AD.nl – Nieuwe radicaal staat klaar
AD.nl – Nieuwe radicaal staat klaar/
Patrick Pouw heeft gesproken met Redouane Boughabe, broer van één van de Hofstad-leden Fahmi. Het is niet de eerste keer dat deze jongen de krant haalt, het verhaal is min of meer hetzelfde hoewel Pouw er beter in is geslaagd de drijfveren van deze jongen weer te geven.
Nieuwe radicaal staat klaar
AMSTERDAM – Op 2 november 2004 veranderde alles. Ten góede, zegt de Amsterdamse Marokkaan Redouane.
,,Ik begrijp sinds die dag dat alleen het geloof telt. Dit aardse leven? Het is niets. Nee, 2 november heeft me heel veel goeds gebracht: rust, vastberadenheid. Ondanks alles het juiste pad blijven bewandelen, niet onder druk je standpunten aanpassen. Als de AIVD me daardoor als potentieel gevaarlijk ziet? Tja, dan is dat maar zo.’’
Hij is 26 jaar, werd geboren in het Noord-Marokkaanse Al Hoceima, woont acht jaar in Amsterdam-West, deed het meteen goed op school, hij zag er flex uit, werkte aan zijn spierballen en stylede zijn krulletjes, begon na de havo aan een hbo-studie sociaal-juridische dienstverlening, maar heeft daar nu allemaal verschrikkelijk veel spijt van. Hij bewandelde de verkeerde weg, zegt Redouane, die nog maar één ambitie heeft: een ware moslim worden.
Dus is hij met zijn studie gestopt, om de hele dag te lezen over zijn geloof. Hij draagt een baard, z’n haar in een staart, en zijn broeken te kort: zoals de profeet het deed.
De herboren moslim: ,,Ik was op 2 november op weg naar een tentamen. Een meisje vroeg me of ik het al gehoord had. Dat Theo van Gogh vermoord was. Een paar dagen later kwam ik er achter dat mijn broertje was opgepakt. Ik wist niet eens dat hij met Mohammed B. omging. We hadden totaal andere vrienden.’’
Fahmi was een kernlid van de Hofstadgroep, werd daarvoor veroordeeld tot anderhalf jaar cel en zat vervolgens nog bijna acht maanden in vreemdelingendetentie. Afgelopen maand, drie weken vóór de tweede verjaardag van 2 november, werd hij het land uitgezet. Als ‘ongewenst vreemdeling’.
Fahmi is zijn jongere broertje, maar als Redouane over hem spreekt glinsteren zijn ogen. ,,Néé, ik ben nooit boos op hem geweest. Ik wilde weten wat hij had gedaan, wat hem bewoog. Toen ging het heel snel. Nee, dat kun je geen radicaliseren noemen. Radicaliseren! Wat is dat? Ik zeg wat in de koran staat, ik spreek de waarheid én ik heb bewijzen. Is dat radicaliseren?’’
Ja, zeggen onderzoekers, die Redouane in een recent verschenen rapport over radicalisering in de hoofdstad omschrijven als salafi-jihadi. Redouane: ,,Moet ik liegen dan? Leugens vertellen? Wie hou ik dan voor de gek? Moet ik vrouwen een hand geven omdat ik anders radicaal zou zijn? Ik geef vrouwen geen hand omdat ik bewijs heb dat het niet mág. Moet ik dan een zonde begaan? Willen ze dat?’’
Als Redouane zo praat, wordt hij steeds geestdriftiger. Het is zijn plicht als ware moslim de waarheid te vertellen, jongeren aan zich te binden, het geloof te verspreiden, dawa te doen. Maar wie naar hem luistert, hoort een kleurenblinde jongeman, een jongen die alleen maar zwart en wit kent. Een jongen die niet praat, maar woorden spuwt.
Over zijn geboorteplaats, die twee jaar geleden werd getroffen door een aardbeving: ,,Al die mensen van de eerste generatie hebben daar mooie huizen laten bouwen. Maar zie: als je leeft voor het leven dan wacht je de dood.’’
Over zijn ouders: ,,Ik doe dit niet voor mijn ouders. Ik doe dit voor mezelf. Op de dag des oordeels vraagt Allah niet wat mijn ouders er allemaal van vonden.’’
Over de ouders van Theo van Gogh: ,,Nee, ik wil ze niet spreken. Het zou te confronterend voor ze zijn dat het volgens de islam zo móest gaan. Ik heb liever dat ze er indirect achter komen dat hun zoon fout was. Laat ze goede boeken lezen over de islam om te leren waaróm is gebeurd wat is gebeurd.’’
Over 2 november: ,,Dat is ijmaae, daarover is geen meningsverschil mogelijk: wie de profeet beledigt, die verdient wat Van Gogh trof. Daarover zijn de vier belangrijkste geleerden het eens.’’
Over imams in Nederland: ,,Alleen maar bang hun verblijfsvergunning kwijt te raken.’’
Over zijn profeet: ,,De profeet is niet van de nuance. Hij is duidelijk. Púnt. Waarom mijn profeet te korte broeken droeg? Ik stel daar geen vragen over. Joden en christenen zijn ten onder gegaan aan het vragen stellen.’’
Over het paradijs: ,,Alleen de mujahedien, de strijders, gaan rechtstreeks naar de hemel. Jihad is geen spelletje: je moet heel sterk zijn. Ik ben nu nog niet sterk genoeg. Maar als je sterft zonder ooit aan de jihad te hebben gedacht, dan sterf je als onwetende. Ik zeg dat niet. Dat zegt mijn geloof. Ik neem daar geen afstand van. Als ik jihad wil doen, zeg ik dat natuurlijk niet in de krant. Terwijl ik het alleen maar zou zeggen om eerlijk te zijn.’’
Toch, als Redouane zo radicaal woorden spuwt, valt ook hij soms even stil. Nog wel. Dan wijst hij naar buiten in Amsterdam-West en klinkt hij ineens als Gerard Reve. ,,Zie je dat? Net regende het, nu is het droog. Hoe kun jij dan volhouden dat God niet bestaat?’’
Dan valt ook ineens op dat in de strenge bril van Redouane een merkje is gegraveerd. CK: de initialen van een Amerikaanse mode-ontwerper van Joodse komaf.
Door PATRICK POUW