Wilde Beweringen over de Opstand
Guest Author: Robbert Woltering
Het artikel dd. 8 februari van CIDI-medewerker Marthe Tholen, waarin deze waarschuwt tegen wat zij ziet als de gevaren van de democratische opstand in Egypte, bevat een aantal fouten. In tegenstelling tot wat zij beweert is Mohammed Ghanem niet een van de leiders van de Moslim Broederschap. Zijn vermeende uitlatingen op een Iraans televisiestation doen dus niet ter zake. De bewering dat de organisatie tot driemaal toe heeft opgeroepen dat het vredesverdrag met Israel moet worden opgezegd, staaft Tholen niet met verwijzingen. Dat komt omdat de bewering niet klopt. Tholen baseert zich waarschijnlijk op een interview dat een middelhoog bestuurslid van de organisatie, ene Rashad al-Bayoumi, zou hebben gegeven aan een Japanse televisiezender. Op basis van uitlatingen gedaan door een dergelijk middenkaderlid kan niet worden beweerd dat dit de mening is van de organisatie. Sterker nog, de gewraakte uitlatingen staan in contrast met de consistente lijn die al lang geleden is ingezet door eersterangs woordvoerders en leidinggevenden zoals Essam al-Erian, Mahmoud Ezzat en Muhammad Badi.
Waar de wilde beweringen voor nodig waren, blijkt wel uit de algehele toonzetting van haar artikel. Van de vele onoprechte en alarmerende reacties op de Egyptische revolte spant deze de kroon. De verwijzing naar de overwinning van Hamas in de Palestijnse verkiezingen toont hoezeer de auteur naar Egypte kijkt met een Israëlische bril, die haar beeld vervormt. De verkiezingen in de Palestijnse gebieden zijn onvergelijkbaar met eventuele verkiezingen in Egypte, omdat Egyptenaren in tegenstelling tot de Palestijnen niet in een oorlogssituatie verkeren, en niet al sinds decennia onder bezetting leven. Dat de auteur die context is ontgaan is wellicht tekenend voor de Israëlische verkleuring van haar kijk op de zaak. Haar voorstel aan het Westen om Egypte ‘dezelfde relatie aan te bieden’ als die het Westen heeft met Israël is tenslotte ridicuul en een gotspe, omdat ze ermee blijkt te bedoelen dat het Westen moet voorkomen dat de Moslimbroeders bij democratische verkiezingen hun politieke aandeel in gaan nemen. Het Westen heeft een bijzondere band met Israël, maar die bestaat er gelukkig niet uit dat het Westen in Israël de verkiezingen manipuleert. Dat Tholen dit voor Egypte wel wenst toont aan dat ze niet alleen de Moslimbroeders slecht kent, maar dat ze ook van democratie weinig heeft begrepen. Ik wil Tholen haar echt op vrije meningsuiting niet ontzeggen, maar van een kwaliteitskrant mag wel verwacht worden dat het ervoor waakt te fungeren als een doorgeefluik van desinformatie.
Robbert Woltering is universitair docent Arabische taal en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam.