwende mannen met stokken en machetes. Ik kijk vol afschuw, maar kan niet wegkijken. Je kan niet bedenken dat je dat in je eigen straat ziet in plaats van op televisie over een land ver weg. Ik blijf uiteraard zo veel mogelijk binnen, internet en televisie 24/7 aan. En alhoewel ik weinig heb aan de Egyptische zenders blijf ik toch kijken. Vaste banners op de Egyptische televisiezenders met “Egypt against terrorism” en “Egypt under attack” en ondertussen promotiefilmpjes van het leger a la tour-of-duty-style maken het beeld soms zo bizar dat ik gewoon te geschokt ben om verder te zappen. En tsja, wat moet je de hele dag anders doen? Knutselen met lege glazen potjes had ik na één dag ook wel gezien.
Al voor 30 Juni was de sfeer gespannen. Want voor wie was je nou eigenlijk? En daarnaast, tegen wie ben je? De politiek speelt de afgelopen twee jaar overal in het dagelijkse leven een grote rol. Zelfs al zou je willen, je kan er moeilijk om heen. In de plaatselijke buurtsuper werd de vraag al gesteld of ik voor of tegen de Moslim Broederschap was. Op het antwoord ‘ik ben voor de goeies’ werd wat geschokt gereageerd. Wat bedoelde ik daar nou weer mee? Toen mijn man aan gaf dat hij een pakje sigaretten wilde werd er opgelucht gelachen door de winkeleigenaar en wat klanten. Oh gelukkig, geen Moslim broederschap was het antwoord. Ik ben benieuwd wat hij had gedaan als we hadden gezegd dat we voor Moslim Broederschap waren, zou hij ons dan niet geholpen hebben?
Onze vriendengroep is heel divers, van salafist tot atheïst en van conservatief tot homoseksueel. Want ja, zo divers kan Egypte ook zijn. Over het algemeen goed opgeleid en met goede banen. Maar sinds 30 juni verscheurd. Mijn twitter en facebook worden er vol mee gegooid, Morsi is de Arabische Hitler. Nee, Morsi is de Arabische Mandela. De meeste verbazingwekkende vergelijkingen worden getrokken en wee je gebeente als je het er niet mee eens bent. Ik kan inmiddels niet meer bijhouden wie nou voor of tegen wie is. Je hebt inmiddels pro-morsi, anti-coup, Salafisten, pro leger, tuig, third square (tegen zowel MB als leger). Sommige overlappen elkaar maar soms ook weer niet. Het is allemaal niet meer bij te benen. Het gaat van het ene uiterste naar het andere en de propaganda vliegt je om de oren, maar luisteren naar elkaar ho maar. Discussie voeren met ze hoef ik ook niet te proberen, want dat ik tegen MB en tegen leger ben gaat er moeizaam in. Eigenlijk wordt dat vooral weggelachen. Gekke buitenlander. Dus zit ik maar plomp verloren alles te lezen en te luisteren. Met mezelf discussie voeren is wat saai, maar mijn eigen kritische kijk houdt me wel nuchter. En in alle hysterie om mij heen heb ik dat soms hard nodig. Snap ik het nog allemaal? Nee. En degene die beweerd alles nog te snappen houdt zichzelf voor de gek of heeft een te simplistische kijk op alle gebeurtenissen.
Jasmina Nellestijn woont sinds januari 2013 in Alexandrië, Egypte, waar zij tijdens de revolutie haar huidige man ontmoette. In Nederland was zij ruim tien jaar werkzaam als ambulant hulpverlener in de jeugdhulpverlening en als projectleider (zzp). Momenteel is ze nog steeds werkzaam als projectleider en forumbeheerder van Marokko Media (marokko.nl). Via twitter @JasminaOnline probeert zij een beeld te schetsen van het soms chaotische leven in Egypte met een nuchtere blik vanuit de ervaring en kennis van twee werelden.
Very nice and lively written Jasmina
Leuk stuk Jasmina!!
Ik begrijp het ook allemaal niet meer.. Wie hoort nou bij wie? In de hele arabische lente weet je niet meer wie bij wie hoort. 😛 Gewoon meer waterpijp roken dan komt het allemaal wel goed haha.