Onderzoek Meld Islamofobie: “Als ik alles moet melden wat ik meemaak, ben ik elke dag bezig.”
Alledaagse ervaringen met islamofobie hebben een ingrijpende impact op het dagelijks leven en welzijn van Nederlandse moslims. In die ervaringen is een wisselwerking te zien tussen stigmatiserende discoursen in media en politiek, enerzijds, en persoonlijke ervaringen met discriminatie en uitsluiting, anderzijds. Desondanks ligt de meldingsbereidheid heel laag. Dat blijkt uit een verkennend onderzoek onder 337 Nederlandse moslims dat Meld Islamofobie vandaag publiceert De mantra is: ‘Als ik alles moet melden wat ik meemaak, ben ik elke dag bezig’.
Nadat vorige week in Pakhuis De Zwijger de bevindingen van het eigen onderzoek al werden gepresenteerd voor een volle zaal, publiceerde de organisatie vandaag het volledige rapport.
Wisselwerking tussen directe en indirecte islamofobie
Van de respondenten geeft 91% aan in de afgelopen vijf jaren directe persoonlijke ervaringen met islamofobie te hebben gehad. Het betreft zeer uiteenlopende soort incidenten; van expliciet verbaal of fysiek geweld in het openbaar vervoer, online of op straat, tot vijandige of stereotyperende opmerkingen van collega’s op werk of op school.
Slechts een minderheid (9%) geeft aan geen directe, maar wel indirecte ervaringen te hebben gehad met islamofobie. Onder deze indirecte ervaringen vallen uitspraken van politici en stereotyperende berichtgeving over moslims die als kwetsend en beledigend worden ervaren. Het onderzoek signaleert bovendien een wisselwerking tussen directe en indirecte islamofobie. Stigmatiserende uitspraken van politici sijpelen door in alledaagse persoonlijke interacties waarin politici en nieuwsberichten soms aangehaald worden:
“We hadden het over de brief van Rutte die hij schreef en een collega maakte de opmerking: “Als jij maar geen aanslagen pleegt”. Ik zei: “Maar dat geldt ook voor jou, als jij maar geen aanslagen pleegt”. “Nee, dat doe ik niet” zei ze, waarop ik antwoordde: “O, ik wel dan?” Ik heb die dag heel hard gehuild voor het eerst op mijn werk.”
Veel incidenten, weinig meldingen
Een aanzienlijk deel van de respondenten (39%) geeft aan in 2018 alleen al meer dan vijf keer islamofobe incidenten te hebben meegemaakt. Op basis van de opgegeven frequentie, hebben de respondenten in dit onderzoek hypothetisch gezien meer dan 1008 islamofobe incidenten meegemaakt in 2018. Dit suggereert een veel hogere frequentie dan de percentages die tot nu toe in rapporten en onderzoeken worden vermeld en wijst dus op onderrapportage.
Desondanks heeft de overgrote meerderheid van de slachtoffers (84%) geen melding gedaan. De oorzaak ligt in zowel gebrek aan vertrouwen dat er iets mee gedaan wordt en de aard van de ervaringen zelf. Van de 16% die wel actie hebben ondernomen deden 77% dit niet d.m.v. een melding of aangifte.
De impact van islamofobie
Het onderzoek toont aan dat directe ervaringen met islamofobie een ingrijpende impact hebben op het welzijn van Nederlandse moslims. Slechts 28% van de respondenten met directe ervaringen, voelt zich veilig tot heel erg veilig in Nederland. Verder geeft 74% van deze respondenten aan dat ze zich de afgelopen vijf jaren minder veilig zijn gaan voelen als moslimzijnde. Bijna de helft voelt zich daarnaast totaal niet vrij om hun moslim-zijn te uiten, 49% maakt zich veel tot heel veel zorgen dat hen iets kan overkomen vanwege hun moslim zijn, en 69% maakt zich veel tot heel veel zorgen over hun toekomst in Nederland.
“Een meneer begon mij uit het niets uit te schelden in de tram. Hij schreeuwde dat ik terug moest naar mijn eigen land, dat ik vermoord moest worden. En vele andere bedreigingen en scheldwoorden. De tramconducteur heeft er niks van gezegd en medereizigers bleven enkel staren. Ik voelde mij zeer onveilig.”
Het rapport concludeert dat er veel meer aandacht moet komen voor de wisselwerking tussen, enerzijds, “abstract” discours in de media en politiek m.b.t. moslims, en de alledaagse ervaringen van moslims met verbale, fysieke en geïnstitutionaliseerd islamofobe discriminatie en geweld, anderzijds. In hoeverre en op welke wijze legitimeren en beïnvloeden deze discoursen diverse discriminatiepraktijken en werken ze deze in de hand? Ook de vraag wat deze ervaringen doen met het welzijn, veiligheidsgevoel en verwachtingen voor de toekomst verdient veel meer aandacht.
bron: persbericht Meld Islamofobie
Islamofobie onder de loep
Het bijzondere aan dit rapport is dat het iets laat zien van de invloed van poitieke retoriek (en niet per se de radicaal-rechtse retoriek) op het alledaagse leven van de respondenten. Het is een fenomeen dat wel bekend is uit de literatuur over islamofobie, maar nog relatief weinig systematisch onderzocht is. Het maakt ook helder hoe het viseren van moslims door beleid en politiek zich vertaalt in een opeenstapeling van vormen van islamofobie die variëren van bedreigingen en fysieke aanvallen op straat, discriminatie, aangehouden worden en bevraagd worden over hun religieuze identiteit door de politie tot de politieke retoriek in de media tijdens verkiezingscampagnes tot het volkomen negeren van onveiligheid van moslims zelf.
Het zjin weliswaar allemaal verschillende fenomenen die apart onderzocht kunnen worden, maar vanuit de optiek van de respondenten lijkt het er bijna op dat er sprake is van een cumulatief effect. Op het symposium over islamofobie en opkomen voor burgerrechten in een pluriforme samenleving, zaterdag 28 september, zal Ibtissam Abaaziz van Meld Islamofobie één van de slotsprekers zijn.
Naar het rapport: HIER.