Bimbo's en Boerka's: de kunst van de rituele belediging
Zo dat was me het weekje van de belediging wel. En dat met één programma: Bimbo’s en Boerka’s.
Eerst de aankondiging waarbij te zien is dat Suhayb Salam tijdelijk de uitzending verlaat en vervolgens het gesprek tussen de meiden van halal en Hans Teeuwen.
De één vindt dus de aanblik van een minirok aanstootgevend terwijl andere mensen een dergelijke mening weer aanstootgevend vinden. De meiden van halal vinden de uitlatingen van Hans Teeuwen over islam en over hen beledigend en weer anderen hebben met problemen met het feit dat zij, met hun religieuze overtuigingen, de regie bepalen (of dat probeerden). En men verdedigt vooral het eigen recht om te mogen beledigen.We zouden het programma kunnen zien als ceremonie met rituele beledigingen met als doel de conflicten in een sociaal aanvaardbare en commercieel aantrekkelijke vorm te kanaliseren. Deze conflictsituatie wordt geuit via ridiculisering en provocaties, die breken met het poldermodel: de emoties worden niet meer ingehouden, maar openlijk getoond, de woorden zijn overvloedig en soms zeer rechtstreeks en de handelingen dramatisch. De omstandigheden tijdens de ceremonie (de context) en de vorm van de beledigingen, vaak van buiten geleerd, creëren immers « een symbolische afstand [ die ] het mogelijk maakt om de mogelijke gevolgen van de wederzijdse beledigingen te isoleren » (Labov 1978: 288).
Vooral de positie van Hans Teeuwen is hier interessant. Hij past in een lange traditie van kunstenaars die het verbale duel tot kunst hebben verheven en het ridiculiseren gebruiken als middel om hun boodschap over te brengen. Een lange universele traditie kunnen we wel zeggen. Of het nu in Mexico is, of rap muziek in de VS en Europa, arbeiders in de vroege USSR en daarvoor, de Arabische poëzie duels van vroeger en nu of de maanso poëzie in Somalië, een traditie van verbale duels en ridiculiseren (en anderen die zich daar beledigd door voelen) is van alle tijden en bestaat overal. Het is een veel gebruikte manier (en Hans Teeuwen stelt dat ook) om bestaande machtsverhoudingen te bekritiseren op verschillende manieren. Door machtsstructeren belachelijk te maken leg je een bestaande status quo bloot en kun je die proberen te veranderen. Tegelijkertijd zul je automatisch tegenkrachten oproepen van mensen die helemaal niet willen dat die status quo aangetast wordt (of in ieder geval niet op die manier); dat zijn de mensen die beledigd zijn.In het geval van Bimbo’s en Boerka’s worden er twee vormen van status quo aangetast. De eerste is dat religieuze opvattingen niet in de publieke ruimte (zouden moeten) thuishoren. Meer preciezer: religieuze opvattingen over seksualiteit en de positie van de vrouw horen hier niet thuis. Het weglopen van Salam en de opmerkingen over homoseksualiteit, zijn dan ook beledigend voor deze eerste groep. Terwijl Salam bijvoorbeeld juist een statement maakt doordat hij niet geconfronteerd wil worden met een vrouw in een minirok. Een zeer duidelijk in beeld gebracht statement voor dat doel; immers later zit hij gewoon wel in de uitzending waar datzelfde meisje ook nog steeds is. Op straat in Tilburg zal hij ook hiermee geconfronteerd worden, weglopen is dan helemaal geen statement.Het tweede is de status quo bij religie. De meiden van halal vinden dat Teeuwen iemands religie (i.c. de hunne) niet mag beledigen. Nu bestaat er geen recht op beledigen, maar ridiculiseren mag natuurlijk wel. Er is geen recht op beledigen aangezien het beledigd zijn altijd de indruk van een andere partij is; een subjectieve indruk van de ander die gekwetst is. Er bestaat geen enkel recht op die subjectieve indruk. Dat zou ook vreemd zijn, immers als je iemand wil beledigen maar dat mislukt omdat die persoon zich niet beledigd voelt, kun je die persoon dan ook aanklagen? Denk nu niet dat hieruit volgt dat volgens mij de vrijheid van meningsuiting aan banden gelegd dient te worden. Die is deels aan banden gelegd en dat is prima, maar uit mijn redenering volgt eerder dat bijna alles toegestaan is. De kracht van taal ligt immers niet in woorden zelf, maar in de interpretatie en het gebruik daarvan.
Maar goed terug naar de meiden van halal die beledigd zijn. Deze meiden, zoals iedere gelovige, hebben hun eigen religieuze beleving die gestoeld is op de overdracht religieuze en culturele tradities, persoonlijk ervaringen en de huidige sociale en politieke omstandigheden. Het ridiculiseren van hun geloof en hun geloofsbeleving wordt ervaren als een aantasting van hun eigen beleving; een buitenstaander die hun beleving belachelijk maakt. Het gaat er niet zozeer om dat een belediging voor de één, waarheid is voor de ander; een religie heeft een claim op de waarheid en ook Hans Teeuwen stelt de waarheid in pacht te hebben. Stellen dat je beledigt bent is eerder een poging van de meiden om buitenstaanders weg te houden van hun eigen definitie van wat geloof is. De stelling dat men beledigd is, is een poging om de ander de mond te snoeren. De ander die een bepaalde religie aanhangt of de ander die er een ander vrouwbeeld op na houdt.
Het is van belang te zien dat vrouwen en het vrouwelijk lichaam in relatie tot religie en cultuur hier een grote rol bij spelen. Het statement van Salam was (onder meer) een kritiek op de wijze waarop in Nederland wordt omgegaan met ‘de vrouw’ en de betekenis van de term emancipatie. De wijze waarop Teeuwen omging met de dames van halal kan op die manier gezien worden als een teken van de overwinning van de Nederlandse cultuur, terwijl het weglopen van Salam een belediging is of juist een teken van een sterk geloof, maar ook kan de aanwezigheid van vrouwen met een sluier in verband worden gebracht met opvattingen over ‘het westen‘. Het vrouwelijk lichaam is de belichaming van wat gezien wordt als de grens tussen islam en de Nederlandse cultuur.
Uiteindelijk gaat deze discussie dan ook helemaal niet over de vrijheid van meningsuiting, maar over de positie van religie, religieuze opvattingen en personen in de publieke ruimte. De islam springt er het meeste uit, maar dezelfde discussie is ook relevant voor christenen, blijkt uit de uitzending van bimbo’s en boerka’s. Uit de reacties blijkt ook dat de scheiding er niet één is tussen tussen de mensen die hun leven laten afhangen van oude mythen en zij die de veelvormigheid van post-modern Nederland omhelzen, maar tussen enerzijds degenen die vinden dat het publieke domein ruimte moet geven aan (in hun ogen) tolerante seculiere opvattingen en niet aan religieuze opvattingen (bij de meesten hoogstens de tolerante) en anderzijds degenen die een plek claimen voor hun religieuze opvattingen (bij sommigen zelfs als ze ten koste gaan van seculiere opvattingen).
Om in stijl af te sluiten een gedicht van Haydar Moussa die zich beledigd voelde en daardoor geïnspireerd werd tot de volgende tekst die anderen weer zeer beledigend vonden:
To whom it may concern
Or to the person
Who feels targeted
Who asked you to express yourself?
Who gave you the right to speak
To bark like dogs in the streets
In the end to insult,
Judge and say things
Insensitive and cursed?
That’s not freedom of expression.
So stop talking of freedom
If you don’t know what it means
Stop talking of democracy
If you act like a tyrant
Stop talking of dignity
If your words are disrespectful.
My veil is not a kerchief
It’s my skin
My modesty, my dignity, my respect.
And if you, old-stock immigrant woman,
You have neither faith nor law
And you spent your youth drunk
And went from one male to the next.
That’s not the case for me.
Go Haydar!