Raciaal liberalisme – Het kwartet van Halbe Zijlstra
Er is veel gezegd over Halbe Zijlstra en zijn uitspraken over moslims. Hij zou willen profiteren van de xenofobie die onder meer door Wilders aangejaagd wordt. Maar zijn zijn uitspraken niet gewoon gemeengoed binnen het gehele politieke spectrum vanaf de jaren ’90 van vorige eeuw? Laten we eens kijken naar vier recente uitspraken, het kwartet, van Halbe Zijlstra.
Islam vs democratie
Begin jaren ’90 kwam VVD leider Bolkestein met zijn Luzern rede waarin hij de verenigbaarheid tussen islam en democratie in twijfel trok. Dat deed hij tegen de achtergrond van het einde van de Koude Oorlog, de zoektocht naar een nieuwe vijand en nasleep van de Rushdie-affaire.
In september 2015 geeft VVD-leider Halbe Zijlstra een interview aan de Telegraaf. Daarin lezen we onder meer:
Asielzoekers die zich schuldig maken aan geweld of intimidatie mogen nooit een verblijfsvergunning krijgen. VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra zegt te walgen van vluchtelingen die onze normen en waarden niet delen, maar er sharia-achtige opvattingen op nahouden.
„Die kunnen wat ons betreft meteen weer terug”, aldus de liberaal tegenover De Telegraaf. Onze liberale rechtsstaat zou door de komst van ultraconservatieve moslims onder druk komen te staan. „Asielzoekers die denken hier de sharia te kunnen invoeren, kunnen beter asiel aanvragen in een islamitisch land als Saoedi-Arabië”, stelt Zijlstra. „Voor ’shariazoekers’ is in Nederland geen plaats.”
[…]
Iedereen die hierheen komt, moet volgens Zijlstra „fundamentele Nederlandse normen en waarden” onderschrijven zoals vrijheid van godsdienst, gelijkheid tussen mannen en vrouwen en homorechten.
In dit stuk reduceert Zijlstra, onterecht, asielzoekers tot moslims en reduceert, onterecht, sharia tot geweld en intimidatie. Hij verbindt ultraconservatieve moslims met shariazoekers terwijl ook die zaken weinig met elkaar te maken hoeven te hebben. En hij vindt dat een ieder die hierheen komt de ‘fundamentele Nederlandse normen en waarden’ moeten onderschrijven. Dat gaat dus niet per se om gedrag maar ook om gedachtegoed; in feite pleit Zijlstra voor een gedachtenpolitie die mensen uitsluit op basis van een specifieke lezing van islam.
Het onderscheid dat Zijlstra hier maakt verwijst ook naar het onderscheid tussen vluchtelingen die opvang verdienen (‘echte’ vluchtelingen) en degenen die onze weledele barmhartigheid niet verdienen (‘economische’ vluchtelingen, gelukzoekers en hier specifiek degenen die onze normen en waarden niet delen). Het onderscheid is staand beleid behalve dat in principe niet geselecteerd wordt op politieke en religieuze opvattingen.
Cosmetisch liberalisme
In de context van de migratiecrisis in de jaren negentig kwam het idee op dat de opvang sober doch humaan moest zijn. Geen tierelantijnen voor vluchtelingen.
In oktober 2015 geeft Zijlstra een interview aan het AD. Daarin zegt hij onder andere:
Halbe Zijlstra wil sober bestaan voor vluchtelingen – AD.nl
Zijlstra: ,,Ooglidcorrecties, borstverkleiningen of -vergrotingen, complete tandrenovatie, dat soort zaken: echt niet.” De VVD wil dat een bijstandsuitkering verleden tijd is voor mensen met een voorlopige verblijfsvergunning. Zij worden gelijkgeschakeld aan asielzoekers die nog in procedure zijn. Zij moeten een ,,zuinig leefgeld” krijgen voor eten en kleding. Er moet een ‘sober dak’ boven hun hoofd komen.
Het aanvragen van asiel is een mensenrecht, maar Zijlstra wil Nederland onaantrekkelijk maken voor vluchtelingen. De verwijzingen naar plastische chirurgie stonden al op de site van de VVD, en Zijlstra liegt hier gewoon; er is geen sprake van dat asielzoekers meteen aanspraken kunnen maken op medische ingrepen (tenzij natuurlijk noodzakelijk voor leven en gezondheid). Maar het onderscheid tussen ‘echte’ en ‘economische’ vluchtelingen is ook niet zo scherp; dat moet voortdurend opnieuw gedefinieerd en gelegitimeerd worden. Dat is wat Zijlstra hier, met behulp van leugens, doet.
‘Afstand nemen’
Na de aanslagen in Parijs in november vorig jaar kwamen tal van islamitische organisaties razendsnel met publieke veroordelingen van die aanslagen. Niettemin wist VVD-leider Zijlstra in het debat in de Tweede Kamer op te merken dat hij gehoord had van ‘schandelijke reacties’ uit de moslimgemeenschap op Facebook en dat hij van zijn fractiemedewerkers had vernomen dat jongeren de minuut stilte zouden hebben verstoord met leuzen. Volgens hem bewees dat de problematische integratie van tweede en derde generatie moslims in Nederland.
Hij negeert hier dus de stem van de islamitische organisaties, kiest die stemmen die hem politiek uitkomen en stelt vervolgens vraagtekens bij de integratie van moslims. Alsof tweede en derde generatie zouden moeten integreren. Een dergelijk commentaar zul je hem niet horen maken over witte anti-asiel activisten die politici bedreigen of AZC’s en asielzoekers aanvallen.
Met andere woorden hij legt de ene groep Nederlandse burgers andere normen op dan de andere groep op basis van afkomst en religie. Is dat niet het hele principe van het integratiebeleid? Dat hij alle moslims (zelfs degenen die hier nog niet zijn) verbindt met degenen die aanslagen plegen door ze verdacht te maken is evenmin nieuw. Tal van politici en opinieleiders gingen hem voor.
Geracialiseerd Nederlanderschap
Afgelopen week gaf Zijlstra een interview waarmee hij zich nadrukkelijk in de lijn van Bolkestein en (zonder hem te noemen) Fortuyn plaatst. Hij vindt dat tolerantie goed is, maar dat dat teveel en te vaak leidt tot een verlies aan ‘onze eigen waarden’. Hij stelt daarin ‘ons’ voor als wit en christelijk-seculier bijvoorbeeld door de suggestie af te wijzen van schoolbesturen om Tweede Pinksterdag in te ruilen voor Eid al Fitr, het Suikerfeest. Volgens hem hoort dat niet bij ‘onze’ waarden. Dat is een heldere boodschap aan moslims. U hoort er niet bij en uw pogingen om er wel bij te horen zijn niet acceptabel.
Hij neemt het, nogal paternalistisch, moslims niet kwalijk. Die kunnen niet anders dan redeneren vanuit eigen waardenpatroon. Daarmee legt hij moslims zijn definitie van moslimidentiteit en islam op: moslims doen en laten de dingen die ze doen en laten omdat ze moslim zijn en wat ze doen is islam. Althans de negatieve zaken.
Hij pleit ervoor de wet op de kerkgenootschappen aan te pakken die een clausule hebben die het moeilijk maakt religieuze organisaties aan te pakken. De clausule is nooit gebruikt en de meeste moskeeën staan niet geregistreerd als kerkgenootschappen (hoewel ze desalniettemin wel als zodanig behandeld kunnen worden), maar dat deert Zijlstra niet. Integratie is in Zijlstra’s verhaal geen langzaam, moeizaam en soms pijnlijk proces van inburgering en aanpassing meer, maar een eis tot assimilatie aan een ideaalbeeld van liberalisme.
Iedereen die de laatste integratienota van dit kabinet heeft gelezen ziet dat daarin ook al staat dat minderheden ‘onze’ normen en waarden niet alleen moeten accepteren maar zelfs internaliseren. Ook hier begeeft Zijlstra zich eigenlijk niet buiten de bestaande kaders die gemeengoed zijn voor het kabinet en vrijwel alle politieke partijen.
Iedereen is vrij, maar…
De liberale vrijheden gelden niet voor mensen omdat ze mensen zijn, maar moeten verworven worden. Niet door witte ingezetenen, maar door islamitische buitenstaanders die echter niet anders kunnen dan illiberaal zijn vanwege hun islam en sharia. De toon (jaja) van Zijlstra is hier ook van belang. De toon van het debat wordt nogal eens kunstmatig gescheiden van de inhoud. Het gegeven dat hij het als vooraanstaand politicus van een regeringspartij het ok vindt om te liegen over een specifieke groep mensen (zoals in het geval van plastische chirurgie), een paternalistisch-racistische toon aan te slaten (‘ze weten niet beter’) zendt een sterke inhoudelijke boodschap: ze zijn inferieur. Paradoxaal genoeg doet hij dat door middel van een taalgebruik waarin hij zich beroept op universele vrijheden; iets dat juist haaks lijkt te staan op racisme. Lijkt, want de geschiedenis leert ons immers dat racisme en liberalisme juist uitstekend hand in hand gaan.
Discriminatie
Interessant genoeg was er afgelopen week in de Tweede Kamer ook een debat over discriminatie. Veel partijen pleitten voor concrete maatregelen om discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan. Dat doet men al decennia, maar leidt nooit tot iets. Maar als politici als Zijlstra dergelijke standpunten innemen als hier aangegeven, dan kun je je ook afvragen of burgers die discrimineren nou zoveel anders zijn en doen dan die politici. En welk moreel gezag heb je dan eigenlijk nog als politicus om tegen mensen te zeggen dat discriminatie niet ok is? Misschien had Rutte toch gelijk en moeten mensen zich maar gewoon invechten?
Zie ook:
Abdelkarim el Fassi: ‘Fok joe’ Halbe Zijlstra
Sander Philipse: Halbe Zijlstra en etnisch nationalisme