Palestina – Over het importeren van onze conflicten
De afgelopen weken zag ik vaak terugkomen dat we conflicten uit het Midden-Oosten hierheen importeren. Het ging dan om de protesten tegen het Israëlische optreden tegen de Palestijnen na de operatie van Hamas op 7 oktober jl. Deze operatie vond plaats in reactie op het Israëlische beleid waaronder het afsluiten van de Gaza Strook, de militaire invallen op de West Bank en aanvallen tegen Palestijnse gemeenschappen aldaar, massale arrestaties, schending van de mensenrechten en de straffeloosheid van het geweld van de kolonisten.
Zonder die ervaringen over ‘importeren’ nou helemaal onderuit te willen halen, is het toch goed denk ik om daar wat kanttekeningen bij te plaatsen.
War on Terror
Ten eerste, immers, na 9/11 is er een war on terror op gang gekomen die zowel een militaire als politieke als sociale strijd is op mondiaal en op lokaal niveau. Soms gebracht als het bevrijden van Irak, soms als zorgen over de ontwikkelingen onder Nederlandse moslims en ‘homegrown’ radicalisering. Hiermee is ook een islamofoob arsenaal versneld verder gegroeid in beleid, politieke vertogen en media representaties die zodanig genormaliseerd zijn dat het tegenwoordig in goedbedoelende kringen als legitiem geldt om grote groepen moslims te monitoren onder het mom van terrorisme en radicaliseringspreventie. In het publieke debat worden islam, moslims, Marokkanen, Palestijnen op één hoop gegooid met als enige nuance dat we hoogstens te maken hebben met een verschil tussen straatterroristen en terroristen van Hamas. Dit is de genormaliseerde basis van waarop de discussies en uitingen van nu vertrekken; daar is geen ‘import’ voor nodig.
Verstrengeling van xenofobie, antipalestijns racisme en islamofobie
Ten tweede, het importeren van conflicten gaat wel heel makkelijk voorbij aan het enorme pak boter wat Europa hier op z’n hoofd heeft en lijkt ervanuit te gaan dat Palestijnse Nederlanders, zoals Islam al-Ashqar, de moeder van Mohammed, en moslims van buiten zijn en hier niet horen. De kwestie van de veiligheid, rechten (ja inclusief het bestaansrecht) van de Palestijnen en hun vrijheid is er niet één van nu, niet één van 9/11 al is die door het laatste wel weer veranderd. Het gaat hier om een al decennia durende strijd en eigenlijk kunnen we terug gaan naar de 19e eeuw toen in Europa binnen de context van het toen bestaande racisme (inclusief antisemitisme) en kolonialisme en de strijd tegen de Osmanen de droom (of nachtmerrie) van een exclusieve etnoreligieuze nationalistische staat gestalte kreeg. Deze werd opgelegd aan een multi-etnische en multi-religieus Palestina met de vestiging van een Israëlische staat die mede is gevestigd over de ruggen van de Palestijnen.
Wanneer we dit conflict laten gaan beginnen op 7 oktober wissen we eigenlijk die geschiedenis uit en vervallen we eigenlijk in een rechtvaardiging voor het apartheidsbeleid van de Israëlische overheid: een land zonder volk voor een volk zonder land. We negeren de verdrijving, dehumanisering en onteigening van de Palestijnen en de decennialange bezetting van het land van Palestijnen, het tweederangsburgerschap (if at all) en het apartheidsbeleid. We denken dan ineens wel aan mensenrechten en moraliteit als Hamas burgers doodt, maar we hebben het niet over mensenrechten en moraliteit bij al die gedode Palestijnen eerder. We kunnen het dan, zoals premier Rutte, hebben over gewone mensen die ineens slachtoffer worden van geweld waarbij bij het eerdere geweld en onderdrukking tegen de Palestijnen niet gesproken wordt over gewone mensen. We kunnen het hebben over moslims die een strijd van elders hierheen zouden importeren zonder oog voor de Europese geschiedenis van deze strijd, maar ook zonder oog voor het gegeven dat ook vele andere burgers (joden en anderen) de strijd hier uitvechten. Dit argument, het importeren van de strijd, is vooral een argument dat gebruikt tegen moslims en Palestijnse Nederlanders; niemand die het daar over had toen Rutte zijn solidariteit uitsprak met Israël.
Terrorisme als delegitimering
Ten derde speelt hier het vertoog over terrorisme een rol: het is iets wat ‘zij’ doen en ‘wij’ niet. We zien nu al decennialang hoe het label en het vertoog over terrorisme steeds meer eenzijdig wordt gebruikt tegen niet-statelijke organisaties. En sterker nog, hoezeer dat het antiterrorisme beleid veel verder gaat dan die niet-statelijke organisaties maar in feite hele bevolkingsgroepen in het verdachtenbankje zet: moslims zijn het risico van radicalisering of ze lopen het risico op radicalisering. Veel technieken uit het huidige antiterrorismebeleid hebben koloniale wortels (zoals het onderscheid in goede en slechte moslims), maar zijn ook gebaseerd dan wel geïnspireerd op het Israelische beleid tegen de Palestijnen in de vorm van collectieve straffen, buitenwettelijke operaties, administratieve detentie en vormen van surveillance waarbij de veiligheid van de ene bevolkingsgroep gebaseerd is op de onveiligheid van de andere bevolkingsgroep om mogelijk politiek geweld in een niet nader gedefinieerde toekomst te voorkomen. Terrorisme staat hierbij niet alleen voor geweld tegen burgers, maar ook voor het meest immorele en irrationele geweld door de tegenstander. Waar Israël dan soms misschien wat te ver gaat maar probeert dat niet te doen, zijn de Palestijnen dan per definitie meer fout. En is steun voor de Palestijnse strijd voor bestaan, mensenrechten en zelfbeschikkingsrecht en voor vrijheid dan per definitie verdacht: want steun je dan Hamas of zo? Het geweld door de Palestijnen vraagt om een grondiger en diepgaandere analyse dan simplificerende labels en slogans terrorisme en importeren van conflicten.
Van slachtoffers naar daders
Ten vierde zien we dat in de discussie over Palestina Israël Palestijnen, islam, islamisme en moslims voortdurend over één of twee kammen geschoren worden in relatie tot terrorisme. Ook dat is overigens niet nieuw: voorafgaand aan 7 oktober maar ook aan 9/11 zagen we al vertogen die claimden dat moslims, omwille van hun religie, sneller geneigd waren tot het gebruik van geweld. De War on Terror heeft dat explicieter gemaakt. Termen als Palestijnen, islam, islamisme en moslims worden deels als synoniem gebruikt in de War on Terror én de War on Terror wordt gebruikt om de schuld van de vele doden bij de slachtoffers neer te leggen: ‘see what you made me do’.
De vermenging van het islamofobe, antipalestijnse en war on terror vertoog zorgt ervoor dat er verschillen ontstaan en gelegitimeerd worden in slachtoffers. Zijn de Palestijnen wel slachtoffers, want Hamas? Zijn de moslims wel slachtoffer, want islam? Zijn zij eigenlijk wel onschuldige burgerslachtoffers, ja burgers uberhaupt of eigenlijk wel mensen en niet gewoon beesten? Want zijn ze niet allemaal de voorhoede van een islam die streeft naar werelddominantie en de joden overal wil uitroeien? Hier zien we een sterke overeenkomst met klassiek Europees antisemitisme. Bij klassiek antisemitisme gaat het erom dat Joden uit de socio-politieke context werden gehaald en in een negatief daglicht werden geplaatst: niet de omstandigheden bepaalden mede wat zij deden (volgens hun opponenten: nutteloos, parasiterend gedrag) maar de leer van de Talmoed met haar vermeende eeuwige vijandigheid naar ongelovigen die joden zou oproepen anderen schade toe te brengen in een streven naar wereldheerschappij. Hetzelfde zien we bij islamofobie waarbij een stereotype invulling van de leer van de islam en sharia ten onrechte worden gezien als software die de moslims programmeert en pre-occupeert met een voorliefde voor geweld en dominantie en die hen onverenigbaar zou maken met een ideaalbeeld van ‘het Westen’.
Antisemitisme, antipalestijns racisme en islamofobie
Dit laatste laat ook weer zien dat islamofobie antipalestijns racisme en antisemitisme niet simpelweg tegenover elkaar staan alsof het laatste is wat alleen moslims (nog) doen: alledrie de vormen van racisme zijn met elkaar verstrengeld geraakt door de Europese en mondiale geschiedenis heen. Natuurlijk, sommige mensen (moslims, joden en anderen) zetten de strijd wel degelijk neer binnen het kader van religie en geweld, maar waar het hier om gaat is hoe het Palestijnse verzet wordt neergezet als apocalyptisch irrationeel islamitisch terrorisme. Het is een kader waarbij alle grilligheden en ambiguïteiten verdwijnen, waar stemmen als van Een Ander Joodse Stem of Gate48 met een afwijzing van de Israëlische bezetting en apartheid en angst, verdriet en wanhoop over vrienden, familie en kennissen in Israël nauwelijks aandacht krijgen. Of waarin stemmen als dat van Young Yalla worden gedelegitimeerd als ‘taqiyya’ of als nauwelijks ter zake doende. Waarin moslims die aandacht vragen voor islamofobie in deze context worden neergezet als mensen met slachtoffergedrag, aanstellers of zelfs als voorhoede van een verdekte strategie van islamisten om werelddominantie te verkrijgen.
Het taalgebruik van het importeren van conflicten verbindt xenofobie, islamofobie en antipalestijns racisme met elkaar in de context van politiek geweld waarbij het geweld door islamisten wordt voorgesteld als monsterlijk en kwaadaardig op basis van een eenzijdige en stereotype definitie van islam. Daarmee wordt de Palestijnse gewelddadige maar ook geweldloze strijd uit de historische en politieke context gehaald, moslims en Palestijnse Nederlanders neergezet als vijfde colonne van mensen die hier niet thuishoren en voor wie mensenrechten niet hoeven te gelden.