C L O S E R – Terroristen en/of Vrijheidsstrijders
Tsja, ‘terroristen’ gelijkstellen met onze verzetshelden ligt natuurlijk gevoelig en moet je dus ook maar niet doen; enige zelfcensuur is wel op zijn plaats (en je wil immers ook niet de politiek incorrecte kerk achter je aan). Maar even zonder gekheid, laten we vooral niet doen of de term terreur (en varianten daarvan) zo neutraal zijn. Jan Blommaert van de Universiteit Gent weet daar het volgende over te zeggen:
Daders van terroristische aanslagen worden steevast bekleed met kwaliteiten als misdadig, fanatiek, volkomen respectloos, irrationeel. Wanneer we het hebben over terroristen ontkennen we elke legitieme politieke drijfveer, evenals elke vorm van eerbied voor afspraken in verband met gewapende strijd. Terroristen houden zich per definitie niet aan wetten en evenmin aan internationale akkoorden inzake het gebruik van bepaalde wapens, rechten van de slachtoffers, mensenrechten en zo meer. In de wereld van de internationale verhoudingen zijn zij de absolute schoften. Men hoeft dan ook de oorlogsregels niet te respecteren wanneer men het men hen aan de stok heeft: standrechterlijk executeren, bases over de grens bombarderen, leiders laten vermoorden: het is allemaal geoorloofd als het om terroristen gaat. Terroristen plaatsen zich buiten de rechtsorde, en men mag dan ook precies dezelfde overtredingen begaan als diegene die men hen verwijt om ze te onderdrukken. Terrorisme wordt in de regel gecounterd met terrorisme.
Het is dan ook geen mirakel dat de term nadrukkelijk wordt opgezocht door regimes die geconfronteerd worden met langdurig verzet vanwege georganiseerde bewegingen. Het Apartheidsregime bestempelde Nelson Mandela en zijn ANC systematisch als terroristen. De Israeli doen hetzelfde met de Palestijnse weerstand; de Russen met de Tsjetsjeense rebellen. In al die gevallen was het toekennen van die term voldoende om alle mogelijke vormen van terreur tegenover die ‘terroristen’ goed te keuren en zelfs te beschouwen als een noodzaak om recht, orde, vrijheid en democratie te laten zegevieren. De term wordt in de regel gecontesteerd, en dat is maar goed ook. Het is immers een term die uiterst belangrijke actiepatronen goedkeurt, meteen een moreel kader toekent aan de strijd, en het recht en het legitieme doel van de strijd meteen legt bij diegene die terroristen bestrijdt. Het is nooit een neutrale kwalificatie, het is een door-en-door politiek wapen. Het belangrijkste effect van het wapen is dat men de intenties, doelen en principes van de ‘terroristen’ meteen uit alle mogelijke analyses uitschakelt. Wanneer een groep als terroristisch is geïdentificeerd dan worden de discours en motieven van die groep meteen waardeloos en kunnen ze nooit in redelijkheid afgewogen worden tegenover die van wie hen bestrijdt. Het recht, de grote waarden en de nobele doelen zijn altijd die van de antiterroristen.
[…]
Kortom, het punt is dat er een politiek verhaal bestaat dat de daden van de tegenpartij motiveert en legitimeert. Een politiek verhaal, en dus niet zomaar een irrationeel en fanatiek-misdadig verhaal. Een verhaal dat deze aanslag kadert als een deel van een oorlog met als inzet grote kwesties die te maken hebben met de wereldverhoudingen, met macht en machteloosheid. Een politiek verhaal waarin wij niet vanzelfsprekend democratieën zijn, noch bewakers van de vrijheid en de vrede in de wereld, maar aanstichters van allerhande conflicten, uiterst brutale en vaak arrogante tegenspelers in onderhandelingen, krenterige en veeleisende kredietverstrekkers. Een verhaal, kortom, waarin wij de slechten zijn. En nogmaals, is dit verhaal slechter dan dat waarin wij per definitie de goeden zijn?
Dit mechanisme zien we natuurlijk overal terug. In de Luid de noodklok demonstratie van afgelopen zaterdag bijvoorbeeld:

Of bij de demonstratie Tegen Terreur – Voor een veilig Israël

Dat plaatst ook de stellingen van Aouragh en Benzakour aan de ene kant en die van bijvoorbeeld Leon de Winter aan de andere kant in een wat andere daglicht. Het gaat dus niet alleen om Israël’s verzetsstrijders die het recht op zelfverdediging uitoefenen (zoals ieder land dat heeft toch?) of Hezbollah’s strijders (of martelaren) die vechten tegen de onderdrukking en bezetting door Israëliers (Israël heeft Libanon immers nooit helemaal verlaten, zoals we allemaal weten toch?), maar ook om de vraag welke belangen partijen nastreven en waarom de één de ander karakteriseert als terrorist. Dit is moeilijk los te zien waarschijnlijk van de andere conflicten in het Midden-Oosten en de rol van de VS, Syrië en Iran.
Maar goed een dergelijke relativering ligt altijd wat lastig aangezien de termen terreur en verzet ook nogal wat morele ladingen hebben. In het kort: terreur is slecht en daar ben je dus tegen, verzet is goed en daar ben je dus voor. Begrijpelijk dus dat er nogal wat commotie is omtrent de uitspraken van Jan Marijnissen:
Terrorisme is iets van alle tijden en overal, en heeft vaak tot doel het de bezetter zo onaangenaam mogelijk te maken. In de Tweede Wereldoorlog hebben Nederlanders hier gemeentehuizen opgeblazen om zand in de vernietigingsmachine van nazi-Duitsland te gooien – bij de burgerlijke stand stonden de joden geregistreerd. In het Midden-Oosten is het niet veel anders. Het islamitische fundamentalisme, inclusief de terroristische tak, is een reactie op de bezetting van Palestina door Israël, op de Amerikaanse aanwezigheid in het Midden-Oosten, en op de steun van het Westen aan ondemocratische regimes in het Midden-Oosten. Kijk, ik ben tegen geweld, maar het is toch wel een beetje dom als je niet kunt begrijpen hoe dat mechanisme werkt.
Vandaar dus ook een korte toelichting van Jan himself:
Wat ik heb gezegd is dat onderdrukking en uitbuiting vroeg of laat tot verzet leiden. Zoals uit de reacties blijkt is vaak afhankelijk van aan welke kant je staat of je spreekt van ‘verzet’ of iets anders. Nelson Mandela was voor velen een verzetsheld, voor het apartheidsregime was hij echter een levensgevaarlijke ‘terrorist’. De Duitse bezetter noemde de mensen in het verzet ook zo.
In het interview, wat overigens in mei jl is afgenomen en dus niet naar aanleiding van de recente gebeurtenissen, heb ik willen aangeven dat er in het Midden-Oosten sprake is van een fundamentele onrechtvaardigheid, te weten de bezetting van de Westbank. Dit gegeven leidt tot verzet, onvermijdelijk.
Hier houdt de historische parallel dan ook meteen op. Noch de SP noch ikzelf hebben ooit sympathie kunnen opbrengen voor de methodes van Hamas, Hezbollah en anderen voor wie een mensenleven blijkbaar weinig voorstelt. Wij hebben aanslagen die tot doel hebben zoveel mogelijk menselijk leed te veroorzaken altijd ondubbelzinnig veroordeeld.
Afgaande op de reacties lijkt het vooral te gaan om het feit dat hij nu twee morele categorieen door elkaar gooit en relativeert. Nu gaat geen enkele vergelijking feitelijk precies op (het Nederlandse verzet heeft voor zover ik weet nooit kinderen opgeblazen), maar om het onderscheid tussen terreur en verzet toch nog even verder te verwarren in deze toch al chaotische discussie: The spirit of the King David Hotel:
The terror attack on the King David Hotel in Jerusalem was in its day the equivalent of the Twin Towers; yesterday was its 60th anniversary. There are two historic plaques at the hotel, one of whose wings was used by the British Mandate authority. On one of the plaques, which has been hanging there for some time, a few words note the terror attack: “On July 22, 1946, the Etzel underground bombed the southern wing.” The action is attributed to Etzel alone, but there is no condemnation. “Underground” generally has a positive connotation.
The unveiling of the other plaque this week was meant to cap an academic conference held at the Menachem Begin Heritage Center on the issue of who is a freedom fighter and who is a terrorist. It was quite a week to clarify such a question. They can be distinguished by organizational affiliation, goals, targets, means of combat and mode of operation. They all assume that a freedom fighter is a good person and a terrorist is a bad one. Nearly every terrorist defines himself as a freedom fighter, and vice versa: freedom fighters are usually defined as terrorists. So was Begin. He invested a lot of effort to convince history that he was not a terrorist. Among other things, he emphasized that his organization did not harm civilians. There’s a thesis that could serve as an historic lesson from a moral standpoint: not harming civilians.
The new plaque identifies the perpetrators of the attack as “Etzel fighters.” It’s important for them to emphasize that they acted “under orders from the Hebrew rebel movement,” in other words, the Hagannah, among others.
In other words, they sought a terrorist attack without casualties, but something went wrong. Twenty-five minutes went by and then “for some reason” the British did not evacuate the building “and as a result” 91 people were “regrettably” killed. There were 28 British, 41 Arabs, 17 Jews and five others. To emphasize the military aspect of the operation, the plaque notes that one of the Etzel people was killed “in an exchange of fire.”
To this day, it is not clear what made the bombing’s planners believe the British would evacuate the building. Would Benjamin Netanyahu, as prime minister, have ordered his bureau evacuated on the basis of telephone threat from a Palestinian terror group?
Netanyahu spoke at the conference. The difference between a terrorist operation and a legitimate military action is expressed, he said, in the fact that the terrorists intend to harm civilians whereas legitimate combatants try to avoid that. According to that theory, the kidnapping of an Israeli soldier by a Palestinian organization is a legitimate military operation, and the bombing of Dresden, Hanoi, Haifa or Beirut is a war crime. Of course this is not what Netanyahu meant. He learned only this from the bombing of the hotel: that the Arabs are bad and we are good. Arab actions starting in 1920 and through the Iranian nuclear plan reflect, in his words, “a terrorist mentality.” Israel, on the other hand, only harms civilians by accident or when there is no alternative. For example, when terrorists hide among civilians.
The historic truth is different: In the 60 years since the attack at the King David Hotel, Israel has hurt some two million civilians, including 750,000 who lost their homes in 1948, another quarter million Palestinians who were forced to leave the West Bank in the Six-Day War and hundreds of thousands of Egyptian civilians who were expelled from the cities along the Suez Canal during the War of Attrition. And now tens of thousands of Lebanese villagers are being forced to abandon their homes, and air force pilots are once again bombing Beirut and other cities. Hundreds of civilians have been killed. Regrettably. It’s all in the spirit of the King David Hotel. One can always say there was a mishap.
Zoveel relativering kan een mens toch niet aan? Vandaar dat ik ervoor ben om, mede gezien de extreme omstandigheden, de hele zaak daar maar af te gelasten en te beginnen met de International Convention Needed on Blowing Off Little Girls’ Faces