Ramadan Campagne Orgaantransplantatie & Moslims
Net als vorig jaar heeft ook dit jaar de Nederlandse Transplantatiestichting (NTS) een campagne om de orgaandonatie door moslims te vergroten:
Religie en orgaandonatie
Het vorig jaar verschenen CBS rapport Het Donorregister: wie doet mee en wie niet? geeft enig inzicht in de vraag wie zich laat registreren als donor en of er relevante verschillen zijn tussen groepen. Het verhaal is dat moslims zich nauwelijks laten registreren. In ieder geval weten we dat van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders zich 86% resp. 90% niet heeft laten registeren (over de gehele bevolking is dat 60%). Maar dat is natuurlijk beperkt, we hebben geen beeld van andere minderheden en er wordt niet expliciet naar religie gevraagd.
Het rapport Orgaandonorschap en religieuze betrokkenheid in gemeenten geeft iets meer uitsluitsel: er is een zwakke negatieve samenhang tussen de orgaandonatie in een gemeente en de aanwezigheid van moslims, maar die zwakke samenhang wordt gekleurd door de lage aantallen. Als het gaat om christelijke religies: er wonen meer donoren in gemeenten met veel katholieken dan in gebieden met veel protestanten. En ook als er sprake is een hoger bezoek aan religieuze diensten is er een negatieve samenhang.
Er zijn in dit onderzoek dus twee indicatoren van religieuze betrokkenheid: identificatie en bezoek aan religieuze diensten. Het is bij die laatste overigens maar de vraag of je daarmee nu religieuze betrokkenheid meet (of wat dat dan is) aangezien die diensten ook een sterk sociale functie hebben. In alle gevallen gaat het om verschillen op groepsniveau, dus deze zijn niet zomaar op individueel niveau toepasbaar. Daarnaast spelen ook gezondheid en opleidingsniveau een rol bij de houding over donorschap. In Nederland heeft vooral Mohammed Ghaly veel onderzoek gedaan naar orgaandonatie in relatie tot islam en moslims (hij is stelliger over de negatieve houding van moslims over orgaandonatie dan ik hier) en volgens hem heeft de afhoudende houding te maken met een gebrek aan kennis over zowel de religieuze als sociale aspecten van orgaandonatie.
Ramadan campagne Nederlandse Transplantiestichting
Desalniettemin, suggereren de cijfers die er zijn dat er nog veel te winnen is als het gaat om het ter beschikking stellen van organen door moslims. De campagne is zo bezien ook logisch. Het is niet de eerste en ook niet alleen de NTS is hierin actief. Milli Görüs heeft enige tijd een actieve campagne gehad en CMO organiseerde enige jaren terug een grote bijeenkomst met onder andere geleerden uit het buitenland waarin werd aangegeven dat orgaandonatie is toegestaan mits er voldaan wordt aan enkele voorwaarden: het moet medisch noodzakelijk zijn voor de paitiënt, het besluit moet in alle vrijheid genomen worden en de wensen van de overledene moeten worden gerespecteerd, het mag niet voor financieel gewin en het moet technisch, medisch en sociaal opzicht behoorlijk en fatsoenlijk worden gedaan. Hoewel de standpunten van het gros van de schriftgeleerden lijkt te tenderen richting het toestaan van orgaandonatie, zijn er ook gezaghebbende uitspraken die het tegendeel stellen. Een probleem daarbij is echter wel dat die fatwa’s ten voordele van orgaandonatie nauwelijks online terug te vinden zijn.
De campagne van de Nederlandse Transplantiestichting bestaat, net als vorig jaar, uit diverse thema’s:
- Is orgaandonatie een verboden aantasting van het lichaam? https://www.youtube.com/watch?v=Myo9DNehzm4
- Verander je door orgaandonatie de wil van Allah? https://www.youtube.com/watch?v=QuD_9zmSO38
- Mag je als moslim je organen doneren aan niet-moslims?
De campagne wordt ondersteund door islamitisch theologen Rafik Dahman en Sefa Bagci. Het doel is ten eerste om orgaandonatie binnen de islam bespreekbaar te maken en ten tweede inzicht te geven aan het publiek in hoe de islam tegenover orgaandonatie staat. De vraag is echter wel, mijns inziens, of dat op deze manier bereikt wordt.
Islam als gedragscode
De bijdragen van de beide theologen zijn zeer interessant en constructief en hoewel in de discussies inderdaad sprake is van mensen die een helder antwoord willen op wat islam over deze begrippen zegt, is dat toch maar een deel van het verhaal. Het lijkt er een beetje op dat de NTS denkt dat als we maar duidelijk maken dat islam zegt dat orgaantransplantatie ok is, moslims dat ook vanzelf wel zullen doen en dat de NTS daarbij ook nog een vrij simpel beeld heeft over wat islam is: een geheel van do’s and don’ts.
Het gaat de mensen in de discussies niet alleen om wat islamitische regels en voorschriften zouden aangeven, maar ook om ideeën als barmhartigheid en rechtvaardigheid, sociale nabijheid en verwantschap, vertrouwen in de medische stand en om het antwoord op de vraag wanneer iemand dood is. Deze aspecten spelen allemaal in de overwegingen die mensen hebben om wel of niet te doneren en staan deels los van de vraag mag het of mag het niet, die de kwestie wel tot simpele proporties terug brengt maar weinig rekening houdt met de emotionele en morele overwegingen van het individu. Sommige overwegingen zijn misschien ingegeven door hun opvattingen over islam, anderen staan daar los van en wellicht gaan sommige overwegingen zelfs tegen de islamitische overtuigingen van hetzelfde individu in.
Ethische regimes
Een ander punt vloeit deels voort uit het vorige: de biomedisch ethische regime versus het ethische leefregime van het individu. Donorschap wordt vanuit de NTS ingevuld vanuit dat biomedische regime, iemand is bijvoorbeeld dood wanneer aangetoond kan worden dat de persoon hersendood is. Het is maar de vraag of individuen die donorschap overwegingen eenzelfde definitie hanteren en uit de reacties in de discussies op Facebook van de NTS blijkt duidelijk dat er ook niet echt over te discussiëren valt. Het feit echter dat hersendood als criterium geldt, geeft al aan dat definities over wanneer iemand dood is ook in de medische stand kunnen veranderen (honderd jaar geleden zou een dergelijke term compleet onbegrijpelijk zijn schat ik in) en de technologische medische vooruitgang brengt dus niet alleen allerlei mogelijkheden (zoals orgaantransplantie) met zich mee, maar ook allerlei nieuwe ethische kwesties en vragen.
Een andere botsing met het biomedische regime betreft het wantrouwen tegenover artsen en ziekenhuizen. Gebeurt de orgaandonatie wel correct en zorgvuldig? Houdt het voldoende rekening met allerlei gevoeligheden rondom, tijdens en door het stervensproces? Worden er geen medische missers gemaakt (die dan in de doofpot gestopt worden)? We moeten beide botsingen niet zozeer zien als een clash tussen islam en medische wetenschap mijns inziens, maar als een poging van individuele burgers om controle en autonomie te behouden over het proces van sterven dat enerzijds door God gegeven is vindt men, maar dat toch ook waardig en in overeenstemming met de eigen ethiek en moraal dient te geschieden. Hoewel ik persoonlijk een campagne om bekendheid en bewustzijn te vergroten over de noodzaak van orgaantransplantie een goed idee vind, vraag ik me toch af of deze campagne genoeg rekening houdt met de ingewikkelde overwegingen van individuen en de morele en ethische twijfels die de mens nu eenmaal eigen is.