Allochtoon, integratie en verkiezingen
De PvdA in Amsterdam wilde het woord ‘allochtoon’ schrappen. En later toch weer niet. Wat bedoelde men eigenlijk:
Als er problemen zijn met Antilliaanse, Turkse of Marokkaanse groepen dan noemen we dat als dat relevant is. Als bijvoorbeeld een bepaalde groep hoog scoort op de criminaliteitslijstjes en op werkloosheidscijfers, dan moet je die groep benoemen. Dan kun je daar actie op ondernemen. Dat is veel nuttiger. Als je zegt: allochtonen doen het slecht. Is dat schieten met hagel, omdat grote groepen het wel goed doen. Het gaat ons erom dat mensen een negatieve associatie met het woord hebben. Het staat gelijk aan problemen. En het wordt altijd tegenover ‘autochtoon’ gezet. Alsof het twee strijdende partijen zijn. Dat wij-zij denken moeten we tegengaan.’
Het woord allochtoon, of beter gezegd het begrippenpaar allochtoon-autochtoon is in zwang gekomen zo rond 1989 toen de WRR het rapport ‘Allochtonenbeleid’ publiceerde. Dit advies, later deels overgenomen, moest in de plaats komen voor het Etnische Minderhedenbeleid. Dit beleid werd als niet succesvol gezien omdat het onvoldoende inspeelde op de individuele verantwoordelijkheid van migranten (ja ja toen ook al), de werkeloosheid onder etnische minderheden nog steeds hoog was en de immigratie niet afnam waardoor ook ander beleid nodig was. Dit rapport is een belangrijk moment in het integratiebeleid in Nederland.
WRR:
- Positief inspelen op migratie
- Nieuwe term allochtonen
- Overheid heeft van minderheden zorgcategorieen gemaakt
- Overheid moet zich minder aantrekken van de eigen cultuur van migranten
De overheid vertaalde dit in:
- Integratie is het toerusten van mensen zodat zij zelfstandig hun positie kunnen bepalen.
- Van OETC naar OALT
- Inburgering / burgerschap
- Aanscherping vreemdelingenbeleid
- Geen Minderheden maar Integratiebeleid
- Actief uitzetbeleid
De studie van Fermin (1999) laat zien dat vanaf de jaren negentig over een breed politiek spectrum vragen worden gesteld bij de etnische en culturele diversiteit en in hoeverre dit kan worden toegestaan om de sociale cohesie te behouden. Identiteit, religie en cultuur worden door steeds meer politieke partijen als privézaken gezien en geen taak meer voor de overheid (zoals eerst met ‘integratie met behoud van cultuur’). Eén van de consequenties was dus de introductie van autochtoon-allochtoon. Over het algemeen wordt allochtoon-autochtoon vooral in het Nederlandse taalgebied gebruikt (Nederland en Vlaanderen). Wanneer het in andere talen gebruikt wordt gaat het meestal over Nederland (of Vlaanderen). Engelsen gebruiken meestal ‘migrant’, raciale termen (blacks), ‘ethnic minority group’ of ‘minority ethnic group’ voor allochtoon, Fransen vooral migranten of buitenlanders en Duitsers ook buitenlanders of migranten (nadrukkelijk met uitzondering van immigranten met een Duitse achtergrond). De betekenis van al die termen is overigens niet altijd helemaal gelijk. Zeker de Fransen gebruiken de term immigrant voor de eerste generatie en niet daarna, waar de Engelsen dat soms wel doen.
Ieder land heeft zijn eigen historische en culturele constellatie waardoor het overnemen van elkaars termen niet zo eenvoudig is. Nu zijn er genoeg argumenten die ervoor pleiten om het woord allochtoon (en dus ook autochtoon!) te verwijderen. Het is niet precies, de betekenis is niet altijd gelijk (soms worden migranten uit bepaalde landen aangeduid, soms migranten en hun nakomelingen) en de discussie over integratie heeft zich steeds verder versmald tot Marokkanen en Antillianen en moslims. Eén van de redenen om de term allochtoon in te voeren was ook het gegeven dat zich bij de tweede generatie migranten grote problemen voordeden. Dit viel niet onder de term migranten (zij zijn immers hier geboren) en dus moest er een term worden uitgevonden waaronder dat wel viel: mensen die in het buitenland geboren zijn of van wie minimaal één van de ouders in het buitenland geboren is, zijn allochtonen. Natuurlijk was het niet de bedoeling expats (en blanken zei de cynicus) hieronder te scharen dus werd vooral gericht op Afrikaanse landen en Aziatische landen. Met die generatiesprong (dus ook de tweede generatie meetellen) doet zich natuurlijk een probleem voor.
Wat als er (en er zijn genoeg signalen in die richting) zich ook bij de derde generatie problemen voordoen? Zijn dat dan ook allochtonen? En hoelang ga je dan door met mensen tot allochtoon benoemen ook al hebben ze problemen? Wanneer wordt iemand autochtoon? En bij alle etiketjes zijn we ook nog eens vergeten wat dat nou eigenlijk is autochtoon zijn. Zoals Von der Fuhr zegt (via Allochtonen-weblog) zegt:
Waarbij zouden ze moeten horen. Bij alle naamsveranderingen die we de buitenlanders hebben opgelegd, bij alle inburgeringstrajecten, zijn we vergeten te formuleren waaraan ze zich precies moeten aanpassen om als geïntegreerde burger mee te tellen. We hebben vergeten dat dwarsliggen en afwijkende meningen ons land hebben gemaakt tot wat het nu is. Uit angst voor het vreemde klampt Nederland zich vast aan de buitenlander als de negatie van de eigen identiteit. Wat we zijn, wordt bepaald door wat zij in onze ogen niet zijn.
Een mooi punt voor onze politici lijkt me. De campagne wordt totnutoe echter vooral beheerst door sociaal-economische issues hoewel iedere partij keurig een immigratie en integratie paragraaf heeft. Dat is op zich niet zo erg, maar de vraag is of men niet voorbij gaat aan gevoelens die onder bepaalde delen van de samenleving nog steeds leven. Volgens Maurice de Hond is het logisch: we (de kiezer) zijn integratie-moe. Dat wordt tenminste gesteld op basis van zijn recente peiling. Daar snap ik echter niet veel van. Volgens 13% van deelnemers wordt er teveel aandacht besteed aan integratie in de verkiezingsprogramma’s, 23% vindt te weinig en 47% vindt niet teveel/niet te weinig. Vinden mensen dat de grote partijen meer aandacht moeten besteden aan integratie (geen idee hoe zich dat verhoudt tot die vorige vraag): 32% ja, 55% nee. De politiek heeft goede maatregelen genomen om integratie te bevorderen: 42% ja, 50% nee. Verloopt de integratie van allochtonen (over wie hebben we het?) beter dan vijf jaar geleden: 38% ja, 45% nee. Integratieprobleem is groter geworden: 47% ja, 45% nee.
Met andere woorden een kleine meerderheid vindt dat de problemen groter zijn geworden, dat het niet beter gaat dan vijf jaar terug en dat de politiek niet de goede maatregelen heeft genomen. Maar we zijn wel integratiemoe: 68% ja, 23% nee. Wat zijn we dan precies moe? De allochtonen? (welke dan?), de politieke praat erover?, de problemen op zich? Met andere woorden een flut-enquete met vragen die zich totaal niet tot elkaar verhouden en die niet eenduidig zijn. Zo kan ik ook nieuws maken. Het is hoogstens een nieuw argument om het woord ‘allochtoon’ maar af te schaffen. Gezien het feit dat in mijn recente onderzoek Marokkanen en Nederlanders islam/religie/integratie wel degelijk heel erg belangrijk vonden (er melden zich zelfs ongevraagd mensen die niet mee wilden doen; toch ongehoord als je onderzoek doet en dat geeft goed aan hoe het onderwerp mensen bezighoudt).
Het multiculturele ongenoegen zit er nog steeds, bij allochtonen en autochtonen. Terwijl er genoeg vragen en kwesties overblijven dat maakt het plannetje van de PvdA mbt het woord allochtoon dus wel duidelijk. Het zou op termijn nog wel eens vergissing kunnen zijn om de strijd erover niet aan te gaan.