Ontwikkeling van het salafisme onder Turken – de invloed in Nederland
Afijn, ik weet niet wie precies al haar/zijn zegje gedaan heeft over het NCTV verhaal over salafisme, Turkije en Erdogan in HP/De Tijd. Maar hier volgen mijn twee centen. Een notitie over salafisme, Turkije, Moslim Broeders en Erdogan is natuurlijk een perfecte cocktail. Allerlei lijntjes in het integratie- / anti-radicalisering- / buitenlandse invloedendebat komen hier bij elkaar. Mijn kennis en onderzoekservaring spitst zich vooral toe op salafisme, dus daar houd ik het even bij.
Eerst ga ik in het algemeen even in op salafisme, want we moeten toch ongeveer, zij het wat ruim, het terrein af bakenen. En daarna ga ik specifieker in op de NCTV analyse en de weergave van de HP/De Tijd ervan (ik heb de NCTV nota niet). Dan kort iets over Turkse Nederlanders en salafisme in Turkije en Nederland. Vervolgens kijk ik naar wat gezegd wordt over het ‘islamitische landschap’, de verschillende Turkse bewegingen (ga er goed voor zitten!) en tot slot het bewijs dat moet laten zien dat Erdogan altijd al radicaal was.
Salafisme als utopische trend
In wetenschappelijk onderzoek verwijst de term ‘salafisme’ naar een set van bepaalde eeuwenoude theologische denkbeelden, ook wel aangeduid als de school van de salaf (madhhab al-salaf). In de loop van de vorige eeuw zijn die denkbeelden aangevuld met juridische en rituele componenten en soms ook nadrukkelijk een politieke component en zijn ook identiteitskwesties een rol gaan spelen. In het boek dat ik schreef met collega’s Joas Wagemakers en Carmen Becker over salafisme, definiëren we salafisme als een utopische trend binnen de soennitische islam (een invulling die is ontwikkeld vanuit antropologische benaderingen van religieuze bewegingen als grounded utopian movements) . De nadruk in die benadering is enerzijds wat specifieke groepen en individuen doen met religie en anderzijds de interactie van deze groepen en individuen met hun maatschappelijke omgeving en hoe zij zich in die interactie proberen te vormen en te presenteren als vrome gelovigen. Daarbij, zoals collega Joas Wagemakers stelt in zijn bijdrage aan de Oxford Research Encyclopedia of Religion, wordt het leven van al-salaf al-ṣāliḥ – de vrome voorvaderen (meestal gelijk gesteld aan de eerste drie generaties moslims) gezien als wenkend perspectief dat zoveel mogelijk en zo gedetailleerd mogelijk nagevolgd zou moeten worden in alle sferen van het dagelijks leven. De verspreiding en interpretatie van dat perspectief is sterk beïnvloed door ontwikkelingen in Saoedi-Arabië en het panarabisme in de vorige eeuw. We bekijken daarbij deels de historische ontwikkeling van wat we hedentendage mondiaal salafisme noemen in het Midden-Oosten en in Nederland en het verband daartussen.
De NCTV hanteert al jaren een ander begrip en het is niet helemaal duidelijk welk, maar het heeft iets te maken met het streven naar sharia, terugkeer naar de eerste generaties van islam en de invloed van Saudi. Daarover kunnen we kort zijn, dat speelt allemaal een rol en geen van die aspecten of welke combinatie dan ook is voldoende als definitie, waar er zijn meerdere bewegingen en tradities met dezelfde claims en invloeden. Belangrijk in de benadering van de NCTV (en AIVD, MIVD, 99% van de politiek) is dat salafisme een gevaar is voor veiligheid en sociale cohesie; iets dat men definieert als vitale belangen (let op, van de overheid: staat, natie en samenleving worden hier op 1 hoop geveegd).
In feite is salafisme, in de definitie van verschillende overheidsinstanties, een term voor een islam die men niet wil, een indicator voor mogelijke risico’s in de toekomst, een strategie om andere islamitische organisaties niet van zich te vervreemden en om een onderscheid aan te brengen met politieke partijen die alle moslims over één kam scheren. Dit betekent dat we ons altijd moeten afvragen, wat bedoelt de NCTV hier nu precies met salafisme, welke criteria worden hier gehanteerd en welke concrete aanwijzingen dan wel bewijs heeft men? Ik heb dat HIER al eens gedaan en ook HP/De Tijd had dat kunnen doen.
Salafisme in Turkije en onder Turkse Nederlanders
Eén van de vraagstukken waar de NCTV zich vanaf het begin mee bezig houdt is waarom heeft salafisme zo weinig aantrekkingskracht onder Turkse Nederlanders en hoe zit het met de groei van salafisme onder Turkse Nederlanders? Ook in 2017 stelde de NCTV al dat salafisme groeide in de Turkse-Nederlandse kringen ook al zou het dan niet altijd als zodanig benoemd worden. Het zou hier gaan om het “ontstaan van nieuwe Turkse organisaties, het aantal websites met een salafistische oriëntatie en het aantal volgers van deze websites. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat dit een uitvloeisel is van de meer isamistische [sic!] koers die de Diyanetmoskeeën varen.” (DTN 45, p. 7). Ook toen was het onduidelijk wie of wat NCTV nu eigenlijk bedoelde. En laten we eerlijk zijn, de NCTV stelt al sinds de oprichting van het salafisme dat het groeit. Ook al weet men niet om hoeveel mensen en organisaties het gaat.
Maar eerlijk, we weten er eigenlijk niet zo veel over. Salafisten bieden lectuur en lezingen aan in het Turks en doen dat al heul lang, maar het schiet niet echt op. Het potentieel voor salafisme onder Turkse Nederlanders is eerder door Roex, Van Stiphout en Tillie geschat op zo’n 2 tot 5% en volgens het SCP rapport beschouwt zo’n 0,3% van de Turkse Nederlanders zich als ‘salafist’ (maar het is onduidelijk wat ze daarmee bedoelen). Tegelijkertijd zien we ook dat mensen uit deze salafistische kringen de Turkse moskeeën juist mijden en dat Turkse koepels zich verre houden van alles van wat zij denken dat ook maar iets met salafisme te maken zou kunnen hebben.
Als het gaat om Turkije weten we iets meer. Hammond, bijvoorbeeld, ziet de salafistische islam in Turkije als een marginale trend die zich ontwikkeld heeft al pre-Erdogan, namelijk in de pogingen van de Turkse staat in de jaren ’80 om religie complementair aan het Turkse nationalisme te maken. Het gaat dan niet zozeer om salafisme als beweging, maar om elementen uit salafistische vertogen te incorporeren. Als salafisme wordt aangeduid zien we, net als hier, spraakverwarring: Selfye, Selefiyye, Selfyyecilik, Selefilik, Selefizm en Yeni Selefi (neo-salafisme) . Daarnaast gaat het om specifieke individuen, zoals Abdullah Yolcu (‘Abd Allah ibn ‘Abd al-Hamid al-Athari) zoals beschreven in het werk van Madawi Al-Rasheed. Een hele goede bron is in deze ook het interview met Ismail Kara over islam, islamisme en (neo-)salafisme in Turkije.
Salafistische broeders en Turks Nederland
Dat is echter nog niet hetzelfde als het salafisme waar de NCTV in Nederland het over heeft en ook de Turkse groepen van de oude salafistische stempel uit de jaren ’80 zijn anders dan nu: context in tijd en plaats doet ertoe. En dan nu het rapport zoals dat in het HP/De Tijd stuk wordt behandeld. Zoals gezegd een perfecte storm: gooi salafisme, Erdogan en de lange arm van Turkije erin, pleur wat Moslim Broeders erbij en je bent trending. Maar snijdt het ook hout?
De ankeiler zet de toon (en nee sharia is niet exclusief salafistisch en ook sharia is een term die uitgelegd moet worden):
De suggestie is hier dat islamisering een probleem is (is dat een NCTV term?) en ruimte geeft aan salafistische en jihadistische organisaties. Maar al zou salafisme in Turkije voet aan de grond hebben, dan wil dat nog niet zeggen dat de beweging ook ruimte krijgt. Sterker, de Turkse inlichtingendiensten zien salafisme (whatever it may be) als staatsgevaarlijk en jihadisme al helemaal. Dat Turkije zich ook actief laks opstelde richting IS – gangers doet daar niks aan af: zolang men maar niet in Turkije opereert en zolang men niet de belangen van Turkije zoals Erdogan die ziet schaadt.
Vervolgens wordt er een probleem gemaakt dat een deel van de Turkse gemeenschap (die bestaat niet) beïnvloed wordt door Turkije want ‘Turkse onderdanen’ en gevoelens. Maar welk deel? Het seculier-nationalistische deel? Oh nee… De analyse is er overigens één die we kunnen dateren in de jaren ’90 toen men exact hetzelfde zei, maar dan over politieke islam (en zonder online natuurlijk).
We zien hier hoe de probleemdefinitie van Salafisme en Erdogan zich in feite uitstrekt naar bredere delen van de Turkse Nederlanders.
Van Erdogan naar Gökmen T. via Kalifaatstaat
Dan naar het verband met het zogeheten jihadisme (en één van de weinige punten waarop het artikel nog een beetje kritisch is):
In het artikel wordt gesteld dat critici er, terecht mijns inziens, op wijzen dat dit nog geen verband aantoont. Dat is belangrijk: de stukken van de NCTV worden voortdurend gekenmerkt door halfbakken verbanden (als ze al meer zijn dan alleen suggesties dat het mogelijk is dat…). Sterker nog, Gökmen T. liet dan ook (als we dit serieus nemen) nog eerder zien beïnvloed te zijn door extreemrechts door net als de aanslagpleger van Christchurch teksten op zijn wapen te zetten.
Wat we ook terugvinden in eerdere berichten (het artikel wijst daarop) is dat de NCTV zich afwijzend betoont als het gaat om Erdogan’s retoriek over moslimhaat in Europa. Het dient slechts een politiek doel dergelijke verwijzingen. Dat is best te onderbouwen denk ik, maar ook een ondermijning van de vele organisaties hier die zich oprecht zorgen maken over de discriminatie van moslims waar de overheid te weinig aan doet.
Vervolgens blijkt, om de inflatie van de term salafisme nog maar eens naar voren te brengen, dat groepen als de Kaplanci en IBDA-C als jihadistisch-salafistisch worden aangemerkt. Maar nu breekt mijn klomp toch behoorlijk: volgens welke definitie dan?
İslami Büyükdoğu Akıncılar Cephesi oftewel İBDA-C, is een islamitische organisatie die streeft naar een soennitisch kalifaat en wordt sinds 2007 aangemerkt als terroristische organisatie. De IBDA-C is geen salafistische organisatie volgens enige wetenschappelijke / islamitische definitie van de term.
De Kalifaatstaat (Kaplan) is dat evenmin. Zeer actief en aangemerkt als terroristische organisatie in het verleden, leidt deze nu grotendeels een slapend bestaan, met nog twee actieve kernen in Nederland onder andere.
Bij al die bewegingen en clubjes kunnen we best overeenkomsten vinden met jihadistisch gedachtegoed, maar dat is lijkt mij niet voldoende om ze ook als zodanig aan te merken. Wat zijn de criteria daarvoor? Volgens de NCTV worden de Kaplanci actiever online. Ja, dat is al een tijd het geval. Maar er is een link met de aanslag in Utrecht. Eén persoon, zo lijkt het. Dat is het?
Altijd radicaal want eens radicaal?
Het komt allemaal niet uit de lucht vallen he, eens radicaal altijd radicaal is zo ongeveer het mantra hier van de NCTV. En ‘bewijst’ dat met de volgende foto:
Volgens de analisten van de NCTV is de ‘zittende houding’ van Erdogan (rechts op de foto) aan de voeten van Hekmatyar (midden) een teken dat hij de Afghaanse jihadist in die tijd als ‘zijn meester’ beschouwde. HP/De Tijd stelt aan de orde dat dit op nogal wat kritiek kan rekenen, en laat daarmee gelijk zien hoe oppervlakkig hun eigen stuk is. Inderdaad, de interpretatie van de foto kan als “te speculatief en te weinig feitelijk” worden gezien. Maar is dat echt de enige kritiek? We hebben het hier over de jaren ’80 toen de Afghaanse bevrijdingsbewegingen niet als terroristisch werden gezien (volgens mij Hekmatyar pas sinds 2003) en ook door onze bondgenoten de Amerikanen toch iets anders werden benaderd. Er waren overigens meer mensen daar aanwezig:
Gulbuddin Hekmatyar With Prime Minister Of Turkey from MEMRI TV Project on Vimeo.
En MEMRI? Echt waar. Ja, echt waar. Die vermeende betekenis van de foto (onderwerping), lijkt regelrecht ontleend te zijn aan een column van 23 maart, 2005 in de New York Sun door MEMRI Executive Director Steven Stalinsky: “It is important to recognize the significance of sitting at one’s feet in Islamic tradition: It implies spiritual submission.”
Hier is toch iets fundamenteels mis, niet alleen met de interpretatie van de foto die ronduit speculatief is, maar ook met de manier waarop HP/De Tijd dit opschrijft: nergens zien we fundamentele kritische vragen die verder gaan dan een enkele twijfel over interpretatie (en dan nog heel oppervlakkig). Het algehele kader, salafisme is slecht, Erdogan is slecht en islamisering is natuurlijk nooit goed, en Turkse Nederlanders daar hebben ‘we’ een probleem mee, blijft volledig overeind.
Even terug naar de Kalifaatstaat en, ja ja daar hebben we ze, de Moslim Broeders.
Ook wordt gesteld dat de “Moslimbroederschap en Turkse politieke salafisten…zelfs ideologisch zijn versmolten”. Ook hier geldt, er is best overlap tussen wat in de wetenschap politicos wordt genoemd en de Moslimbroederschap, maar ook dat is nog iets anders dan versmelten. Er is overlap, concurrentie, opportunisme en wederzijds oppositie. Hier zit overigens nog wel een boeiende geschiedenis, maar dat is misschien voor een andere keer.
Kortom…
Dit alles wil nog niet zeggen dat er geen link is (alles is mogelijk) en betekent ook niet dat organisaties die zeggen de salafi methode te volgen de Turkse Nederlander links laten liggen. Maar dit is een analyse die bij lange na nog niet “voldragen” (NCTV) is en het stuk van HP/De Tijd is niet beter. Kijk, ik zeg niet dat het volledig onmogelijk is dat Erdogan zich in Europa bemoeit met salafisme, maar er is niets in de analyse van de NCTV zoals we die zien via HP/De Tijd dat erop wijst dat het zo is. De link met de aanslag in Utrecht is niet aangetoond en de link die wordt gemaakt met verbondenheid van Turkse Nederlanders met Turkije en met islamisering is ronduit zorgwekkend: deze analyse stigmatiseert een grote groep Nederlanders om waar ze vandaan komen en vanwege hun religie.
In feite heeft Ton F. van Dijk van HP/De Tijd een onvoldragen analyse van de NCTV over de schutting gegooid. Geen duiding, geen kritische analyse. De kop gaat over geheime analyse die uitlekt en de grote rol die Erdogan zou spelen bij de verspreiding van het salafisme. Werkelijk geen enkel kritisch vraagteken daarbij of de NCTV deze analyse waarmaakt, wat dan het probleem met het salafisme is. Gewoon klakkeloos overnemen van het kader van de NCTV; lachwekkend journalistiek broddelwerk.
Dat gezegd hebbende, zijn er onder Turkse Nederlanders best behoorlijke zorgen over de veranderende invloed vanuit in Turkije in het Turks-Nederlandse islamitische landschap van de afgelopen 20 jaar. En er is om allerlei redenen ook steun voor het beleid van Erdogan. Aan dit stuk heeft echter helemaal niemand iets; het gaat HP/De Tijd duidelijk ook niet om hen, maar om de politieke consequenties.
Kort samengevat, de NCTV maakt verbindingen die flinterdun zijn, die niets van de nuance en complexiteit van Turks salafisme in internationaal verband laten zien, lijkt ‘islamisering’ an sich te problematiseren, gooit alles op één hoop onder de noemer ‘salafisme’ en HP/De Tijd schrijft het vrij klakkeloos over als ware het het dorpskrantje Echo van de Eerdse Bergen.