Racisme als retorische techniek – Baudet en kolonialisme
Spreken en denken in termen van ‘rassen’, is een techniek die mensen hanteren om menselijk verschil te definiëren, betekenis te geven, te reguleren en te erkennen. In de Europese historische en hedendaagse context geschiedt dit tegen de achtergrond van ideeën over de suprematie, ja menselijkheid, van de witte mens tegenover de inferioriteit, jawel onmenselijkheid, van de anderen. Hoe deze techniek invulling krijgt, kan verschillen per tijd en plaats en per actor. De indeling in ‘rassen’ kan geschieden op basis van een combinatie van essentialiserende ideeën over biologische kenmerken, over afkomst en herkomst, taal, cultuur en religie en gender. Met essentialiserend wordt hier bedoel dat een groep of individu die tot die groep wordt geclassificeerd, wordt gereduceerd tot die opgelegde identiteit. Bijvoorbeeld, een zwart persoon doet de dingen die hij / zij doet omdat hij of zij ‘zwart’ zou zijn. ‘Zwart’ heeft hier betrekking op ideeën over huidskleur, maar ook over afkomst (Een echte Europeaan is ‘wit’ bijvoorbeeld) en mogelijk ook religie (in het bijzonder in het geval van joden en moslims).
Hoe werkt ‘ras’ en racisme?
Een dergelijke techniek wordt ook gebruikt in politieke retoriek. Bijvoorbeeld in Wilders’ ‘minder minder’ toespraak met diens pleidooi voor etnische zuivering. Recent komt het ook terug, en zeer expliciet, in een toespraak van FvD leider Baudet tijdens het debat in de Tweede Kamer over het onderzoeksprogramma Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië 1945-1950. Hier stelde Baudet het volgende:
In deze tekst deel Baudet de mensheid in in de ‘zuidelijke’ (meridionale) delen van de wereld tegenover die van ‘ons volk’. De laatste is daarbij door ‘geografie, genetica en geschiedenis’ (herkomst, biologische kenmerken en historische vooruitgang) superieur (‘zegeningen van het Europese bestaan’) aan de eerste. De superioriteit wordt ook gekenmerkt, volgens Baudet, door generositeit: de bereidheid om als een ‘pelgrim’ in een ‘missie’ de inferieure volkeren deelgenoot te maken van de ‘zegeningen van het Europese bestaan’. Een het hoogtepunt van die missie om de eigen superioriteit genereus te delen (op te leggen, want dat was het) was kolonialisme.
Verder op in het debat stelt Baudet dat hij niet zou bedoelen dat die volkeren in Indonesië minderwaardig zouden zijn. En tot op zekere hoogte lijkt hij daar consistent in te zijn. Wat hij zegt namelijk is dat ze achtergebleven zijn op Europa (en daarom was het kolonialisme ook zo geweldig en genereus) want ze zijn van daar en niet van hier. Daarom kan hij ook stellen dat het ‘fantastische volkeren’ zijn dat hij alleen ‘verschillen’ benoemt en niet meerderwaardigheid dan wel minderwaardigheid.
historistisch racisme
Trap er niet in! Dit alles maakt Baudet’s speech niet minder racistisch, integendeel zelfs. In zijn werk maakt David Theo Goldberg een onderscheid tussen naturalistisch racisme en historistisch racisme. Naturalisme verwijst naar het pseudo-wetenschappelijke idee van de onveranderlijke indeling van de mensheid in biologische rassen. Dit idee heeft bij de meeste wel aantrekkingskracht verloren (en is wetenschappelijk gezien allang onderuit gehaald), maar niet helemaal verdwenen. Wel is er een andere vorm van racisme naast bekomen (en soms overlappen die elkaar), namelijk historistisch racisme. Dit is gebaseerd op een mythe van raciaal realisme: namelijk het idee dat het mogelijk is en noodzakelijk is om anderen te beschaven door ze onder te dompelen in de Europese cultuur. Historistisch racisme ziet niet-Europeanen als onderwikkelde mensen (en soms amper als mensen) die door goed onderwijs, bureaucratische systemen en waar nodig repressie beschaafd kunnen worden en deel uit kunnen maken van de vooruitgang die Europeanen al lang bereikt zouden hebben. Het koloniale systeem is in deze zo’n uiting van een genereuze beschavingsmissie. Het komt nog steeds neer op het ordenen van volkeren op hiërarchische wijze.
Het voordeel voor iemand als Baudet van historistisch racisme als retorische techniek, is dat je enerzijds racisme glashard kunt ontkennen (want veel mensen associëren dat met slavernij, Shoah en pseudo-wetenschappelijke biologie die niet meer bon ton is). Anderzijds kun je je zo presenteren als redelijk, beschaafd en rationeel. Dit alles is precies wat Baudet doet in zijn speech. Daarmee is overigens Baudet’s techniek ook weer niet zover verwijderd van meer mainstream technieken van racialisering en racisme: die zijn minder expliciet, minder generaliserend en meestal minder gericht op uitsluiting maar kennen in feite dezelfde werking. Ze dienen om de bestaande witte dominantie overeind te houden ten opzichte van minderheden die minder aangepast, minder ontwikkeld dan wel minder modern zouden zijn. Ze zijn allemaal (net als bij naturalistisch racisme) gebaseerd op het opleggen van eigen stereotype, generaliserende en essentialiserende ideeën over de cultuur van de Ander op die Ander.