Volkskrant | Ghorashi & Spijkerboer – Nieuw: racisme zonder ras
Interessant artikel op 6 maart in de Volkskrant van Halleh Ghorashi en Thomas Spijkerboer; beiden hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Volgens hen bedreigt anti-islamitisch racisme de burgerlijke vrijheden in Nederland.
Racisme is een woord dat in Nederland onmiddellijk ontkenning oproept. Nederland ziet zichzelf als een open en tolerante samenleving en racisme past daar niet bij. Dit zelfbeeld is een gevolg van de pijnlijke herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog.
Europa heeft – het is al vaker vastgesteld – met een nieuw soort racisme te maken: racisme zonder ras, maar gebaseerd op een homogene en statische notie van cultuur als grond voor uitsluiting. Bij het nieuwe racisme is het (al dan niet vermeende) culturele of religieuze verschil de basis voor ongemak, afkeuring of angst.
Velen zullen een dergelijke parallel als extreem ervaren. Er is in de verste verte geen sprake van het uitroeien van groepen op basis van religieus of cultureel verschil. Toch zou het niet onlogisch zijn om waakzaam te zijn voor de opkomende islam-allergie in Nederland. Regelmatig herhaalde, extreem negatieve uitspraken over een bepaalde bevolkingsgroep kunnen ertoe leiden dat een achtergestelde positie van islamitische Nederlanders vanzelfsprekend wordt. Dat een niet-moslim die iemand met een moslimuiterlijk ziet, of een artikel van een moslim in de krant leest, meteen denkt: ‘achterlijk, gevaarlijk, onbeschaafd’. De huidige extreme uitspraken over moslims kunnen ertoe leiden dat we het legitiem gaan vinden dat een groep geschoffeerd wordt. Racisme is schadelijk lang voordat het genocidaal wordt.
Daarnaast draagt de aanzwellende anti-moslim-atmosfeer bij aan de teloorgang van de morele traditie van burgerlijke participatie en debat, die essentieel is voor het handhaven van de rechten en vrijheden van iedereen. In een democratische rechtsstaat worden de rechten en vrijheden van minderheden bewaakt, niet alleen door de staat, maar ook door de burgers zelf. Het gevaar van populisme is dat de meerderheid de minderheid de wet gaat voorschrijven. Burgers moeten dus op hun hoede zijn als populisme de kop opsteekt. Als er iets is dat een democratie kan bedreigen, is het de geldingsdrang van de meerderheid. Juist wanneer er sprake is van maatschappelijke spanningen en onbehagen moeten we ons niet laten meeslepen door angst en ongenoegen.
Afgelopen weken is er op aangedrongen om het dragen van een boerka in het openbaar vervoer te verbieden. Tegelijkertijd roept Iran Nederland op de film van Wilders te verbieden. Een van ons was in Iran jarenlang verplicht een hoofddoek en andere islamitische kleding te dragen. Het recht van de seculiere minderheid werd overruled door de wens van de zogenaamd islamitische meerderheid. Wanneer de meerderheid zonder legitieme argumenten eigen normen en waarden oplegt aan een minderheid, is de vrijheid in gevaar – niet alleen de vrijheid van de minderheid die toevallig op dat moment het onderspit delft. Wat is de grens van het anders zijn? Mogen we binnen een democratische rechtsstaat de boerka (die als teken wordt gezien van radicalisering van moslims) of de film van Wilders (die als teken wordt gezien van de radicalisering van rechts) verbieden?
De vraag is wat ons betreft niet: zijn we voor of tegen boerka of Wilders, maar: wat zegt zo’n verbod over de samenleving die we willen zijn. Een tweede vraag is: wat is het effect van zo’n verbod op islamitische, respectievelijk rechtse radicalisering in Nederland?
Een verbod op de boerka of de film zal de islamitische of chauvinistische ‘assertiviteit’ aanwakkeren. Je kunt een ontwikkeling niet tegenhouden door haar te verbieden. Wat wel zal werken, is aandacht voor de groeiende spanning in Nederland; voor de mate waarin frustratie en ressentiment discussies domineren, in plaats van goede argumenten. Discussie zelf is niet waar een democratische cultuur voor staat, maar wel voor een discussie waarin verbinding centraal staat. Met beledigingen kun je in een discussie niets bereiken, behalve het aanwakkeren van haatgevoelens. Wat we in Nederland nodig hebben, is het besef dat we elkaar nodig hebben. Verbinding door goed doordachte argumenten is de enige remedie tegen de groeiende radicalisering en het nieuwe racisme in Nederland.
Het belangrijkste wapen om de kwetsbare vrijheid te verdedigen, is het vermogen van burgers om open met elkaar in debat te gaan. Zonder taboes, maar ook zonder beledigingen. Het gaat om de bereidheid van burgers zich in te zetten voor hun eigen vrijheid en ruimte, maar evenzeer voor de vrijheid en de ruimte van de ander met wie zij het oneens zijn. Deze morele burgerlijke traditie vormt de kracht van elke vitale democratische samenleving, en is het enige dat de macht van het populisme kan tegenhouden. Deze traditie is sterker dan je zou denken. Want zij kan vorm krijgen op elke plek waar burgers met elkaar in discussie gaan: in de klas, het café, gebedshuizen en op de bushalte. Laten we aan die traditie, nu het erom begint te spannen, vorm geven waar en wanneer we maar kunnen.