Politiek & Herinnering: De schaduw van de Dodenherdenking

You may also like...

2 Responses

  1. Wildeman, Martijn, echt? 😉

  2. Mattias Duyves says:

    Goed om stil te staan bij herdenken en herinneren. In het Amsterdams 4 5 mei comité proberen we mee te nemen dat herdenken en herinneren vele bronnen en vele vormen heeft. De discussie over provocaties, vervolging en ijkpunten u i t e r a a r d ook.

    Zelf heb ik het fascinerend gevonden dat in 1970 “op buitengewoon hardhandige wijze” homo’s met hun krans uit de nationale kranslegging op de Dam werden gedonderd door mariniers omdat ze “het niet moesten wagen over de ruggen van oorlogslachtoffers en verzetsstrijders hun nagedachtenis te besmeuren”, aldus de politiecommissaris van Amsterdam.
    http://youtu.be/HJFvxmNUbzw?t=12s
    Nog geen twintig jaar later, in 1987, had Amsterdam het eerste openbare Homomonument ter herinnering aan iedereen die in de oorlog vanwege homoseksuele betrokkenheid was vervolgd of omgebracht.

    In de jaren negentig is het Homomonument bovendien gaan functioneren als een herdenkings- en herinneringsmonument voor iedereen die wanneer of waar ook ter wereld wordt vervolgd of omgebracht op grond van homoseksuele betrokkenheid en schending van seksueel burgerschap. Er zijn goede redenen voor, ik noem er twee:
    – nog voor de systematische homovervolging in bezet Nederland goed en wel op gang kon komen (zoals sinds 1933 al volop in Duitsland), was de bezetter hier in 1945 verslagen. Ook al waren seks en gender al meteen in juni 1940 hier in Nederland een vervolgingsgrond geworden in het door de bezetter meegebrachte wetboek van strafrecht, aan systematische homovervolging zijn ze hier niet meer toegekomen mede omdat ze de handen vol hadden aan het uitroeien van onze joodse Nederlanders . Homovervolging was er wel degelijk (de vooroorlogse homocultuur werd meteen een maand na de inval op slag de nek omgedraaid, archieven vernietigd, bibliotheken in beslag genomen, homovereniging van hogerhand verboden, (((wel enigszins maar toch niet heel anders dan het recente, uiterst aanvechtbare verbod van een pedovereniging))) — maar de homovervolging is om logistieke redenen beperkt gebleven in vergelijking met de jodenvervolging. Wie echter beweert dat er geen vervolging van homo’s in Nederland heeft plaatsgevonden, is even revisionistisch en negationistisch bezig als de specialisten die suggereren dat er eigenlijk geen Auschwitz heeft bestaan (Leuchter, Zünde, Faurisson, Irving, Garaudy). Het Homomonument herinnert ons er aan dat er in Nederland tijdens de bezetting ook zonder homo-Holocaust wel degelijk homovervolging, -verzet en -onderduik heeft gespeeld. Niemand, homo of niet, trekt Auschwitz in twijfel, maar het is geen ijkpunt – het verkeerde ijkpunt – voor de situatie van homo’s in bezet Nederland. Het Homomonument roept op tot bezinning en herdenking hoe het wel zat.

    – Een andere goede reden voor een ruimere interpretatie van het Homomonument is de oproep tot herinnering en herdenking hoe het nu vandaag de dag zit met homoseksualiteit (identiteits-, relatie-, handelingsvrijheid) als vervolgingsgrond. Voor mezelf beschouw ik het Homomonument als een appèl in graniet tegen import en uitoefening van gewelddadige homofobie, van welke kant die ook komt: overheid, religie, stem des volks, noem maar op. Het Homomonument waarschuwt tegen schending van seksueel burgerschap. Die schending tijdens de Tweede Wereldoorlog is voor homo’s waarachtig geen breuk met het verleden en de naoorlogse jaren geweest maar betekende wel degelijk een verslechtering van hun seksuele burgerschap. De import van agressieve homofobie is nog steeds een vitaal gegeven, ook in Nederland, geen misverstand! Het Homomonument helpt wellicht de weerstand tegen homo-acceptatie te verminderen, wellicht zoals het om de hoek gelegen Anne Frankhuis de weerstand tegen acceptatie van joden hoopt te verminderen of weg te nemen.

    Tenslotte: ook al is het Homomonument een herinnerings- en herdenkingsplek die ook op 4 en 5 mei volop functioneert, officieel is het nog altijd geen officieel ‘oorlogsmonument’. Tot die status heeft het Homomonument het tot dusver niet geschopt. Ik weet niet waarom: hoeft dan misschien nooit een lid van het Koninklijk Huis acte de présence te geven? Hoeft het Rijk niet mee te betalen aan het onderhoud? Een levend spek- en bonen-monument? Niet ieder herdenkingsmonument, hoe levend ook, is zomaar een officieel erkend oorlogsmonument. Daar komt meer bij kijken.

Leave a Reply to Mattias Duyves Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *