de Volkskrant – Binnenland – Zutphense voor Britse rechter
de Volkskrant – Binnenland – Zutphense voor Britse rechter
Zutphense voor Britse rechter
Achtergrond Van onze verslaggeefsters Janny Groen, Annieke Kranenberg
AMSTERDAM – Gekleed in een zwarte gezichtssluier en met handschoentjes verscheen de Nederlands-Marokkaanse Bouchra el H. (24) in september 2006 voor een rechtbank in Londen. Ze noemde slechts haar naam en geboortedatum en luisterde zwijgend naar de aanklacht.
El H., opgegroeid in Zutphen, wordt door de Britse justitie verdacht van het achterhouden van informatie over ophanden zijnde terroristische activiteiten. Dat is strafbaar volgens de Engelse antiterrorismewet uit 2000.Vandaag begint in Londen de inhoudelijke behandeling van de zaak tegen de eerste Nederlandse moslima die in het buitenland wordt vervolgd voor een terroristisch delict.
El H.’s zaak is gevoegd met die van haar Syrisch-Britse echtgenoot Yassin N. (27), die ze in 2003 leerde kennen tijdens een stage in Engeland voor haar opleiding tot assistent exportmedewerker. Kort daarop staakte El H. haar studie aan het ROC Aventus in Zutphen.
Na haar arrestatie zei de schoolleiding nooit iets te hebben gemerkt van ‘radicalisering’. Zij stond bekend als een ‘mooie, moderne meid’, die geen hoofddoek droeg en zeer ambitieus was.
El H.’s echtgenoot wordt verdacht van het voorbereiden van terreurdaden. Bij zijn aanhouding in mei 2006 op Luton Airport werden onder andere instructies voor het maken van antitankwapens gevonden. Centraal in de zaak tegen El H. staat een door haar geschreven brief, die is gevonden op de laptop van haar echtgenoot.
In die brief verheerlijkt zij volgens de Britse openbare aanklager ‘de voorgenomen jihadistische activiteiten van haar man en offert zij zichzelf en haar zoontje op voor toekomstig martelaarschap’.
Volgens haar Nederlandse raadsman Bart Nooitgedagt heeft El H. zich in die brief ‘poëtisch’ uitgedrukt. Haar woorden sproten voort uit haar fantasie. Zij heeft nooit jihadistische plannen gekoesterd, of haar eenjarige zoontje Mohammed willen offeren.
De Britse justitie maakt volgens Nooitgedagt uit de brief op dat El H. concrete informatie over terreurplannen van haar man bewust voor justitie heeft verzwegen.
Maar concrete informatie is volgens de raadsman helemaal niet in de brief te vinden. Hij vraagt zich af of het Britse Openbaar Ministerie zal afgaan op vage geschriften, ‘net als in Nederland in toenemende mate gebeurt in terreurzaken’.
El H.’s Engelse advocaat is de gerenommeerde strafpleiter Gareth Peirce, bekend van controversiële zaken die veel media-aandacht trekken. Ze heeft onder anderen de ‘Birmingham Six’ en ‘Guilford Four’ verdedigd, die allen (in verschillende zaken) onterecht zijn veroordeeld wegens IRA-bomaanslagen op pubs. Later werden zij vrijgesproken. Verder stond ze Abu Qatada bij, beter bekend als Al Qaida’s ambassadeur in Europa, en Bisher Amin Khalil al-Rawi, die gedetineerd was op Guantanamo Bay.
Peirce wil over de zaak van El H. nog niets kwijt. In Groot-Brittannië wordt het hele dossier ter zitting behandeld en lekt voorafgaand aan rechtszaken vrijwel niets uit.
Een opmerkelijk verschil in de behandeling van terreurverdachten tussen Nederland en Engeland noemt Nooitgedagt de detentieomstandigheden. Hij heeft El H., die vastzit in een speciale vrouwengevangenis, bezocht. El H. zit daar, anders dan terreurverdachten in Nederland, niet op een speciale terreurafdeling vast.