Imam Budak
In De Pers: Geen aangifte bij verkrachting
Door: Peter Wierenga
Een vrouw die is verkracht, hoeft niet per se aangifte te doen, vinden de vrouwen van de Turkse moslimkoepel Milli Görüs.
De Hogeschool Inholland ontsloeg vorige week de Turks-Nederlandse imam Bahaeddin Budak, die daar islamdocent was. Budak had in zijn rubriek op de website van de Nederlandse Islamitische Omroep een vraag behandeld van een 17-jarig meisje van Turkse afkomst. Zij was verkracht door haar neef. Budak begon zijn antwoord met de opmerking dat een vrouw niet alleen in een kamer mag verblijven met een man omdat dit risico’s geeft. Hij gaf haar drie opties: óf aangifte doen, óf iemand buiten de familie inlichten, óf haar neef vergeven en zwijgen.
Dat is niet volgens de Nederlandse rechtsorde en past niet in ‘de Nederlandse cultuur’, oordeelde directeur Geert Dales van de Hogeschool. Verkrachting is een zwaar misdrijf en daarom had Budak erop moeten aandringen sowieso aangifte te doen.
Onbegrijpelijk, aldus voorzitter Canan Uyar van de vrouwenfederatie van Milli Görüs. ‘Het is een gepast advies’, schrijft ze op het internet, onder de kop: Imam Budak heeft correct gehandeld. ‘Wat zou Inhollands reactie zijn als dit meisje vervolgens zou zijn verstoten, met dwang was uitgehuwelijkt aan haar neef of vermoord zou worden? Als moslimvrouw sta ik volledig achter zijn advies. … Maar dat het schoolbestuur een docent gaat ontslaan omdat hij een vraag beantwoordt met de argumenten uit de Koran en overleveringen is onbegrijpbaar.’
Uyar staat niet alleen in deze visie. De achterban van de Turkse moslimkoepel telt zo’n dertigduizend personen. En Uyar is nog wel van de relatief gematigde tak.
Ook in de tientallen reacties op de website klinkt verbittering door. De vrijheid van meningsuiting geldt kennelijk niet voor een imam, zo constateren moslims.
‘Heel ouderwets om de vrouw de schuld te geven van verkrachting,’ zegt Clementine van Eck. Zij is eerwraakdeskundige, vooral bekend met de Turkse gemeenschap. ‘Dit is typerend voor het oosten van Turkije. Daar wordt in dit soort zaken altijd de vrouw vermoord. De man krijgt nooit de schuld.’
Van Eck erkent wel het risico van een aangifte. ‘In de rechtszaal is het vaak het ene woord tegen het andere, met als gevolg hooguit een taakstraf. Intussen is de eer van het meisje door alle publiciteit besmeurd en kan ze een huwelijk wel vergeten. Of loopt ze zelfs het risico om vermoord te worden.’
De deskundige, die vaak samenwerkt met politie en justitie, pleit daarom voor zwaardere straffen voor verkrachting. Tot die tijd wijst zij slachtoffers op een tussenoplossing. ‘Het slachtoffer kan een melding doen bij de politie.’ Het verschil met aangifte is dat er geen strafzaak volgt en de dader niet wordt ingelicht. ‘Maar hij staat dan wél in de politiesystemen. Zo’n dossier kan in latere zaken een rol spelen.’