Een wekelijks portie burgerschap 22 – Buiten spelen
Uit de burgerschapskalender:
Balletje trappen, hinkelen, tikkertje met verlos. Kinderen willen de ruimte op straat. Op de Nationale Straatspeeldag worden straten afgesloten en wordt aandacht gevraagd voor een verkeersveilige inrichting van buurten en wijken. Maar ook voor verkeersveilig gedrag. Niet harder dan 30 km rijden in een woonwijk, de auto niet op de stoep zetten, ons in een kind verplaatsen.
2 juni Nationale Straatspeeldag
www.veiligverkeernederland.nl
De straatspeeldag. Niets is zo verwonderlijk voor een boerenjongen als een straatspeeldag. Hoezo kinderen willen de ruimte? Ik trok mijn laarzen aan, ging de misse op en vervolgens het land. Ongeveer 15ha aan land, dan een weg over en dan de bossen in. Er hoefde niets afgezet te worden. Een dergelijke verwondering is altijd goed voor een antropoloog zeker als de straat waar hij nu woont ook is afgezet voor de Nationale Straatspeeldag. Wat is er aan de hand? Het komt erop neer dat onze leefomgeving en de publieke ruimte eigenlijk is gekoloniseerd. Dit gebeurt door de overheid die met bestemmingsplannen een ruimte kan categoriseren door te stellen dat deze bijvoorbeeld een winkelbestemming heeft, of een woonbestemming of een industriebestemming. Daarmee staat voor jaren de inrichting en bebouwing van deze ruimte deels vast. Mensen kunnen bezwaar maken, maar vaak niet tegen de grote plannen en doelen zelf; alleen op detailniveau. Een verdere kolonisering vindt plaats door projectontwikkelaars en andere private ondernemingen (zoals aannemers, winkelcentra, horeca, industriële ondernemingen enzovoorts) met opnieuw (zie de VINEX wijken) weinig inbreng van individuele burgers. Het enige dat daadwerkelijk overal doorheen lijkt te komen zijn allerlei vormen van consumentisme zoals McDonalds die je inderdaad overal terug kunt vinden.
Dat wil niet zeggen dat burgers compleet machteloos zijn. Zo woonde ik eerst in een prachtwijk waar de bewoners midden in de zomer een zwembad midden op straat zetten, met kratjes bier en parasols eromheen, stoelen en tafels. Altijd zonder vooraf toestemming te vragen en zonder ook maar één haar op hun hoofd die eraan dacht te boel op te breken omdat een politieman of -vrouw dat zei. Vervolgens zette de politie de boel maar netjes af zodat het niet lokale verkeer niet zo dom zou zijn zomaar die straat in te rijden. Daarmee maakten deze inwoners hun eigen domein; wel binnen de fysieke structuur van de straat en uiteindelijk gedoogd door de lokale overheid.
Iets dergelijks is de Nationale Straatspeeldag ook. Het idee was een jaar of 20 geleden dat ouders en kinderen wilden protesteren tegen de verkeersonveilige omgeving. Hoe spontaan dat was weet ik niet. Door middel van Veilig Verkeer Nederland is er een sterk educatief tintje aangegeven dat uiteindelijk de daadwerkelijke fysieke structuur niet zal veranderen (daarvoor zijn meestal toch wel een paar dodelijke ongelukken nodig). Feit is ook dat het samenvalt met de Buitenspeeldag wat een initiatief is van tv-zender Nickelodeon, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en Jantje Beton om te stimuleren dat kinderen buitenspelen. Nickelodeon zendt dan ook niet uit. De betrokkenheid van Nickelodeon, VNG, VVN en Jantje Beton betekent wel een vervreemding van de ruimte als speelplek voor ouders en kinderen omdat het niet op hun voorwaarden plaatsvindt (je moet ook altijd een vergunning hebben van de gemeente). Verder dient men zich natuurlijk ook hier aan regels te houden; het traditionele zandgevecht zoals wij dat vroeger hielden (en ja er kon wel eens per ongeluk een steentje tussen zitten) is vast niet toegestaan.
Er zijn enkele groepen die zich deels en op improviserende wijze aan deze kolonisering onttrekken. En is het verbazingwekkend dat deze groepen over het algemeen nogal wat commotie veroorzaken. Denk aan zwervers die de straat gebruiken als slaapplek, denk aan vrouwen met niqaab wier kleding schijnbaar ingaat tegen expliciete en impliciete gedragsregels, denk aan hangjongeren. Er wordt vanalles geprobeerd om deze toch weer in het gareel te krijgen: men haalt mensen van de straat (bijvoorbeeld bij een internationale top), er zijn niqaab- en burqaverboden voor openbare ruimtes en hangjongeren worden geconfronteerd met veiligheidszones, preventief fouilleren en het bijhouden van lijsten van in de gaten te houden jongeren zoals in Rotterdam gebeurt. Denk maar niet dat dat gaat helpen. Zwervers keren gewoon terug. Vrouwen dragen toch hun niqaab wel, desnoods alleen op plekken waar het wel kan, en die hangjongeren blijven hangen; het is hun plek, zij bewonen die en staan het niet zomaar af. Dergelijk gedrag is voldoende voor nog meer commotie natuurlijk.
De praktijken van sommige groepen zoals hangjongeren wijzen dan ook vormen van ‘everyday resistance’ zoals die beschreven zijn door De Certeau in zijn Practices of Everyday Life. In dat boek focused op hij de micro-politics van mensen die er afwijkende praktijken op na houden om te overleven in een ruimte die in feite niet van hen is. Zij hebben namelijk te maken met strategieën van hen die de macht in handen hebben. De machtigen stellen hun eigen plaats veilig door de wereld om hen heen te domineren. Een dergelijke dominantie komt mede tot stand door strategieën waardoor de Ander tactieken moet bedenken om hun plaats in die ruimte veilig te stellen. De tactiek van de Ander is per definitie subversief, maar niet zonder meer als verzet aan te merken ook al gebeurt dit in het geval van de dames met niqaab en soms met (Marokkaans-Nederlandse) hangjongeren wel. Zonder duidelijk in de aanval te gaan probeert men via improvisatie te komen tot een eigen orde en productie die de dominante orde ontwijkt, ontregelt en soms tijdelijk een halt toeroept. Het gaat dus veel meer om uitdagen, improviseren, verschuiven en creatieve aanpassing aan de kolonisatie van de ruimte. Zo zou de straatspeeldag en buitenspeeldag ook bedoelt kunnen zijn. Maar hier doet zich wel iets interessants voor als we er even vanuit gaan dat deze straatspeeldag en buitenspeeldag in eerste instantie het gevolg is van gevoelens van onbehagen over het gebrek aan speelruimte en veiligheid op straat voor kinderen. Deze zijn dan vervolgens omgezet in collectieve en ge-institutionaliseerde actie vanuit het maatschappelijk middenveld en de commercie. Het zou interessant zijn om te zien op welke momenten en hoe vormen van alledaags verzet overgaan in meer georganiseerde vormen van collectieve actie en sociale bewegingen én wat dit vervolgens betekent voor het alledaagse leven van de mensen om wie het in eerste ging.