Wikileaks & Uruzgan – Het verkopen van een missie
Eén bepaalde iemand stuurde mij een Wikileaks cable en even later zag ik hem ook op twitter voorbij komen (@re_orient). De cable geeft een inkijkje in hoe het Nederlandse leger en diplomaten in de loop van 2009 pleitten voor een verlenging van de missie in Uruzgan na augustus 2010. Dit deden ze, volgens de cable, door het proberen te beïnvloeden van bezoekers en beleidsmakers in Den Haag door de positieve aspecten van de Nederlandse missie naar voren te brengen; die positieve aspecten zouden volgens hen onvoldoende weerklank vinden aan het thuisfront.
Met name de Nederlandse soldaten én burgers die deelnamen aan de missie waren de grootste voorstanders van een verlenging, maar ook de Navo oefende veel druk uit. Men ontving veel bezoekers, variërend van journalisten tot mensen van het koningshuis. Deze kregen allemaal het 3D verhaal te horen: Defense, Diplomacy and Development. De zogenaamde ‘Dutch approach’. Concreet voorbeeld dat gegeven wordt is het bezoek van de minister van Binnenlandse Zaken en van Guusje ter Horst (PvdA). Uit de cables blijkt dat soldaten en burgers in Uruzgan ‘very passionate and boastful’ waren in het beschrijven van de resultaten van de missie. Maar ook Afghanen werden ingeschakeld zoals gouverneur Hamdam en de District Chief Mohammad Daudhad, volgens de cable wellicht ingefluisterd door de Nederlanders. Zij wezen erop dat ze wilden dat de Nederlanders bleven, dat de Nederlanders meer bereikten dan andere coalitie-partners en het moeilijk zou worden voor NGO’s om hun werk te blijven doen als de Nederlanders vertrokken waren. Beaujean, de vertegenwoordiger van de Nederlandse (burger-)missie, vertelde de Amerikanen later: “I see our talking points are finally starting to work,” en “once again we sold the mission in a good way.” Een interview met gouverneur Hamdam met de Financial Times herhaalde deze punten nog eens en kreeg veel aandacht in Nederland. Ondanks al die inspanningen was het voor diplomaten in 2009 al vrij helder dat een verlengde militaire aanwezigheid ‘zeer onwaarschijnlijk’ was.
De Nederlandse politiek, in het bijzonder de ministers Bos en Koenders, was zeer helder dat er geen verlenging van de missie zou komen, maar ook Verhagen gaf destijds aan dat de Nederlanders Uruzgan zouden overdragen. Niettemin werd ingeschat dat het vooral de PvdA zou zijn die onverzoenlijk zou zijn op dit punt en zelfs het kabinet erover zou kunnen laten struikelen mede in het licht van de slechte peilingen destijds en de kritiek op het leiderschap van Bos. Een val van het kabinet werd als onwenselijk gezien door de Amerikanen omdat het de Nederlandse militaire bijdragen in gevaar zou kunnen brengen. Men had veel vertrouwen in Balkenende gezien zijn eerdere verkiezingsoverwinningen en steun voor de missie en beschouwde de optie van een burgermissie met troepen elders in zuid Afghanistan als beter dan niets. Bos zou in een vergadering van de Tweede Kamer, zijn fractieleden geïnstrueerd hebben wat ze moesten zeggen en doen. Het CDA was juist druk bezig om druk uit te oefenen op de ontwikkelingsorganisaties in Uruzgan door de boodschap te geven dat hun programma’s misschien be-eindigd zouden worden als Nederland de provincie zou verlaten. Ook probeerde Verhagen uit hoe wat de ruimte was voor compromis door diverse uitlatingen in het openbaar te doen. De Amerikanen hebben op diverse manieren ook geprobeerd druk uit te oefenen: ambassadeur Daalder, generaals McChrystal, Petraeus en Jones evenals Obama’s gezant Holbrooke die met Koenders gebeld zou hebben. (Overigens ontkende Koenders destijds met de hoogste bevelhebber gesproken te hebben, dat zou kunnen kloppen maar is dan wel slechts de helft van een antwoord). Op een gegeven moment leek de regering aan te sturen op een compromis totdat de PvdA een motie in het parlement er door kreeg die duidelijk aanstuurde op een be-eindiging van de missie. Dit leidde tot onvrede bij de hogere beleidskringen.
In de pogingen om de missie te ‘verkopen’ aan de PvdA en aan het grotere publiek gaat het om de Dutch approach als unique selling point. De combinatie van Defense, Diplomacy and Development zou effectiever zijn op tal van fronten en natuurlijk ook humaner dan die van de Amerikanen met hun Rambo praktijken. Zo wordt beleid over het algemeen verkocht en gezien: rationeel, effectief, efficient en menselijk en rechtvaardig. De cruciale vraag is daarbij altijd: ‘voor wie’? Het antwoord maakt meestal duidelijk dat de effecten van beleid vaak zeer ongelijk verdeeld zijn. Eén van de weinige echt kritische geluiden kwam van Arnold Karskens die stelde dat de positieve geluiden afkomstig waren van figuren die voordeel hadden van de Nederlandse aanwezigheid terwijl degenen die dat niet hadden (waaronder een vertegenwoordigster van een vrouwenorganisatie) het op z’n minst niet erg vonden als de Nederlanders zouden gaan. Voor de besluitvorming zelf was het verkopen van de missie op deze manier, achteraf gezien, niet erg handig. De argumenten van de PvdA gingen namelijk helemaal niet over effectiviteit en rationaliteit van de missie, maar over de belofte die men aan de kiezers gedaan had. Dat is een volkomen ander vertoog waar de zegeningen van de Dutch approach niks mee te maken hebben. Men praatte dus voortdurend langs elkaar heen.
Afgaande op deze cables is er niets gebeurd wat niet door de beugel kan, maar er zijn toch wel wat interessante vragen ook in het licht van de val van het kabinet hierover. Waarom gingen politici door met het pleiten voor een verlenging als het voor hen en voor diplomaten duidelijk was dat dit zeer onwaarschijnlijk was? Waarom een pro-campagne op geen enkele manier rekening hield met de bezwaren van de PvdA die ook op een ramkoers zat door zich te verbinden aan de belofte aan de kiezer. In hoeverre houdt de Dutch approach nou echt rekening met diversiteit van de bevolking en de aanwezigheid van verschillende groepen en belangen? Leiden de activiteiten niet vooral tot een versterking van de positie van de elite ten koste (?) van anderen? Is deze Dutch approach niet vooral een poging om de complexiteit van het leven in Afghanistan te reduceren tot een eenvoudig pakketje dat verkoopbaar en onderhandelbaar is en mensen de illusie geeft dat de werkelijkheid wel overzichtelijk en dus maakbaar is? En waarom waren er onder journalisten zo weinig kritische analyses van de Dutch approach of van de pogingen de verlenging erdoor te krijgen?
met dank aan de nuttige opmerkingen van @re_orient voorafgaand aan het schrijven van het stukje