VPRO – Searching for the Wrong-Eyed Jesus
Gisteren bij de VPRO: Searching for the Wrong-Eyed Jesus. Eindelijk weer eens iets op tv waarvoor het de moeite waard is om op te blijven.
Documentairemaker Andrew Douglas wÃl het Zuiden van Amerika leren kennen. Geinspireerd door Jim White‘s korte verhaal The Mysterious Tale of How I Shouted Wrong-Eyed Jesus vraagt hij White om als verteller op te treden. De docu is eigenlijk een soort roadmovie waarin ieder stadje haar eigen mythes heeft over het leven in ‘the South’. De docu zit dan ook vol met verhalen, verhalen en nog eens verhalen. Om geen genoeg van te krijgen. Verhalen zijn nooit zomaar verhalen. Verhalen zeggen iets over de persoon die ze vertelt, de periode waarin hij leeft en de plaats waar hij zich bevindt. In al deze verhalen zijn zwanger van de Heer en ook de duivel is nooit ver weg. Zo geven deze verhalen ook nog eens weer wat voor de verteller goed en kwaad is.
De rode draad is Jim White die je met zijn auto vol met ‘Alabama lak’ meeneemt naar de gevangenen van Concordia Parish Correctional Facility die openlijk vertellen over hun leven en hoe ze in de nor zijn beland. Daarna kom je in een kerk met een ‘re-born’ dominee en vervolgens in een truckerrestaurant waar ‘verdwaalde’ truckers de weg naar de heer kunnen vinden en dan weer aan een bar waar we een dominee aantreffen die het pad van die heer heeft verlaten. Het mooie is dat White je echt mee lijkt te nemen op zijn reis en dat je gezamenlijk in het ene na het andere verhaal valt.
Klein minpuntje: de muziek van David Eugene Edwards en Sixteen Horsepower is er een beetje uit gevallen. Geen muziek die een zo mooie grauwe mengeling is van de heer en de duivel.
Op Panzerfaust de trailer.
Al met al een prachtig, meeslepend maar bij tijd en wijle ook ontroerend en deprimerend beeld van ‘the deep south’.
Fascinerend, maar ik vond het de naam documentaire niet waard. Dit is pure fictie, zowel van de kant van de maker als van de personen die erin meedoen: Johnny Dowd die opeens op een autowrak zit te zingen, Edwards die al banjo spelend door de wildernis loopt. Het gekke is dat het lijkt alsof ze dit zonder knipoog gemaakt hebben, alsof ze in die moddervette representatie van de “deep South” (zijn gaan) geloven. Maar misschien parodieert het Zuiden zichzelf wel zonder het door te hebben. Zoals Edwards zijn eigen gekte speelt.
Point taken en volledig terecht volgens mij. De term road movie past hier beter.
Road movie, precies, dat is het. En een goeie dan.