Tirana-zaak / Supporters of the shariah

Er is opvallend weinig media-aandacht voor de zaak tegen de vermeende ronselaars voor de gewelddadige jihad. Ik heb hier en hier al eerdere artikelen geknipt en geplakt, maar die zijn relatief oud. Het feit dat de oorspronkelijke aanklachten flink afgezwakt zijn, is daar misschien debet aan maar dat neemt niet weg dat er genoeg redenen zijn om de zaak te volgen. De overgebleven aanklachten zijn voornamelijk gebaseerd op vermeend opruiende teksten die overigens al tijden overal op internet te vinden zijn. Deze zaak laat zien dat de ‘war against terror’ in Nederland al enige niet meer (alleen) betrekking heeft op bestrijding van terreur, maar ook steeds meer een ideologische strijd wordt. De verschuiving was al langer te zien in de AIVD rapporten, maar is deze week duidelijker geworden in het nieuwe rapport ‘radicale dawah‘ waarin gesteld wordt dat geweld nauwelijks weerklank vindt onder moslims, maar een sterk afwijzende houding ten opzichte van de westerse/nederlandse cultuur wel. Terecht wijst de AIVD op de risico’s ervan, maar valt dit nog onder terreurbestrijding? Dat de teksten van het netwerkje van Michelle, Moad en Murat ook een dergelijke afwijzende houding weerspiegelen klopt wel, maar is dat genoeg om hen te beschuldigen van ronselen? Gaat de AIVD of het OM zich dan niet mengen in een ideologische strijd, wanneer de aanklachten bijna puur en alleen gebaseerd zijn op ideologische geschriften?

Een ander punt in deze zaak is dat één van de verdachten inmiddels het land is uitgezet door de IND (zeer tegen de zin van het OM begreep ik tijdens de behandeling van de zaak), wat betekent dat deze niet meer gehoord kan worden door de rechters en/of advocaten. Dit is in principe toch een aantasting van de rechtsgang, zoals één van de advocaten stelde.

Na de uitspraak, over enkele weken, zal ik nog wat meer bespreken over deze zaak onder meer vanuit een privacy-perspectief.

nu.nl/algemeen | Twee jaar geëist in jihad-ronselzaak
ROTTERDAM – Voor de rechtbank in Rotterdam zijn dinsdag celstraffen van 2 jaar (waarvan zes maanden voorwaardelijk) geëist tegen twee mannen en een vrouw die ervan worden verdacht dat ze strijders voor de jihad hebben geworven.
ANP

Het gaat om Murat Ö. Moad B. en Michelle Y. In totaal stonden in deze zaak dinsdag zes mensen terecht. Tegen de andere drie verdachten eiste het Openbaar Ministerie straffen die varieerden van een voorwaardelijke celstraf tot een celstraf van een jaar. Geen van de verdachten was bij de rechtzaak aanwezig.

Onderzoek

Het onderzoek naar de groep begon in november 2005, naar aanleiding van informatie van de inlichtingendienst AIVD. Die informatie betrof onder meer de verdwijning van drie jonge mannen uit Den Haag.

De drie verdwenen medio november 2005. Hun families vreesden dat zij waren geronseld voor de jihad in Irak. Het trio werd in december in Azerbeidzjan gearresteerd en onder begeleiding van de Haagse politie teruggebracht naar Nederland.

Bewijsmateriaal

Uit de rechtszitting bleek dat bij het echtpaar Moad B. en Michelle Y. een grote hoeveelheid opruiend materiaal is gevonden, waaronder video’s, boeken en geschriften. Het stel heeft delen van dit materiaal via het internet verspreid, en heeft dit ook aan de politie toegegeven.

In een aantal geschriften worden onder anderen Tweede Kamerlid Geert Wilders en oud-politica Ayaan Hirsi Ali bedreigd. Moad B. heeft tegen de politie verklaard dat hij via internet een discussie wilde oproepen.

Volgens de officier van justitie kan hier echter geen sprake van zijn en wisten beiden dat de geschriften niet door de beugel konden. Het OM verdenkt beide verdachten ook van het werven voor een gewapende strijd en opruiing.

Rekruteren

Verdachte Murat Ö. zou een sleutelrol hebben gespeeld bij het werven van rekruten. Andere verdachten merkten hem aan als ‘leider’. Hij zou onder meer geld hebben geworven voor jihad-doeleinden.

De behandeling van de zaak gaat donderdag verder. Dan komen de advocaten van de verdachten aan het woord.