“Je kunt altijd terugkomen tot het goede” – @Nieuwsuur over herbronnen, segregatie en waar gaat het heen?
***UPDATE: De antwoorden op de kamervragen zijn binnen. Zie onderaan.***
Afgelopen zondag zond Nieuwsuur een reportage uit die als strekking had dat ‘steeds meer jonge moslims leven naar strikte islamitische regels’. We zien twee mannen, Ali Houri en Abid Tounsi, die een lezing geven in Genk en later zien we Ali Houri nog een keer aan de VU. Ali Houri is een voormalige voetballer die prediker werd: broeder Elkhattab. Hij wordt in de reportage neergezet als ‘orthodoxe islam prediker’. Abid Tounsi was rapper Salaheddine (onder andere bekend van ‘Het land van…’), maar heeft nu de muziek afgezworen en vertelt over de keuzes die hij gemaakt heeft in zijn leven, in het bijzonder na de geboorte van zijn kind. Bij beide lezingen zitten mannen en vrouwen in dezelfde ruimte met de meeste mannen voorin en vrouwen achterin.
Een ‘zuivere islam’
Bij beide mannen staan de lezingen in het teken van het veranderen van je leven en een zekere vorm van empowerment. Het idee dat je daarvoor moet terugkeren naar wat men een zuivere islam noemt, is niet zo nieuw. Het is een fenomeen dat al is beschreven in mijn proefschrift (2008) en dat van Ketner (2008) en ook anderen schreven daar al eerder over.
Het is sowieso niet zo’n nieuw idee. Wat men doet is deels: ‘herbronnen’. Mensen gaan zich bezinnen op hun eigen leven bijvoorbeeld door middel van de vraag ‘wat zegt de islam nou eigenlijk?’. Dan komt bijna als vanzelf de vraag op ‘maar wat is die islam nou eigenlijk echt’. Het idee dat je dan gaat kijken naar de oorspronkelijke geschreven bronnen en de eerste generaties moslims, is dan niet onlogisch. Maar het zegt nog niet meteen wat er dan moet gebeuren. In dit proces van zelfreflectie waarbij ideeën over een authentiek zelf en een authentieke islam vaak bij elkaar komen (en wat ik ook wel herbronnen noem), is die islam uit de begintijd een soort wenkend perspectief. Het biedt nog geen concreet actieprogramma voor het hier en nu in het leven van de individuele gelovige, zo blijkt eigenlijk continu uit al het onderzoek. Predikers spelen een belangrijke rol om hier richting aan te geven: in die zin hebben ze gezag, maar dat is ook weer voorwaardelijk omdat jongeren zelf bepalen welke gezaghebbende prediker ze uitkiezen. Zie bijvoorbeeld het proefschrift van Daan Beekers (2015) over islamitische en christelijke jongeren waarin hij ook het fenomeen van rondreizende predikers behandeld.
Het herbronnen levert jonge moslims iets belangrijks op wat we ook terugzien in de lezingen van Tounsi en Houri. Zoals een van de geïnterviewde vrouwen zegt: ‘ook al heb je een slecht verleden, je kunt altijd terugkomen tot het goede’.
Waar zijn we mee bezig?
En daar zien we dan een scheiding der geesten in de uitzending tussen de moslims enerzijds en Nieuwsuur en Jan Jaap de Ruiter anderzijds. Waar de predikers en geïnterviewde mensen mee bezig zijn is de vraag: ‘waar ben ik mee bezig in de samenleving als moslim’? Dat is geen vraag over hoe isoleer ik me van de samenleving, maar een hoe participeer ik als moslim. Dus als ik niet kan bidden op het werk vind ik dat dan een probleem of niet? Het kan zijn dat men dat eerst geen probleem vond (zoals één van de geïnterviewden stelt), maar dat een herbronning leidt tot de conclusie dat dit toch een lankmoedige manier is om om te gaan met je geloof. Hetzelfde geldt voor de geïnterviewde die van de modewereld is over gestapt naar ander werk. Participatie staat daarbij centraal, sterker nog isolatie lijkt niet eens een optie te zijn. Het wordt in ieder geval niet genoemd.
Het idee dat je hier moet participeren en het idee dat de islam als religie een perfecte godsdienst is ook voor het hier en nu, betekent eigenlijk dat de geïnterviewde dames vooral praktische problemen zien. Bijvoorbeeld, als je zelf geen muziek meer wil luisteren, hoe ga je er dan mee om als vrienden en vriendinnen wel muziek luisteren?
Waar de verslaggever en ook Jan Jaap de Ruiter echter mee bezig zijn, is het vraagstuk van segregatie en integratie. Past dit wel bij de Nederlandse samenleving? En het kader lijkt dan toch heel sterk te zijn: hoe meer islam, hoe meer segregatie en hoe minder integratie. Signalen die voor hen wijzen op segregatie (zoals het stoppen met een mode-opleiding) worden eruit gepikt in het bijbehorende artikel. Dat dezelfde dame vermeldt gewoon ander werk gevonden te hebben waar ze blij mee is, wordt genegeerd. Je vraagt je af of men wel echt luistert naar wat die vrouwen te melden hebben.
Segregatie en salafisme
Opvallend is hier ook het segregatie argument. Volgens mij is dit de linkse variant van het islamofobe islamiseringsargument. Dat laatste verklaart iedere vorm van het scheppen van ruimte door moslims als (zichtbare) moslims tot een aantasting van de culturele identiteit van Nederland. Deze linkse variant ziet iedere vorm van het scheppen van ruimte van moslims als (zichtbare) moslims tot een zich afkeren van de culturele identiteit van de samenleving en een vorm van parallelle samenleving. Zie bijvoorbeeld de kamervragen die gesteld zijn door Zihni Özdil van GroenLinks:
Mannen die steeds meer jonge Nederlandse moslims indoctrineren tegen muziek, gendergelijkheid en “het gif van de moderne maatschappij”.
De Nieuwsuur-reportage van gisteren was schokkend. Daarom heb ik deze Kamervragen ingediend ?? pic.twitter.com/r9IbMGpKNR
— Zihni (@ZihniOzdil) 20 november 2017
Opvallend is ook hier dat er verwezen wordt naar het salafisme. Ook Jan Jaap de Ruiter doet dit. Het is echter niet duidelijk wat hier nu salafistisch aan is (Ali Houri was weliswaar in het verleden actief in kringen die zich rekenen tot de salafi methode van islam, maar is dat nu niet meer ook niet bij de As Soennah moskee die De Ruiter noemt). Wel wordt in het item op een gegeven moment door de verslaggever gesteld, dat de gesprekspartners willen leven volgens de profeet, ‘als een salafi’. De vrouwen antwoorden daarop, ‘Ja precies als een salafi.’ Maar wat wordt hier nu met salafi bedoeld? Het idee dat je terug moet naar de eerste generaties moslims om te weten wat de islam nu echt zegt? Het salafisme? Of nog wat anders. En hebben de verslaggeefster en de vrouwen met wie ze spreek het over hetzelfde? Mijn inschatting is van niet.
Özdil gaat er in zijn vragen vanuit dat de salafistische stroming groeit. Maar dat weten we helemaal niet, ook het WODC rapport waar hij zich op baseert geeft slechts een indicatie, maar kan geen cijfers geven (die zijn er ook niet). We weten ook niet of er meer moskeeën zijn die onder ‘salafistisch bewind’ staan (dat gaat ook al jaren op en neer), we weten niet of er meer bijeenkomsten zijn, maar de bijeenkomsten zoals in deze reportage zijn in ieder geval niets nieuws. En het label ‘salafistisch’ wordt hier als een verklarende factor beschouwd, maar gezien de ambivalenties, is dat toch wel hoogst problematisch.
Alarmisme en het surveillance regime
“Wist u hiervan?” is de vraag van de Nieuwsuur presentator aan Jan Jaap de Ruiter. Het is niet zo dat hier een terroristisch complot is ontdekt of massale fraude of iets anders illegaals. Nee, het gaat, volgens de presentator, om een ‘pleidooi tegen de moderniteit’. De Ruiter vindt het schokkend om te zien dat in de zalen mannen voor en vrouwen achter zitten: “dat is geen vooruitgang, tenminste dat vind ik.”.
Hier wreekt zich, naast de alarmistische betekenisgeving over een poging van moslims om vroom gedrag te verwezenlijken, een gebrek aan elementaire nieuwsgierigheid. Inderdaad, zoals De Ruiter terecht vast stelt, er is overal in Nederland muziek. Dus als je geen muziek wil, moet je je afscheiden van de samenleving zo is de gedachtengang. Bij De Ruiter. Niet bij de moslims in kwestie blijkbaar anders waren ze niet eens op de plek van bestemming aangekomen. Dus de vraag is, hoe doet men dat dan? Die wordt niet in de reportage gesteld. Want buiten de samenleving is toch wat lastig, wat bedoelt men daar dan mee?
De Ruiter veroordeelt niet de intentie van moslims om een zuivere islam na te streven, maar waar leidt dat naar toe is zijn vraag. Eén van de vrouwen zegt dat ze islam voor 20% praktiseert en dat ze naar 100% wil: ‘dan ben je bijna 100% van de samenleving afgekeerd’ zo is de redenering van De Ruiter. Maar wat is dat dan? Wat bedoelt zij met 100% en wat bedoelt De Ruiter met islam als hij dat ziet als tegenstrijdig met de samenleving? Immers, die islam is hier al jaren en het ziet er niet naar uit deze verdwijnt. En wat is dan die samenleving? En het gaat hier, deels, om studenten. Hoe zijn die zover gekomen dan als de islam hen tegenhoudt om te participeren? Ook de islam als verklarende factor voor gedrag, werkt hier niet in de analyse.
Vrij snel wordt hier dan ook de link gelegd met salafisme en vervolgens met geweld. Nu zit er veel tussen het volgen van de salafi methode en het daadwerkelijk gebruik van geweld, maar het is wel van belang dat dit altijd terug komt: “er hangt wel een donkere wolk van geweld boven” aldus De Ruiter. De Ruiter zegt daarmee niet dat iedereen hier geweld gaat gebruiken, maar plaatst wel alle salafisten en ook moslims in deze reportage in het risicobankje. Daarnaast zien we inmiddels dat de discussie over de vervroming van moslims een veiligheidsdiscussie is geworden: of het gedrag van moslims ok is, wordt afgemeten met de vraag hoe gevaarlijk het is. We zien hier de surveillance van moslims in het debat over moslims en vervroming wordt gezien als een indicator om het veiligheidsvraagstuk aan de orde te stellen.
De vraag is nu wat het probleem is? Mensen die zelf ervoor kiezen muziek te mijden en dan compromissen moeten sluiten? Mensen die geen volledige seksescheiding praktiseren, maar wel een praktische oplossing daarvoor zoeken? Of mensen die moslims die bezig zijn met herbronnen uiteindelijk in het verdachtenbankje zetten? Wie segregeert nu wie, wie plaatst nu wie buiten de samenleving?
Update
De antwoorden op de bovenstaande kamervragen zijn binnen.
AH 812
2017Z15869
Antwoord van minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid)
(ontvangen
2 januari 2018)
1
Bent u op de hoogte van de reportage “Meer jonge moslims leven naar strikte islamitische regels. Dreigt segregatie?”? 1)
Ja.
2
Herkent u het beeld uit de reportage dat steeds meer jonge Nederlandse moslims naar strikt islamitische regels (willen) leven,
zoals ook bevestigd in wetenschappelijk onderzoek? 2)
Uit de studie van het SCP naar ‘Moslims in Nederland’ uit 2012 blijkt dat moslims meer aandacht besteden aan hun geloof. De tweede generatie migranten gaat bijvoorbeeld gemiddeld vaker naar de moskee dan voorheen. Ook constateert het SCP een relatief hoge mate van religiositeit bij moslims in Nederland. Binnen deze brede context van de positie van moslims in Nederland is er ook een beperkt aantal mensen die kiezen voor een zeer strikte of fundamentalistische interpretatie van de islam. Vanuit de in Nederland geldende vrijheid van geloof houdt de overheid niet bij hoeveel jonge Nederlandse moslims naar strikt islamitische regels (willen) leven. Daar waar sprake is van niet-strafbaar, maar wel problematisch gedrag of van wetsovertredingen grijpt de overheid in.
3
Vindt u dat u de oproepen tot afzondering tegen “het gif van de moderne maatschappij” door orthodox-islamitische predikers bevorderlijk zijn voor de integratie en emancipatie van jonge Nederlanders met een migratieachtergrond?
Nee, ik vind het belangrijk dat iedereen meedoet in de samenleving, ongeacht achtergrond of geloof. Ik beschouw het aanzetten van anderen tot afzijdigheid van de maatschappij dan ook als problematisch vanuit het integratieperspectief.
4
Hoe kwalificeert u de gender-segregatie (in de reportage is te zien hoe zelfs op de Vrije Universiteit Amsterdam vrouwen achter mannen moeten zitten) tijdens bijeenkomsten waar orthodox-islamitische predikers jongeren indoctrineren? Vindt u dat patriarchale gender-segregatie niet bevorderlijk is voor de integratie van jonge Nederlanders met een migratieachtergrond? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Waar het mij om gaat is dat in Nederland mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn. Vanuit integratieperspectief vind ik het van belang dat er sprake is van ontmoetingen en contact op basis van gelijkwaardigheid. In dit specifieke geval gaat het om een bijeenkomst op een universiteit waar zowel vrouwen als mannen aan deelnemen, maar waarbij de vrouwen achter de mannen plaatsnemen. De universiteit verbiedt seksesegregatie in ruimtes die worden gehuurd. Dit is moeilijk als vrouwen en mannen vrijwillig apart van elkaar gaan zitten. Wanneer de universiteit daar signalen over ontvangt, gaat men met de betreffende zaalhuurder in gesprek.
5
Wat vindt u van de indoctrinatie tegen elke vorm van muziek tijdens diezelfde bijeenkomsten? Vindt u dat in een samenleving met een
publieke ruimte waar overal muziek te horen is, dit neerkomt op een oproep tot segregatie? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Zoals bij vraag 3 genoemd biedt onze democratische en pluriforme samenleving ruimte aan een grote diversiteit van (godsdienstige)
beschouwingen, opvattingen, waardepatronen en leefstijlen. Mijn inziens betekent dit dat je muziek categorisch mag afkeuren in je eigen omgeving of privé-domein, zolang de vrijheid van anderen in de samenleving om muziek te luisteren in de publieke ruimte maar niet wordt beperkt.
6
Bent u bereid te (laten) onderzoeken welke sociale druk de opmars van de orthodoxe c.q. salafistische islam legt op jonge Nederlandse moslims die zichzelf op een gematigde, seculiere of niet-religieuze manier willen ontwikkelen in de samenleving? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
In eerdere publicaties van onder meer de AIVD en de NCTV is vastgesteld dat de relatieve professionaliteit van Salafistische organisaties bijdraagt aan hun invloed op sommige, meest kwetsbare groepen. Het WODC onderzoek van 11 september 2017, waarnaar u in uw tweede vraag verwijst, laat zien dat Salafistische imams en predikers bijzondere aandacht hebben voor jongeren. Sommige jonge Nederlandse Moslims zijn kwetsbaar voor invloeden die hun participatie in de Nederlandse samenleving onder druk zetten. Het is van groot belang dat jongeren daartegen weerbaar zijn en dat jongeren in staat zijn eigen keuzes te maken. Het vergroten van de weerbaarheid van jongeren is onder meer onderdeel van de opvolging van het bestuurlijke overleg met de meest betrokken gemeenten dat in april jl. heeft plaatsgevonden.
1)
https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2203660-meer-jonge-moslims-leven-naar-
strikte-islamitische-regels-dreigt-segregatie.html
2) WODC (11 september 2017)
https://www.wodc.nl/onderzoeksdatabase/2739-salafistische-
moskeeorganisaties-in-nederland.aspx
Alles wat afwijkt van mainstream wordt door mainstream als bedreigend gezien en moet bestreden worden. Levend met antroposofie ervaar ik dit al tientallen jaren. Hoezo artikel 1 van de Grondwet?
Schokkend populisme van Groen Links!
“Groen Links” in de war !
Heb het ook gezien, heel interessant voor de antropoloog lijkt me en voor de mensen en politiek bezig met integratievraagstukken natuurlijk, vandaar de Kamervragen. Ik dacht direct aan The Invention of Tradition , de klassieker van Hobsbawm. En aan de idealen van het Manichaeisme, religie inmiddels ter ziele, maar 1000 jr lang van groot belang en impact in Midden Oosten, Noord Afrika en China. Ook daar het ideaal (de 100%) van een ascetisch leven (geen muziek, vlees,rijkdom, alcohol, seks)dat door een kleine minderheid uitverkorenen gepraktiseerd werd, maar door de gewone gelovige(20% of nog minder gerealiseerd) natuurlijk niet, alhoewel het in een later leven , na reincarnatie, wel zou kunnen, en dat wisten de volgelingen. Deze Manichaeers, en de verwante Katharen (Frankrijk) en Bogomielen (Balkan), werden in hun tijd om die afwijkende idealen overal vervolgd, gemarteld en terecht gesteld. De twijfels en kritiek die je nu ziet rond asceten en salafisten is dus niet meer dan een trifle vergeleken met het leed en die vervolging van vroeger. We gaan vooruit!
Het manicheïsme is niet dood. Het manicheïsme is een religie van vrijheid en liefde, Christelijke liefde, het kwaad niet veroordelen, maar ‘verlossen’. Etty Hillesum (1914-1943) zou je een voorbeeld kunnen noemen, zij veroordeelde het kwaad dat haar werd toegebracht niet en verbond zich begrips- en liefdevol met de belijders van dit kwaad. De Amerikaanse Marietta Jaeger, die de moordenaar van haar dochtertje vergiffenis schonk en de rest van haar leven actie voerde tegen de doodstraf, vandaag geïnterviewd in Trouw (kan geen link vinden) zou je een voorbeeld kunnen noemen. Het liefdevol verdiepen in de Islam is wellicht een voorbeeld; zo ook wellicht het wetenschappelijk bestuderen van islamofobie en daarvan onder andere verslag doen op deze blog.
Nog even ter verduidelijking. Met de laatste twee voorbeelden wil ik dus niet zeggen dat islam en moslims het kwaad zijn, maar de de haat en angst jegens islam en moslims.
Alles draait om art 1 van de grondwet. Gelijkheid voor iedereen, mannen/vrouwen,homo’s etc. en schuurt het nu precies. Daar past niet mannen/vrouwen apart om nog maar te zwijgen wat ze over homo/lesbo te melden hebben
Artikel 1 van de Grondwet geeft nu juist de betreffende mensen het recht zo gescheiden in die zaal te gaan zitten. Het artikel verplicht niet tot gemengd door elkaar te zitten.
Ik heb het interview niet opnieuw bekeken, maar ik kan me niet herinneren dat de geïnterviewden iets over “homo/lesbo” meldden.
In de USA heb je sinds 1960 die desegregatie, grex=kudde (van gelijken), betekent dus letterlijk tegen-ontkudding, en komt neer op schoolbussing van zwarte en blanke kindertjes naar gemengde scholen. In NL bestaat dit niet (bestond niet tot voor kort) vanwege lange gezamenlijke geschiedenis, opvoeding en cultuur, maar ik vraag me wel af: hoe moet het met de kindertjes van die salafisten op onze scholen? Mogen ze naar muziek luisteren, samen zingen? korte mouwtjes? school zwemmen?
en worden ze gepest? Ik ben dan toch geneigd naar: terug naar segregatie, birds of a feather, should flock together (de kudde, zwerm), gezellig onder elkaar en er is geen centje pijn meer! Al blijven sommige beroepen en functies (politie?) in het latere leven dan wel een gesloten deur. De universele rechten van de mens gaan vaak net een deur te ver, kijk naar Myanmar.