Rwina – Stijl in debat
Wat rwina is? Lastig te vertalen, maar het komt neer op herrie, kabaal, chaos. Rwina maken of rwina doen is de boel op stelten zetten. Een voorbeeld is Rondom 10 van afgelopen zaterdag. Niet gezien? Dat kan alsnog HIER. De uitzending leverde diverse reacties op bijvoorbeeld op Marokko.nl en op andere sites. Daarbij ging het onder meer over de debatstijl van de aanwezigen:
Joost Niemöller » Marokkaanse chaos bij Rondom 10
Gisteravond zag ik een uitzending van Rondom 10. Het onderwerp was: ‘Wordt het nog wat met Marokkaans Nederland?’ Behalve presentator Cees Grimbergen waren er alleen Marokkanen in de zaal.
Ik zag en hoorde wanhoop, onmacht, agressie, volslagen gebrek aan discipline, desinteresse, verbaal onvermogen, gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel, oeverloze chaos, grimmige gezichten, geen humor, en geen licht aan het einde van de tunnel. Het was echt heel erg.
Om daar even later nog aan toe te voegen:
Joost Niemöller » Marokkaanse chaos bij Rondom 10
Als iedereen door mekaar gilt, zit er heus wel aardige aanzetten in tot iets, net zo goed als minder goede aanzetten. Daarom vond ik het ook leuk ze eens uit te schrijven.
Maar als het daarbij blijft komen we nooit een stapje verder in de beschaving.
Nou was het ook een behoorlijke Poolse Landdag daar bij Rondom 10. En een interessante ook, net als de reacties erop. Er is vrij veel discussie, en afkeuring, over de nogal chaotische, emotionele gang van zaken. Erg opvallend verder was de lichaamshouding van velen tijdens de discussie. Gebarend, soms wild, met het hele lichaam erin bij enkelen, de handen en de vingers op een bepaalde manier in de lucht priemend of naar een tegenstander. Antropologisch gezien allemaal erg interessant:
The role of speech in human behavior has always been honored in anthropological principle, if sometimes slighted in practice. The importance of its study has been declaimed (as by Malinowski [1935]), surveyed with insightful detail (as in Sapir [1933)), and accepted as a principle of field work (see citations in Hymes 1959)
Een debat is nu eenmaal meer dan alleen de inhoudelijke, rationele uitwisseling van argumenten zoals we wel eens graag zouden willen denken. Breder gezien, de public sphere is een podium voor het vormen vormen, beleven en uiten van identiteiten en belangen (zie HIER p.3 ev). De non-verbale wijze van communicatie zoals uiterlijk, kledingstijl, stijl van praten en lichaamshoudingen zijn net zo (of zeker zo) belangrijk en het bepaalt mede of iemand een bepaalde gezaghebbende positie krijgt in dat debat. Zie bijvoorbeeld president Obama en zijn speech style tijdens de campagne:
Rhetoric And Speaking Style Affect The Clinton-Obama Race – CBS News
Going back to the post-Revolutionary War era, you have the “other population” in our country that was not part of the democratic movement, and that was slaves. Their ensuing fight to penetrate government was highly motivated and mobilized though the church. If you were African-American, the only public speaking you could do was from behind the pulpit. You were able to use the church. So we have a history of African-American movements coming from churches. When black Americans entered the public sphere and began participating in politics, you start to have a dialogue between styles. Style is still keeping some people from participatin. If someone sounds too much like a black preacher, they can’t be president.
Stijl wordt dus belangrijk gevonden door anderen. Dit komt terug op tal van terreinen. Denk bijvoorbeeld aan de stereotypen over vrouwen aan of op weg naar de top. Zij moeten vooral niet te emotioneel zijn, maar moeten ook weer geen manwijven worden en als ze het goed doen zijn het niet de topmannen die op topvrouwen lijken, maar andersom. Met andere woorden de man en de mannelijke stijl (of beter gezegd wat voor mannelijke stijl moet doorgaan) zijn de norm. Dergelijke patronen zijn cultureel van aard en communicatie verschillen hebben dan ook niet alleen betrekking op verbale communicatie, maar ook op non-verbale communicatie:
Cross-cultural variation of speech-accompanying gesture
The first factor is the culture-specific convention for form-meaning associations. This factor is involved in well-known cross-cultural differences in emblem gestures (e.g., the OK-sign), as well as pointing gestures. The second factor is culture-specific spatial cognition. Representational gestures (i.e., iconic and deictic gestures) that express spatial contents or metaphorically express temporal concepts differ across cultures, reflecting the cognitive differences in how direction, relative location and different axes in space are conceptualised and processed. The third factor is linguistic differences. Languages have different lexical and syntactic resources to express spatial information. This linguistic difference is reflected in how gestures express spatial information. The fourth factor is culture-specific gestural pragmatics, namely the principles under which gesture is used in communication. The culture-specificity in politeness of gesture use, the role of nodding in conversation, and the use of gesture space are discussed.
Een belangrijk onderscheid bij het aanleren van gepast communicatie gedrag heeft betrekking op gender. Jongens en meisjes krijgen specifieke patronen aangeleerd:
Public Anthropology
Albert first specifies the differences in speech training between boys and girls of the upper stratum. Where the boys are trained in the art of composing amazina, ‘praise-poems’, self-defense rhetoric, proper speech for funeral orations, and much more in accordance with the socially appropriate physical gestures (i.e. eye contact), the girls are trained in “artful silence”. They are taught to be listeners and be able to repeat conversations verbatim. They are loyal to their husbands and family, and their acquired abilities to listen and repeat are extremely important to the success of their household. Later in life they are taught to make important decisions and can become successful in their own right by their use of rhetoric.
Cultural Anthropology/Communication and Language – Wikibooks, collection of open-content textbooks
Nonverbal Communication is defined as the act of communicating with another via body language or other symbolism to convey meanings,or “nonverbal communication involves those nonverbal stimuli in a communication setting that are generated by both the source [speaker] and his or her use of the environment and that have potential message value for the source or receiver [listener]. Basically it is sending and receiving messages in a variety of ways without the use of verbal codes (words). It is both intentional and unintentional. Not only does it use body language, but also eye contact, gestures, posture, and facial expressions. Another somewhat obvious form of nonverbal communication is that which is written. Handwriting styles and emoticons can be included within this category, exemplifying different forms of human personal expression. Emoticons, which are used often in emails and text messaging, serve to more clearly express a point or add context to what is being communicated since your tone of voice and facial expressions cannot be seen at the time of viewing. The majority of nonverbal communication studies first researched by Ray Birdwhistell focus on face-to-face encounters between two or more people. The physical actions of the communicator and the way in which the listener responds are all key aspects of discovering the subtle implications of nonverbal communication. [9]
Dit betekent ook dat we verschillen niet zomaar kunnen wegpoetsen. Opvallend in het debat van bij Rondom 10 was wel dat degenen die ogenschijnlijk meer gewend zijn aan de vergadercultuur in dit land, zoals de politica, het publiek tot de orde riepen (tot twee keer toe) of in ieder geval zelf en wat meer terughoudende stijl vertoonden; de indoctrinatie van de debatstijl die we hier meestal gepast vinden is bij hen duidelijk aanwezig wat overigens niet betekent dat men niet emotioneel werd. Ook de inhoud van hun boodschap leek vooral afgestemd op wat veel Marokkaanse Nederlanders verwachten wat het Nederlandse publiek van hen verwacht: zelfkritiek en reflectie op hun eigen functioneren en dat van de ‘eigen’ groep. Wat, opnieuw, niet wil zeggen dat ze niet meenden wat ze zeiden. Dat is soms wel de kritiek op Marokko.nl, dat deze mensen (in het bijzonder de politica) te vernederlandst zouden zijn en het eigen nest bevuilen (en dan gebruik ik hier de nette variant).
Op verschillende sites zoals Joost Niemöller, Welingelichte Kringen en TRS wordt er ook het nodige over gezegd (vooral de eerste twee). Op vrijwel alle sites wordt inhoud én stijl gekoppeld aan het er wel of niet bijhoren. Het zou typisch Marokkaans zijn, onbeschaafd en er werd slecht Nederlands gesproken enzovoorts. Wellicht is dat ook zo, maar wie wel vaker naar Rondom Tien kijkt weet ook dat de meeste gasten daar halve zinnen maken, woorden inslikken, woorden verhaspelen enzovoorts. In het bijzonder diegenen die niet getraind zijn in debatten en vergaderingen maken zich ‘schuldig’ aan dergelijke zaken. En ook dan wordt er soms over geklaagd en worden dergelijke mensen afgekraakt of voor de gek gehouden. Het diskwalificeren van deze mensen en/of hun standpunten gebeurde ditmaal langs etnische (en een enkele keer religieuze) lijnen. Met als conclusie bij sommigen dat het nooit wat gaat worden met die Marokkanen en moslims hier behalve pure ellende (als men die conclusie toch al niet getrokken had).
Typische moslimbende.
En dit waren dan de ‘goedwillende’ exemplaren.
MAROKKANEN HOREN THUIS IN MAROKKO.
Wat ik nog vergat te vertellen:
NEDERLAND VOOR DE NEDERLANDERS!
Dat Nederland-voor-de-Nederlanders-kommentaar…
…zucht…
Nederlanders waren eeuwenlang in andere landen, en hebben ze daar de landstaal geleerd, of genoeg geleerd om erin te kunnen debatteren?
De tijd dat er grotere groepen kleurlingen in Nederland zijn, is nog maar net begonnen, we hebben nog eeuwen voor ons!
I.p.v. latijn te leren op school, zou arabisch, turks, indonesisch, papiamentu, sranang, veel toekomstgerichter zijn.