Tot 15 jaar geëist tegen Samir A. en medeverdachten – de Volkskrant
Tot 15 jaar geëist tegen Samir A. en medeverdachten – Binnenland – de Volkskrant
Tot 15 jaar geëist tegen Samir A. en medeverdachten
Van onze verslaggeefsters Janny Groen, Annieke Kranenberg
gepubliceerd op 01 september 2008 18:38, bijgewerkt op 1 september 2008 21:09
AMSTERDAM – Het Openbaar Ministerie heeft in hoger beroep in de Piranhazaak tegen Samir A. en vier medeverdachten straffen geëist tot vijftien jaar cel. Anders dan de Rotterdamse rechtbank acht het OM bewezen dat de Piranhaverdachten deel uitmaken van een terroristische organisatie die bezig was aanslagen voor te bereiden op Nederlandse politici en het AIVD-gebouw.
Volgens het OM werd de kern van de organisatie gevormd door Samir A., Nouredine el F. en Mohammed C. Tegen de laatste twee werden straffen van vijftien jaar cel geëist. De eis tegen Samir A. viel iets lager uit, dertien jaar, omdat hij eerder al onherroepelijk was veroordeeld tot vier jaar cel voor soortgelijke feiten. Die straf wilde het OM meewegen in de eis. El F. werd eerder dit jaar in hoger beroep in de Hofstadzaak vrijgesproken.
Beïnvloeden
Soumaya S. en Mohammed H. behoorden volgens de advocaten-generaal weliswaar niet tot de kern van de groep, maar hadden zich dermate laten beïnvloeden door de radicale jihadistische ideologie van met name El F. dat ze ook als actieve leden van de terreurorganisatie kunnen worden beschouwd. Tegen S., die door de rechtbank was veroordeeld tot drie jaar cel, werd tien jaar geëist. H., die eerder was vrijgesproken, moet volgens het OM tot acht jaar worden veroordeeld.
De groep had wapens in haar bezit en alle leden hebben die vervoerd, aangeraakt of tenminste gezien, aldus het OM. H. werd verweten dat hij zich niet had gedistantieerd van de groep, terwijl hij wist dat de leden geweld wilden plegen.
Gestuctureerd contact
In het vonnis van 1 december 2006 oordeelde de Rotterdamse rechtbank dat de Piranhaverdachten onderling onvoldoende gestructureerd contact onderhielden om te kunnen spreken van een organisatie. De advocaten-generaal D. Kuipers en R. Terpstra stelden echter dat de Piranhaorganisatie ‘een voortzetting is van de Hofstadgroep’. De verdachten werkten dus al voor het Piranha-onderzoek in meer en mindere mate samen. Het OM rekent de groep extra zwaar aan dat zij met hun radicale activiteiten zijn doorgegaan na de moord in november 2004 op Theo van Gogh. En na de grimmige arrestatie op 10 november 2004 van ‘twee granaatwerpende Hofstadleden’. ‘Ze wisten dus welk een enorme impact deze gebeurtenissen hadden op de Nederlandse samenleving’.
De beslissing over een onderzoek naar de eventuele meineed van officier van justitie Koos Plooij, die in de Piranhazaak is gehoord als getuige, werd gisteren door het Haagse hof opgeschort. De verdediging van Samir A. wilde Plooij nogmaals oproepen om tegenstrijdigheden in zijn verklaring en dossierstukken op zitting te kunnen ophelderen. Vanwege de ‘verstrekkende gevolgen’ van dit verzoek, vroeg het hof meer bedenktijd. Mogelijk komt het hof op dit punt terug met een tussenvonnis.