De Al-Haddad Hutspot
Van de website Dagtaak: DagTaak.org: PVV , Al-Haddad , De Balie en het Debat over vrijheid van meningsuiting (18 februari)
Al-Haddad mag niet naar de VU komen, hij is immers een haat-meneer. En van haat-meneren worden we bang. En angst past niet in het straatje van Nederland.
Wij zijn handelaars. Dat zit in onze genen. Wij zijn polderaars, we zoeken naar samenhang, coalities en grootste gemene delers. Iedereen mag zeggen wat hij wil, als hij maar op tijd water bij de wijn doet. Zolang de PVV het kabinet steunt mag hij doorgaan met haatzaaien. De gedoogsteun is het water.
[…]
Het debat toonde prachtig aan hoe polderaars en relativisten het afleggen tegen mensen die absolute waarheden verkondigen. En misschien schuilt daar wel het grootste gevaar. Het absolutisme viert hoogtij. Of de spreker nu Wilders of Al-Haddad heet.
Vrijheid van meningsuiting is niet langer meer het recht om absolutisme aan de kaak te stellen, maar eerder het recht van de absolutisten om de vrijheid van de mens aan de kaak stellen. En daar word ik nu bang van.
Het begon, zoals wel vaker, met een stuk van Carel Brendel (niet het bovenstaande stuk!) over de komst van de islamitische schriftgeleerde Haitham al Haddad als gastspreker naar een symposium van de Islamitische Studentenvereniging Amsterdam aan de Vrije Universiteit over de positie van moslim-academici in het Westen. Volgens Brendel zou Al Haddad pleitten voor invoering van de sharia, vrouwonvriendelijke uitspraken en anti-semitische uitspraken gedaan hebben; redenen voor de London School of Economics om hem eerder te weigeren. Het leidde al snel tot commotie net als bij de komst van Al Maghraoui en Arifi. De kwestie kreeg pas echt vaart toen het CIDI de zaak oppakte. In een persbericht riep het CIDI de VU en ISA op om hem geen podium te bieden. Vanaf dat moment kwamen media en politiek in actie hetgeen een grote rol speelde in het uiteindelijke besluit van de VU om de toestemming voor het symposium in te trekken. Wat precies de overwegingen zijn geweest is mij ook niet helder. De correcte volgorde van de gang van zaken aan de VU is echter als volgt:
- De ISA kwam met de aankondiging voor een symposium met Al Haddad. Voor een religieuze studentenvereniging, zoals er meer zijn op de VU, niet heel bijzonder om een dergelijke spreker met religieus gezag uit te nodigen.
- De VU won vervolgens advies in bij enkele ‘salafisme-experts’ zoals Wim Haan van de VU aangaf in een reactie op het weblog van Jan-Dirk Snel. In het kader van volledige transparantie en verantwoording: ik was één van die experts. Nu zal ik nooit zeggen wat de VU wel of niet moet doen aangezien dat niet mijn zaak is, maar ik heb aangegeven dat men commotie kon verwachten. De VU heeft een uitstekend track record met lezingen van islamitische denkers (in het verleden onder meer Tariq Ramadan, Sadik Al-Azm en Abdolkarim Soroush) en valt zeker niet te beschuldigen van alleen een podium te geven aan radicale denkers zoals Al Haddad. Mijns inziens is Al Haddad radicaal. Niet in de zin van opruiende prediken maar wel in het verspreiden van een gedachtegoed en het praktiseren ervan dat ingaat tegen opvattingen en praktijken die overheid en en anderen graag als maatschappelijke consensus beschouwen en die ook als zodanig beschermen: vrijheid van meningsuiting, tolerantie, seksuele vrijheden, enzovoorts. Al Haddad is ultra-conservatief op die punten, maar bepleit tegelijkertijd ook actieve deelname van moslims aan de samenleving (mannen vooral) en dat moslims zich aan de wet houden van het land waar zij zijn. Daar zitten wellicht tegenstrijdigheden in, maar ook mogelijkheden en kansen voor jongeren. In die zin was de uitnodiging van ISA aan hem nog niet zo slecht bedacht.
- De commotie kwam vervolgens waarbij iemand anders het advies gaf zijn bijdrage in te kaderen in een debat. Daar was ik het wel mee eens; voor een academische setting is dat uiteindelijk beter hoewel ik er niet persé op tegen ben als studenten bijeenkomsten organiseren die dat niet hebben.
- Uiteindelijk besloot de VU het debat toch niet te laten doorgaan. Mijns inziens een slappe houding van het bestuur (niet van de direct betrokkenen voor de goede orde) met een welhaast episch slechte reden: de controverse was nu zo groot dat er geen debat meer gehouden kon worden. Juist een universiteit dient de plek te zijn waar controversiële debatten gehouden kunnen worden lijkt mij zo en de controverse was eerder een argument voor het doorgaan ervan dan voor het cancelen. Inmiddels had het extremistische weblog Amsterdam Post opgeroepen een demonstratie te houden voor de VU. Daarbij komt het erop neer dat de VU hiermee een toezegging aan haar studenten breekt. Als men echt problemen wil hebben, moet men dat zo doen temeer omdat, volgens ISA, de VU niet overlegd heeft met de studenten (tot na de commotie).
- Vervolgens kwamen Kustaw Bessems en De Balie op de proppen en namen het initiatief voor een debat over.
De uitspraken: jaja de context
Voorafgaand aan debat in de Balie stuurde het CIDI een rapport rond met de uitspraken die Al Haddad gedaan zou hebben. Het grote probleem daarmee is eigenlijk tweeerlei: de bronnen (ook die waar Brendel zich op beroept) zijn over het algemeen pro-zionistisch en islamofobisch. Ze hebben een zeer zwakke reputatie als het gaat om betrouwbaarheid, transparantie en evenwichtigheid. Daarnaast halen zij de uitspraken uit de context. Maarten-Jan Hijmans heeft er kritisch naar gekeken:
Abu Pessoptimist: Een omstreden sheikh en een uitnodiging die ten onrechte weer werd ingetrokken
Want, wat vaak uit het oog wordt verloren bij dit soort gevallen waarin beschuldigingen van antisemitisme vallen (en vooral als het gaat om gelovige islamieten), is de context. De preek gaat onder meer over solidariteit met de Palestijnen. En als ik het goed begrijp werd hij gehouden, zo’n tien jaar geleden tijdens de Tweede intifada, een periode waarin bijna 5.000 Palestijnen werden gedood. Als hij in de preek over ‘de Joden’ spreekt, bedoelt hij daar naar gangbaar Arabisch spraakgebruik de Israeli’s mee met wie dus een bloedige confrontatie gaande was op dat moment (zie ook wat Jan Dirk Snel hierover zegt). En als hij de Joden als ‘vijanden van God aanmerkt en als afstammelingen van apen en varkens’, is dat deels een verwijzing naar de Vijfde soera van de Quran, Al Ma’ida (vers 60). Waarmee ik niet wil zeggen dat Haddads tekst door de beugel kon , maar naar mijn bescheiden mening geeft deze achtergrond er toch een wat andere lading aan dan wanneer de uitspraken uit hun context worden gehaald.
Jan-Dirk Snel schrijft het volgende:
De omstreden shariageleerde – wat hij zei en wat we willen weten | Jan Dirk Snel
Twee veelvuldig aangehaalde zinnetjes kwamen me verdacht voor. Ten eerste de bewering dat joden ‘the enemies of God, and the descendants of apes and pigs‘, of in het Nederlands ‘de vijanden van God en de afstammelingen van apen en varkens‘ zijn. En ten tweede de uitspraak: ‘They are one of the armies of the devil‘, die in het Nederlands concreet wordt ingevuld: ‘Joden zijn een van de legers van de duivel‘. Onder de twee uitspraken in de Engelse en Nederlandse weergave heb ik meteen maar een Googlelink gestopt. En ja hoor: het gaat steeds over onze imam en vaak gaat het inderdaad om bronnen die zichzelf als joods aanduiden. Maar dat zegt uiteraard nog niets over de vraag of ze kloppen.
Ik zal het maar direct verklappen: volgens mij kloppen de citaten. En ik zeg er direct bij dat alle gegevens in de blog van Carel Brendel naar mijn bevindingen feitelijk juist zijn. Alle links heb ik nagetrokken. Hier beperk ik me tot de twee genoemde zinnetjes. Ze komen uit een toespraak of een preek die Jawad al-Haitham al-Haddad op 24 safar 1422, 18 mei 2001 dus, in Londen hield. Brendel gaf die bron op Al Minbar al in het Arabisch. Hij gaf alleen niet de beste link naar de vertaling. Op dezelfde site waar hij naar linkte, werd op 4 februari van dit jaar een gedeelte vertaald. Ik citeer dat stuk:
‘[W]e must reflect on the reality of the conflict between us and the Jews, the enemies of God, and the descendants of apes and pigs.
O brothers! The conflict between us and the Jews is religious, historic, civilizational, and infinitely complex; it is not bounded by time or place, and it has more than one dimension.
Yes, o brothers, this is the nature of the conflict. It is not a military conflict for a limited period on the land of Palestine. The battle in Palestine, such as that underway at the moment and that which took place in the past, is but one small part of this conflict.
There is no better example of this, o brothers, than our recognition based on an investigation of reality, that although the Jews do not occupy all our land in Palestine, in time they will take over parts of the Arab countries indirectly in a manner perhaps worse than the military occupation. For example: political and economic control, and all their efforts to gain cultural control, as well as their hard work towards normalisation [of relations]. This is only part of their management of this battle, of which realise its importance and our ignorance.
We know that the Jews are using all that they can to end this conflict in their favour. They are doomed and will lose. They are one of the armies of the devil, of which Allah the Almighty said: And incite [to senselessness] whoever you can among them with your voice and assault them with your horses and foot soldiers and become a partner in their wealth and their children and promise them. But Satan does not promise them except delusion. [17:64]
Did Allah not commands us to seek refuge from the devils of mankind and the jinn? Indeed, the devils of mankind are perfectly represented by these Jews. Do their Protocols [of the Elders of Zion] not say: “We must seduce the world with women and wine, through gambling and recreation, and if this is not sufficient then their reality will testify to this.”
O brothers: their weapons in this battle are like the weapons of Satan: all kinds of desires, money, women, alcohol, games, media, so-called sports and art. All of these are amongst their weapons.”
O brothers: their weapons in this battle are like the weapons of Satan: all kinds of desires, money, women, alcohol, games, media, so-called sports and art. All of these are amongst their weapons.’
Het gaat om een klein stuk van de totale toespraak, niet meer dan een tiende deel. Dit gedeelte begint op ongeveer een kwart of een derde van de tekst. Nee, ik kan geen Arabisch, maar ik heb de gehele tekst in Google Translate gegooid en daaruit kon ik duidelijk opmaken dat het vertaalde fragment aaneengesloten is en de vertaling lijkt me ook tamelijk accuraat. U moet het anders zelf ook maar eens proberen. En mensen die Arabisch lezen, kunnen uiteraard het hele verhaal controleren.
Het gaat om een toespraak uit 2001 toen de Tweede Intifadah gaande was en de sjeikh geeft grafische beschrijvingen van het onheil en het leed dat Palestijnen treft. De joden in zijn toespraak zijn natuurlijk in de eerste plaats de joden die in Israël wonen. Laat ik dit zeggen: het is niet altijd onbegrijpelijk dat mensen in het Midden-Oosten soms over ‘joden’ in plaats van over ‘Israëli’s’ spreken. De meeste soldaten van dat land zijn nu eenmaal joden en het gaat om een staat die zichzelf als joods verstaat. Je hoeft niet op alle slakken zout te leggen. Maar ook al valt de tekst tegen de achtergrond van de persoonlijke levensgeschiedenis van de sjeich misschien wel enigszins te begrijpen, hij doet de uitspraken toch maar. En het gaat om meer dan een felle positiekeuze in een concrete strijd, het gaat wel degelijk om een algemeen wereldbeeld waarin zeer generaliserend en in vijandige termen over joden wordt gesproken. En het lijkt me dat je hem daar op aan mag spreken. Dit is wat wij antisemitisme plegen te noemen.
‘s Avonds was Haddad eindelijk zelf te zien (wederhoor weet u wel) in het nieuws waar hij ontkende bepaalde uitspraken gedaan te hebben:
Liegt Haddad daarmee als hij de uitspraken ontkent? Wellicht, zoals Snel oppert, wist hij het niet meer tien jaar na dato. Als hij het wel wist, kan hij ook nog van mening veranderd zijn, maar dan zijn de ontkenningen nogal dom. Wel dienen ze in hun politieke context geplaatst te worden zoals duidelijk blijkt. Ze dienen tevens gezien te worden binnen de bredere context van het salafisme wanneer hij er op wijst dat de strijd tegen de ‘joden’ (Israëliërs) deel uit maakt van een grotere strijd. Binnen de salafi islam ziet men inderdaad de wereld verwikkelt in een eeuwige strijd tegen het kwaad (de duivel, het ongeloof) dat erop uit zou zijn het ware geloof te vernietigen. Dat resulteert in onder andere in een pleidooi om afstand te houden vanalles wat God verwerpt. Dat wil niet zeggen dat de houding van salafi moslims ten opzichte van ongelovigen er per definitie een is van afwijzing en haat. Integendeel zelfs, aangezien men ook wil dat ongelovigen zich bekeren tot islam neemt men tegelijkertijd een open en verzoenende houding aan. Dat dit weer resulteert in een nogal paradoxale en ambivalente houding moge duidelijk zijn maar het betekent ook dat Al Haddad’s ontkenningen, nuanceringen en uitwijdingen niet alleen pogingen zijn om antwoorden uit de weg te gaan. Ze zijn volledig consistent met die ambivalentie die inherent is aan het salafistische gedachtegoed. We zien dat ook terug in de fatwa’s op de site van de Islamic Sharia Council waar Al Haddad aan verbonden is. Ook Chaalan Charif wijst op de RNW site dat er ruimte is voor interpretatie van de uitspraken van Al Haddad. (EDIT20110219 – Zoals één van mijn ‘reaguurders’ opmerkte, het is de vraag of Al Haddad’s opmerking over de strijd tegen de joden inderdaad – alleen – betrekking heeft op de algemene strijd en wij-zij tegenstelling zoals ik die hier schets. Al Haddad doelt hier, en dat is mijn interpretatie, op zowel de strijd tegen de Israëliers (dat is immers de context van het stuk) en hij verwijst naar een groter (dan tegen Israël) en een specifiekere (dan die algemene) strijd tegen de joden.)
Het rituele debat
Na de oproep van het CIDI volgden kamervragen (antwoorden) van Joel Voordewind gesteund door andere partijen (samen de meerderheid in het parlement). Een en ander kwam, indirect, neer op een pleidooi om Al Haddad de toegang tot Nederland te weigeren. Al Haddad zou de invoering van sharia voorstaan en wanneer Voordewind het had over sharia, legde hij dat voortdurend retorisch uit met ‘handen afhakken’.
Hoewel niet direct zo gesteld is de suggestie wel degelijk dat de bedoeling is dat Al-Haddad geweigerd moet worden. Blijkbaar is Al Haddad niet de enige wiens uitspraken vol zijn met ambivalentie en ambiguïteit. Veel helderder was PvdA kamerlid Martijn van Dam die de studenten vroeg de uitnodiging in te trekken én stelt dat de studenten met hun uitnodiging de indruk wekken geen respect te hebben voor wat Van Dam ziet als ‘gedeelde waarden’ zoals respect voor andere bevolkingsgroepen, tolerantie ten opzichte van andere opvattingen en gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen. Een dergelijk gebrek aan respect zou teleurstellend zijn voor studenten aan de VU en afstralen op alle moslims in Nederland die daar voortdurend op aangesproken worden. Of zijn brief, de actie van het CIDI, de kamervragen en het gebrek aan hoor en wederhoor (op dat moment in het debat) wel bijdragen aan een respect voor datgene wat sommigen als kernwaarden presenteren is mij onduidelijk. De toon was er wel mee gezet. Het beroep op ‘onze’ kernwaarden (‘daar staan we toch allemaal achter?’ MvD) tegenover die van Al Haddad en de ISA en mogelijkerwijze ook van ‘gematigde’ (MvD) moslims. Voor sommigen zoals Van Dam en Brendel gaat het om ons inclusief de ‘goede moslims’; voor anderen om ons exclusief alle moslims. In ieder geval dienen ‘onze’ kernwaarden verdedigd te worden en aangezien de vrijheid van meningsuiting centraal staat hebben we daarin twee mogelijkheden: zijn komst tegenhouden of juist in het kader van de vrijheid van meningsuiting het debat aangaan.
Dat laatste was de strategie van Kustaw Bessems die al eerder na het Nationaal Islam Congres een interview met Al Haddad had. Tofik Dibi stemde in om mee te doen. De bedoeling van zo’n debat was niet het uitwisselen van standpunten om elkaar beter te begrijpen, maar confrontatie en Al Haddad te dwingen zich te verantwoorden. En als statement tegen anderen die censuur zouden bepleiten. Iets dat volledig paste in het dichotomische schema van ‘onze’ kernwaarden tegenover ‘vreemde’ opvattingen van Al Haddad zoals uiteengezet in vorige alinea. Het initiatief van Bessems en de Balie betekende dat het debat zoals de ISA studenten dat wilden werd overgenomen (of gekaapt?) door krachten die uitgingen van dat dichotomische kader. Natuurlijk was er ook het argument dat de vrijheid van meningsuiting voor iedereen geldt en dat we niet met twee maten moeten meten.
Tegelijkertijd zorgde het er natuurlijk ook voor dat Al Haddad wel een podium kreeg iets dat ook met de nodige vraagtekens werd bekeken onder meer door Amanda Kluveld en Nausicaa Marbe. De laatste stelt de vraag hoe ver onze tolerantie moet gaan ten opzichte van intoleranten en waarom notabene studenten zich bezighouden met gedachtegoed dat hen leert een ‘afwijzende vreemde’ te worden in Nederland. Kluveld bekritiseert dat het de studenten nu wel heel makkelijk wordt gemaakt en dat zij nogal slap zijn en dat Al Haddad, net als volgens haar Ramadan (toch echt een ander type prediker maar ok) de ongelovigen voor zich laat rennen. Anderen, zoals Hafid Bouazza, stellen dat Al Haddad per definitie geen ruimte geboden moet worden al is het maar omdat de islam zelf censuur zou kennen en omdat een en ander leidt tot vernedering en uitsluiting van de vrouw. Voor Bas Paternotte op Geenstijl was met name het optreden van de Halve Maan een staaltje ‘zelfislamisering‘ ten gunste van ‘mal figuur’ (zie ook AC) die ‘geen bedreiging’ vormt; zelfislamisering zou wel iets bedreigen (maar onduidelijk blijft wat). In het buitenland werd het hele gedoe juist niet gezien als een teken van zelfislamisering, maar als een goed voorbeeld van hoe een samenleving ‘het kwaad‘ aanpakt.
Vanaf dat moment kwam het circus in de hoogste versnelling. Bij zijn aankomst op Schiphol stond de halve Nederlandse media hem al op te wachten en hij mocht direct door naar het programma Halve Maan van de NTR. Daar deed zich iets opmerkelijks voor. Al Haddad wilde volgens de Halve Maan niet met een ongesluierde vrouw aan tafel zitten en dus vertrok presentatrice Naeda Aurangzeb. Dat deed zij terwijl iedereen het kon zien terwijl de afspraak ervoor al was gemaakt.
[youtube:http://www.youtube.com/watch?v=jE8ZZRHXRwA]
Daarmee wordt het opstaan een opzichtig statement; het is mij niet duidelijk welk maar het is ieder geval zeer breed geïnterpreteerd als een nederlaag. Zij had juist het statement moeten maken dat zij bleef zitten en dat hij dat maar de accepteren had in plaats van andersom, zoals onder meer Abdelkarim El-Fassi stelde op WBH. Nu wekte ze, in die interpretatie althans, de indruk onderdanig te zijn en te buigen voor een ‘achterlijke‘ moslim. Ik schat in, maar het is speculatie, dat zij juist de praktijk van Al Haddad wilde ‘ontmaskeren’; duidelijk maken waartoe het leidt als mensen als Al Haddad het voor het zeggen hebben. Of, ook speculatie, wellicht was het een protest richting haar redactie die immers ingestemd had met de eis dat hij niet door een ongesluierde vrouw geinterviewd zou worden. Dat iemand overigens eisen stelt aan het deelnemen aan een televisieprogramma is overigens op zich niets bijzonders. Niet geïnterviewd willen worden door een ongesluierde vrouw is in deze context natuurlijk wel heel opmerkelijk. Al eerder verscheen Al Haddad bij Nieuwsuur alwaar Mariëlle Tweebeeke hem interviewde via een verbinding omdat hij niet wilde zitten in het gezelschap van een vrouw die ‘ongepast’ gekleed is hetgeen al de nodige verontwaardiging opleverde.
Het Halve Maan incident verharde de dichotomie tussen ‘ons’ als verlicht en Al Haddad als ‘achterlijk’ ‘intolerant’ en eropuit om ons te islamiseren. Dat was dan ook de context waarin het debat in De Balie plaatsvond. Tussen de Halve Maan en het debat in was er overigens nog wel het besloten symposium van de ISA studenten; maar het lijkt wel alsof iedereen dat ontgaan is. Tijdens dat symposium lichtte Al Haddad zijn standpunt met betrekking tot zijn optreden in de Halve Maan nog eens toe. Hij stelde daarbij dat hij van mening is dat vrouwen zich moeten bekommeren om de kinderen en de familie; voor hem een belangrijk aspect van zijn geloof. Voor Al Haddad is het belangrijk consequent te zijn. Iets dat hij al eerder benadrukte, zodat mensen niet denken ‘hij zegt het een, hij doet het ander’. Als hij dan geinterviewd zou worden door een vrouw dan zou dat voor hem eigenlijk hypocriet zijn; immers zijn overtuiging is dat zij dit soort werk niet zou moeten doen. Omdat hij dus belang hecht aan consequent zijn, wilde hij niet geinterviewd worden door een vrouw.
[youtube:http://www.youtube.com/watch?v=CR7U42wf7zY]
Het was een nogal warrig debat dat volledig voldeed aan de wij-zij dichotomie. Dibi en vooral Bessems riepen, als het ware, Al Haddad op het matje en kwamen eigenlijk niet veel verder dan allerlei stereotype beelden over anti-semitisme in islam. Het idee van een verlichte Nederlandse samenleving met liberale moslims werd met verve uitgedragen. Daardoor kreeg Al Haddad het erg makkelijk; naar mijn mening hoefde hij nauwelijks pijnlijke zaken te ontwijken want daarvoor was de confrontatie een te makkelijk spervuur van beschuldigingen. Hij hoefde niet in te gaan op de tegenstrijdigheden binnen het salafistische denken zelf noch over de praktijken. Simpelweg omdat Dibi en Bessems niet goed genoeg op de hoogte zijn van de ins and outs van dat gedachtegoed. Het werd daarmee enigszins een beschavingsoffensief waarin ‘wij’ het gedachtegoed van Al Haddad wel moeten weerspreken. In dat kader bracht de actie van Ebru Umar die het niet pikte dat er aan tafel door mannen over vrouwen werd gesproken weinig taboedoorbrekend. Zij eiste het woord en ging daarom demonstratief aan tafel zitten (Al Haddad bleef zitten), maar was nauwelijks in staat hem van zijn stuk te brengen. Het viel dan ook verder niet op dat ze er zat en nog minder dat ze er op een gegeven moment niet meer zat.
Voor een andere mening zie Carel Brendel die stelt dat Umar juist het ongelijk van het programma de Halve Maan aantoonde; maar dat is precies mijn punt: het is zoveelste toevoeging aan een wij-zij schema. Dat was ook niet zo verwonderlijk want behalve dat de aanloop tot het debat en het debat zelf voldeed aan de wij-zij dichotomie onder sommige secularistische Nederlanders, voldeed het ook aan het goed-kwaad framework van de salafisten. Ook voor hen was het een demonstratie van het eigen gelijk: dat de ander voortdurend moslims aanvalt en niet schroomt om dat op valse gronden te doen. Ruimte voor nuanceringen is er in een situatie als deze nauwelijks of zelfs typisch voor anti-semieten volgens sommige zionisten. (Voor een iets ander wij-zij schema zie Bas Heijne.) De helden van het vrije woord tegenover de helden van de islam. De positie die atheïsten als Ehsan Jami en Damon Golriz daarbij innemen is natuurlijk interessant. Beide presenteren zich immers als ex-moslims die de idealen van de verlichting omarmd hebben. Damon Golriz heeft een uitgebreide versie van zijn commentaar tijdens het debat op internet gezet; terug te vinden bij Harry’s Place. Hij verwijst daarbij ondermeer naar een google-cache van een inmiddels verdwenen site waarin Al Haddad wordt opgevoerd als onderdeel van ‘islamitisch extreem-rechts‘ en waarin verschillende filmpjes en uitspraken van Al Haddad terug te vinden zijn over bijvoorbeeld huiselijk geweld en afvalligheid.
Opvallend zowel bij het debat in De Halve Maan en als bij De Balie, was verder de emotionele geladenheid onder de opponenten van Al Haddad met name in het programma De Halve Maan. In het geval van Naeda Aurangzeb op zich heel begrijpelijk natuurlijk; zij wilde een statement maken (denk ik) én voelde zich als vrouw en als moslim persoonlijk aangevallen. Met een dergelijk emotioneel debat waarin gevoelens van ongenoegen, gekwetstheid en walging worden geuit met betrekking tot de praktijken en uitlatingen van een ander, wordt de wij-zij tegenstelling bestendigd; het brengt degenen bij elkaar die die gevoelens delen en mobiliseert hen ook om zich uit te spreken. Daar tegenover stond de meer schriftuurlijke benadering van Al Haddad die bleef redeneren vanuit zijn interpretatie van de traditie daarmee op een soortgelijke manier zijn achterban aan zich bindend. De ontmoeting, of botsing, van deze twee stijlen van discussie botsten zodanig met elkaar dat het vervreemdende effect richting de opponent en het bindende effect richting degene die men toch al steunde, alleen maar groter geweest zal zijn.
Al Haddad kreeg tijdens in debat in De Balie voortdurend het verwijt om de antwoorden heen te draaien. De vraag is of hij dat echt deed. Wellicht met betrekking tot zijn uitspraken over Israël, maar voor de rest was Al Haddad eigenlijk heel consistent. Hij bood excuses aan mocht hij mensen van verschillende rassen en levensbeschouwingen beledigd hebben. Zijn opponenten wilden heldere eenduidige antwoorden, kregen vervolgens telkens van Al Haddad een heel exposé. Dat is logisch aangezien binnen het salafisme de islamitische antwoorden op hedendaagse vraagstukken helemaal niet zo eenduidig zijn als vaak gedacht wordt. Met betrekking tot mannen en vrouwen staat men op het standpunt dat deze complementair zijn en dat de rechten en plichten bepaald worden door de specifieke context. Wel probeerde hij voortdurend aan te tonen dat ‘het’ Westen met twee maten meet; geen onbegrijpelijk standpunt maar wel één die als jij-bak uitgelegd kan worden.
Eén van de weinige delen van de discussie die echt zin hadden kunnen hebben had bijvoorbeeld betrekking op de vraag van Bessems in hoeverre ‘de sharia’ in Europa toegepast kan worden. Daar wreekte zich echter het gebrek aan kennis bij Bessems om echt in te gaan op het nogal abstracte antwoord van Al Haddad en Bessems leek vooral op zoek te zoek naar de incompatibiliteit van mensenrechten en sharia. Al Haddad’s bewering dat familierecht bepalingen niet opgelegd moeten worden, maar aanwezig moeten zijn om in behoeften van sommigen te voorzien, had meer aandacht verdiend. Het toepassen van dergelijke bepalingen kan niet zonder sociale druk (zoals niets afgedwongen kan worden zonder sociale druk); en hoe verhoudt zich dat dan met de vrijheid in een bepaald land. Ook Tofik Dibi’s vraag naar de invloed, al dan niet gewild, van Al Haddad, was een uitstekende vraag. Maar ook daar ging men niet echt op door. Allerlei verwijzingen in het debat, onder meer naar Saoedi Arabië, lieten zien dat men eigenlijk nauwelijks wist uit welke ‘school’ Al Haddad komt (bepaald geen vriend van het Saoedische regime). (Of wat te denken van de bijdrage van Afshin Ellian die in een column nog maar even verwees naar Iran…).
Bessems aan het einde maakt de opmerking dat het uiteindelijk niet gaat om wie er is moslim is of niet, maar om wie (moslim en niet-moslim) er kiest voor individuele vrijheid; mensen maken hun eigen keuzes en dat is niet noodzakelijk de keuze die Al Haddad graag zou willen. Blijft nog de vraag, voor sommigen althans, waarom de ISA een bijeenkomst wil met zo’n man zoals Tamarah Benima zich afvraagt en die ook aan de Vrije Universiteit zelf gesteld is. Ogenschijnlijk gaat datgene wat Al Haddad de studenten leert immers regelrecht in tegen de dagelijkse praktijk van die studenten en in het bijzonder tegen de belangen en praktijken van vrouwelijke studenten. Daarmee zijn we aanbeland bij een redelijk klassieke vraag in de studie van religie: waarom willen mensen een boodschap horen die althans ogenschijnlijk ingaat tegen hun leven van alledag en hun belangen? Voor een licht andere kijk op het debat zie Jerry Springer Show in De Balie door Zihni Ozdil.
Tot slot:
Na het debat besloot Ehsan Jami aangifte te doen tegen Haitham al-Haddad vanwege zijn uitlating dat afvalligen in islam de doodstraf verdienen (hij vergeleek dat met de doodstraf op landverraad). In Schepper&Co lichtte hij dat verder toe in een gesprek met Tofik Dibi en GertJan Segers (ChristenUnie) over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting:
Voor ISA is een en ander waarschijnlijk een bittere pil en de hele gang van zaken kan ook elders op onbegrip (maar ook gemengde reacties) rekenen. ISA verwijt in een reactie op de site dat de VU gezwicht is voor politieke druk en dat men verzuimd heeft zich onafhankelijk en academisch op te stellen en na te gaan of de ophef enige grond had. Dat laatste is begrijpelijk. Zoals ISA zelf stelt zijn politieke partijen afgegaan op beweringen in de media zonder die zelf te controleren op googlen na dan; er is niemand die voor het kamerdebat zelf navraag zou hebben gedaan. Niettemin stelt men zich strijdbaar op en stelt niet te zwichten voor censuur en politieke druk. Zie ook hun stukken in NRC Handelsblad en Het Parool (1,2).
Haitham al Haddad heeft tenslotte nog twee boodschappen voor het publiek in Nederland:
Een boodschap aan het Nederlandse volk en de media! – Sheikh Haitham al-Haddad
[youtube:http://www.youtube.com/watch?v=dPtO3WiLJxU]
In een interview met Dawah-TV gaat hij in op het vraagstuk van de verhouding tussen mannen en vrouwen, in het licht van de recente commotie in Nederland:
[youtube:http://www.youtube.com/watch?v=dN4hG5byN7o]
Update 24 Maart 2012
Marokko | Maghreb.NL » Blog Archive » Moslimgeleerde Al-Haddad terug in Nederland
De Britse shariageleerde Haitham al-Haddad is een van de sprekers op de derde editie van het Nationaal Islam Congres op 8 april in Amsterdam. Hij sprak ook op eerdere edities. Hij is uitgenodigd, omdat hij een interessante spreker is, aldus organisator Saoed Khadjé, volgens NU.nl.
Israel & Palestijnen Nieuws Blog: Palestijnse extremist Al-Haddad spreekt in Amsterdam
Nog een paar antisemitische uitspraken van Al-Haddad:
· In the article ‘The Intifada and the Signs of Victory,’ (2001) Al-Haddad made a series of anti-Jewish statements; he states that Jews are the “eternal enemies of God” and that they “descended from apes and pigs.” An identical message was delivered by al-Haddad on 28.4.2003 at the Muntada al-Islami mosque in London.
· In the article ‘Who Are The Innocents?’, Al-Haddad proclaims that Muslims should “hate” the kuffar (unbeliever). He declares “Jews and Christians to be kuffar,” and that “hating them, and avoiding them” is a “necessity.”[2]
· (18 mei 2001). We know that the Jews are using all that they can to end this conflict in their favour. They are doomed and will lose. They are one of the armies of the devil, of which Allah the Almighty said: And incite [to senselessness] whoever you can among them with your voice and assault them with your horses and foot soldiers and become a partner in their wealth and their children and promise them. But Satan does not promise them except delusion
Did Allah not commands us to seek refuge from the devils of mankind and the jinn? Indeed, the devils of mankind are perfectly represented by these Jews. Do their Protocols [of the Elders of Zion] not say: “We must seduce the world with women and wine, through gambling and recreation, and if this is not sufficient then their reality will testify to this.”
Nederland 0 – 10 Al-Haddad | MarokkaanseKaas
Je kan het als moslim overigens eens of oneens zijn met Al-Haddad en diens opvattingen. Dat is een keus die elk individu maar voor zichzelf moet maken. Maar oh! Wat bleek vrij Nederland slecht te zijn in het verdedigen van waar men voor staat. Zoals een Spaanse topploeg haar tegenstander compleet kapot speelt, zo werd ook Nederland weggespeeld. Meer dan kalm blijven en simpele antwoorden geven, bleek genoeg te zijn om Nederland stil te krijgen en mensen van het vrije woord met de staart tussen de benen terug naar huis te sturen.
Nederland kan haatimam Al-Haddad vol trots en zelfvertrouwen ontvangen « George Knight
k denk dat de winst is dat het besef is gegroeid dat een open debat met gelijke wapens moet worden gevoerd en dat religiekritiek nodig is om religie op weg naar de moderniteit te helpen. In dit geval weg van de fundamentalistische variant van de islam. Ofwel, Al-Haddad mag eisen vooraf stellen, maar die hoeven niet gehonoreerd te worden als ze anderen schaden. Zo lijkt het me ondenkbaar dat Al-Haddad bij een volgend bezoek nog vrouwen van tafel kan weren. De organisator zal hoon treffen.
Haitham el Haddad in De Balie – een gemiste kans
’t Is mooi dat Baliedirecteur Albrecht ruimte bood voor een kritisch gesprek met de omstreden Palestijns-Britse imam El Hadad, die elders geweerd werd om wat hij misschien gezegd heeft en mogelijk bedoelde, maar echt van de grond kwam dat gesprek niet, en dat is jammer.
Artikelen Vriend Klei: Narnia, Nederland en de ‘seculiere meerderheidscultuur’
Als Pauw & Witteman een debat willen met een ‘echte’ moslim, vragen ze nooit een degelijke CDA- of PvdA-politicus. In plaats daarvan nodigen ze lieden uit als Mohammed Enait, de advocaat die niet wilde opstaan voor de rechter omdat hij het Nederlandse recht niet respecteerde, en Izz ad- Din Ruhulessin, de Nijmeegse student Arabisch en politicologie die in de Volkskrant Iran verdedigde toen men daar een overspelige vrouw wilde stenigen.
Ook het Amsterdamse debatcentrum De Balie heeft een fascinatie voor deze ‘echte’ moslims. Dat Kennedy en Meijers een punt maken, bewijst het debat dat op vrijdagavond 17 februari 2012 in Amsterdam werd gevoerd tussen de wahabitische geestelijke Haitam al-Haddad, journalist Kustaw Bessems en GroenLinks-Kamerlid en vrijzinnige moslim Tofik Dibi. Het debat en de commotie eromheen, ze hadden wel iets weg van een slecht uitgevoerde circusact.
Theodor Holman: “Ik moet de hele tijd verantwoording afleggen” | www.dagelijksestandaard.nl
Dan gaan we nog veel vaker horen: ‘Ik ben voor vrijheid van meningsuiting, maar dat mag niet gebruikt worden om Allah te beledigen.’ Als je de vrijheid van meningsuiting op welke manier dan ook gaat aantasten, dan ben ik zelfs bereid om de wapens op te nemen. Want dan gaat het fout.”
-Je ziet echt een helend element in de vrijheid van meningsuiting.
“Ja. Daarom is het ook goed dat je zo’n imam als Al Haddad laat spreken. Censuur is het verschrikkelijkste. Dat is lobotomie. Als dat te erg wordt met de censuur, dan pakken we de wapens en dan gaan we schieten.”
Opinie: Democratische censuur of hoe dit land de weg kwijt is | Welkom bij D66 Oldenzaal
Bijna twee weken geleden was er ineens veel ophef over de komst van sjeik Haitham al-Haddad naar Nederland. Een man die al vele extreme en verwerpelijke uitlatingen heeft gedaan. Dat mensen het niet met Al-Haddad eens zijn kan ik volledig begrijpen. De denkwijze van deze man en de daar uit voortkomende uitlatingen zijn middeleeuws en verwerpelijk. Iedereen heeft echter de vrijheid om te zeggen wat hij wil. Het is niet aan politici om te bepalen wat iemand wel of niet mag zeggen, dat is in een democratische rechtstaat enkel en alleen aan de rechter.
Wat hebben we nu geleerd van deze kwestie?
Wat hebben we nu geleerd van deze kwestie?
Nou dit: ‘Er was een sjeik in Nederland’:
http://www.metronieuws.nl/columns/er-was-een-sjeik-in-nederland/SrZlbB!m33kLPsYf4V0A/
@Martijn
Je eindvraag bracht me tot het volgende stukje:
http://georgeknightlang.wordpress.com/2012/02/29/nederland-kan-haatimam-al-haddad-vol-trots-en-zelfvertrouwen-ontvangen/
Martijn geeft op zijn blog een uitgebreid verslag van het bezoek van Haitham Al-Haddad aan Nederland . Hij vraagt wat we er van hebben geleerd. Ik denk dat de winst is dat het besef is gegroeid dat een open debat met gelijke wapens moet worden gevoerd en dat religiekritiek nodig is om religie op weg naar de moderniteit te helpen. In dit geval een fundamentalistische variant van de islam. Ofwel, Al-Haddad mag eisen vooraf stellen, maar die hoeven niet gehonoreerd te worden als ze andere schaden. Zo lijkt het me ondenkbaar dat Al-Haddad bij een volgend bezoek nog vrouwen van tafel kan weren. De organisator zal hoon treffen.
Opvallend is dat Haitham Al-Haddad zegt de ware islam te verkondigen en daarbij steun bij ISA-studenten vindt. Wie het curriculum van de islamstudie aan de VU leest krijgt een beeld van pluriformiteit. De steun roept de vraag op of die islamstudie wel zo modern is als de VU beweert. Het lijkt er niet op. Wellicht schreeuwen fundamentalisten het hardst, maar waarom hebben we geen gematigde studenten gehoord?
Positief opgevat kunnen we zeggen dat Nederland een sterke rechtsstaat is waar democratische instellingen optimaal functioneren. We hoeven niet bang te zijn voor een fundamentalist als Al-Haddad. Nederland kan tegen een stootje en dit type contestanten vol zelfvertrouwen ontvangen. Hij mag zijn opinie geven, maar zijn uitspraken moeten in een open debat nog harder en beter bestreden worden dan nu al gebeurde.
Prikkelend vond ik de uitspraak in De Halve Maan van Fouad el Haji dat de meerderheid van de Marokkaanse-Nederlanders vrijzinnig is. Is dat zo? De volgende slag die gemaakt moet worden is om ze in het publieke debat aan het woord te laten. Zodat ze Al-Haddad in een intra-islam debat massaal lik op stuk kunnen geven.
Moslims in Nederland krijgen bovenmatige aandacht. Een islamindustrie met voor- en tegenstanders houdt dat in gang. Schattingen van het aantal variëren van 210.000 tot 825.000. Het ligt eraan of men belijdenis of herkomst vooropzet. Ik schat het aantal op 350.000. Al-Haddad veroorzaakte een mediastorm, maar het idee dat het een loze dreiging door weinigen aan weinigen betreft wordt nog steeds onvoldoende uitgelegd.
“Wat hebben we nu geleerd van deze kwestie?”
Oplossing voor innerlijke vrede en een gelukkig hart.