Een wekelijks portie burgerschap 31 – Vrijheidsnarcisten
Uit de burgerschapskalender:
“Ik ben opgevoed met het idee dat je een ander niet met jouw rotzooi opzadelt. Toen ik laatst zag hoe een jongen zijn lege limonadeblikje op straat gooide, heb ik er wat van gezegd. Ik vind dat logisch. Want wat zijn mijn normen waard als ik niets doe om ze te verdedigen?” Reactie op www.handvestburgerschap.nl.
Dat zou mooi zijn, een ander niet met je rommel opzadelen. En anderen erop aanspreken is natuurlijk ook goed. Aldus professor Kromzwaard. Toch is dat makkelijker gezegd dan gedaan. In een mooie column op DeJaap.nl wees Arne Mosselman er al op dat het vrijheidsfundamentalisme in dit land zover is doorgeslagen dat het moeilijk is om anderen nog aan te spreken op hun gedrag. Op z’n best negeert men je of erger je krijgt een klap voor je harses. Het lijkt er soms op dat de Marokkaans-Nederlandse hangjongeren die ons zoveel problemen zouden bezorgen op straat zich dat vrijheidsfundamentalisme eigen hebben gemaakt. Zij kunnen rotzooi maken, trappen en uitkramen en hen erop aanspreken is soms zeer lastig want dat betekent dan weer dat je geen respect hebt voor hun eigenheid. Althans dat is het beeld en uit de column van Arne wordt een soortgelijk beeld geschetst voor de autochtonen. Respect betekent daarbij onder jongeren niet alleen eerbied voor mensen uit hoogachting of angst.Het gaat bij respect ook om de eis dat anderen afstand houden en zich niet bemoeien met de eigen keuzes. Het is tevens een eis tot erkenning van de eigen waardigheid. Daarmee is respect iets wat mensen van nature moeten krijgen (zoals ouders en ouderen), maar ook iets wat mensen moeten verdienen. Tevens is de eis tot respect nauw verbonden met de opvatting dat er zoiets bestaat als een universeel recht op een eigen identiteit. Onder Marokkaans-Nederlandse jongeren is ‘respect’ gerelateerd aan noties van eer en schaamte, maar ook verbonden met gelijkheid, waardigheid, solidariteit, individueel burgerschap en persoonlijke autonomie. De Marokkaans-Nederlandse moslimjongeren uit mijn onderzoek laten zich niet zomaar vertellen dat zij zich moeten aanpassen aan de Nederlandse maatschappij of zich ‘normaal’ moeten gedragen. Zij zijn immers hier geboren en hebben net zo veel rechten als ieder ander, vinden ze. De nadruk op respect en eigenheid (authenticiteit) is een vrij recente culturele verandering in Nederland die Marokkaans-Nederlandse jongeren zich eigen hebben gemaakt. En zij niet alleen. We vinden het ook terug in de politiek met haar grote nadruk op het serieus nemen van gevoelens van ‘gewone’ mensen (waar dan weer zelden Marokkaans-Nederlandse jongeren mee worden bedoeld) en het idee dat je die dus niet zomaar kunt bekritiseren of zelfs wegwuiven.
In zo’n situatie is het dus lastig om mensen op hun gedrag en voorkomen aan te spreken want dat tast die mensen in hun gevoel van eigenwaarde en eigenheid aan. De Marokkaans-Nederlandse jongeren die overlast veroorzaken hebben dat tot in extremis doorgetrokken. En ook dat is niet typisch Marokkaans-Nederlands zoals Zembla recent liet zien in een docu over een volledig ontspoorde groep autochtoon-Nederlandse hangjongeren. En het is ook niet typisch voor jongeren. Met name op internet zien we hetzelfde terug bij zelfbenoemde bewakers van de vrijheid zoals daar zijn Bert Brussen, Robert Engel en de redactie van Geenstijl. Zij hanteren dezelfde tactiek van verbale en visuele ‘drive by shootings’ als die ontspoorde hangroepjongeren. Neem bijvoorbeeld het, op zich mooie en goed geschreven, Zuilen dagboek van Bert Brussen:
Zuilens dagboek: gedroomde positieve effecten | Bert Brussen
De bedreiging werd natuurlijk geuit door een Marokkaan. (Ik zeg natuurlijk omdat in Zuilen 99,9% van de bedreigingen worden geuit door Marokkanen. lekker correct en fatsoenlijk blijven volhouden dat het niet om de afkomst gaat maar om het individu is erg leuk als je vooral ver van die buitenwijken vol positieve effecten woont. Voor mensen die niet genoeg verdienen om GroenLinks te kunnen stemmen is de werkelijkheid een stuk banaler en grimmiger.) Omdat ik met de voorkant van mijn schoen de achterkant van het prinsje zijn schoen raakte, wat je al snel hebt in een drukke bus, werden mij ogenblikkelijk “klappen” beloofd. Ik vroeg waarom ik klappen verdiende maar dat was reden om nog meer klappen te beloven.
Het is een stuk dat vooral neerkomt op een mitrailleurvuur aan verbale frustraties. Wat niet zo vreemd is natuurlijk met dergelijk gedrag van jongeren in je eigen achtertuin. En schijnbaar vindt hij het belangrijk dat vuur te richten op ‘Marokkaanse’ jongeren. De vraag, hier al eerder gesteld, waarom het van belang is om dat te weten, leverde van hem het volgende antwoord op via zijn twitter account:
nee Martijn de Koning je krijgt geen antwoord op je zure, ultracorrecte, drammerige JOOP-vragen. Ga maar fijn lief doen voor moslims
Het is HEEL BELANGRIJK dat te weten @martijn5155 omdat softe blindemannetjes als jij anders het probleem blijven ontkennen
doeidoei, Nijmeegs stuk ellendig goedpratertje van moslimshaat, Nederlanderhaat en Marokkanenterreur.
Je kunt het vergelijken met hangjongeren die mensen uitschelden en vervolgens wegrennen als ze erop aangesproken worden (geen antwoord geven) of een manier zoeken om wel hinderlijk te blijven zonder last van jou te hebben (blocken). Zo kan Bert Brussen op twitter iemand vergelijken met een tumor, maar zodra een ander persoon de suggestie doet om zijn huisadres aan die overlastgevende jongeren in Zuilen te geven, roept hij wel om de politie. Jan Blokker wees er eerder al op hoeveel troep mensen via Twitter rondslingeren met onder meer Cornald Maas als voorbeeld:
DOE DIE TWEETS WEG! – nrc.next columnisten
Paul de Leeuw, de meest overschatte komiek van de zaterdagavondindustrie, en Cornald Maas, het vleesgeworden Songfestival, tevens kunst- en cultuurpaus van de AVRO. Paul durfde heel ver te gaan door tijdens de trouwerij van een Zweedse prinses het land in te twitteren: ‘Zit u ook stiekem te wachten op een zwarte Saab die zich in een of ander monument boort? Niet dat ik het ze gun, maar dan gebeurt er wat!’
Er gebeurde niets. Het gewaarschuwde Openbaar Ministerie oordeelde dat de uitlating voor niemand iets beledigends bevatte, en dat er evenmin sprake was geweest ‘van smadelijke, lasterlijke, bedreigende of opruiende tekst’. Men had zelfs geen humor vastgesteld. Helemaal niets – zoals altijd als Paul de Leeuw iets zegt, en vervolgens om zichzelf hinnikt.
Zieliger liep het af met Cornald Maas. Zijn actuele tweet had geluid: ‘Grappige exportprodukten heeft Nederland: Sieneke, Joran van der Sloot, de PVV’, wat door de TROS ‘onacceptabel’ werd genoemd en zijn ontslag tot gevolg had. Waarom in godsnaam? Hebben ze zich bij de TROS ooit laten voorstaan op criteria als goeie smaak, esprit, kwaliteit of niveau? Cornald zelf wel.
Mensen slingeren zaken de wijde wereld in, maar geven zich geen enkele rekenschap van de uitwerking en consequenties van hun woorden: puberaal gedrag vermengd met vrijheidsfundamentalisme en narcisme. Andere voorbeeld is een Robert Engel die het geen enkel probleem vindt om iemand die, op basis van zijn stukken, ernstig in de war lijkt te zijn, volledig af te breken op internet. Geenstijl die recent en in het verleden zonder problemen (de soms halfnaakte) uitspattingen van vooral meiden op de site plaatst zonder enig voorbehoud zelfs niet als ze minderjarig zijn. Het zijn dezelfde mensen die vervolgens iedere inperking van de vrijheid van meningsuiting bekritiseren alsof dat de ondergang van de ‘world as we know it’ zou zijn. Het publiceren van dergelijke teksten e.d. zonder enige rekenschap te geven van de eigen verantwoordelijkheid voor de gevolgen voor anderen, getuigt van een vrijheidsnarcisme dat in het geval van Bert Brussen en Robert Engel nog wel wordt gecamoufleerd door een schijnbare betrokkenheid bij maatschappelijke vraagstukken als overlast van jongeren, maar in feite daar niets mee te maken heeft.
Vrijheidsnarcisme is een vorm van gedrag dat wordt gekenmerkt door een obsessie met vrijheid van de eigen persoon zelf gecombineerd met egoïsme, gebrek aan empathie en poging om het dominante mannetje (het zijn meestal mannen) op de eigen apenrots te zijn door heel hard te brullen. In dit vrijheidsnarcisme valt voor bloggers en journalisten (of wat daar voor doorgaat) vrijheid van meningsuiting niet langer samen met het idee van zorgvuldigheid en degelijkheid en wordt hun vrijheid vooral een ijzersterk wapen om anderen te beschadigen en zichzelf te immuniseren voor alle kritiek. Iedere tegenreactie van de personen die onder vuur liggen is voor deze narcisten eerder een bevestiging van hun nogal oppervlakkige en onnozele denkbeelden dan een moment om even gas terug te nemen en te kijken of er toch iets in de kritiek zit.
Christoffer Lash beschrijft in zijn Culture of Narcissism dat mensen tegenwoordig voortdurend angstig zijn om niets te betekenen en niets voor te stellen in de wereld. Om dat tegen te gaan zouden we allerlei narcistische impulsen ontwikkelen om ons echt ‘echt’ te voelen, het idee te krijgen dat we echt leven en wel degelijk iets voorstellen. De groei van de technologische mogelijkheden om ons bestaan te documenteren en in te vullen, levert nieuwe mogelijkheden om op onszelf opnieuw te scheppen en te documenteren en nieuwe kanalen om onze waarde, ons bestaan en misschien zelfs onze onsterfelijkheid te promoten. Zelfpresentatie op het web is daarbij een strategisch spel; of het nu gaat om jezelf te presenteren op Facebook, Twitter, Flickr of met een eigen blog. Dat kan variëren van de mededeling op twitter dat men net een boterham met kaas gegeten heeft tot het openbaar rouwen om het heengaan van een geliefde op Facebook tot het masturberen op Chatroulette. De hyperfixatie op onze eigen subjectiviteit zien we terug bij de hangjongeren die rondhangen bij het winkelcentrum en allerlei beledigingen en ander overlastgevend gedrag tentoonspreiden en een nog grotere bek teruggeven (of erger) wanneer je daar iets van zegt: zij zijn een maatschappelijk probleem omdat zij met hun eigen hyperfixatie onze hyperfixatie bedreigen. Mensen als Robert Engel of Bert Brussen spelen daar op in; niet om het probleem daadwerkelijk aan de kaak te stellen maar om hun eigen subjectiviteit in een publiek domein te uiten. En, net als bij die hangjongeren, als je er iets van zegt krijg je een nog grotere bek terug. Grofheid, vulgair taalgebruik en seksisme zijn niet zomaar randverschijnselen; het is essentieel voor dit type narcisme omdat het een ideale manier is om zich krachtig te onderscheiden van anderen; iets wat Theo van Gogh al erg goed begreep. Het gaat daarbij zelden of nooit (alleen) om maatschappelijke issues waar men zich druk om maakt, maar om status en zelfverwezenlijking. Enig inlevingsvermogen in de ander die men tot de knie afzaagt, is daarbij ongewenst. Immers, je zou dan eens moeten toegeven dat je ook ongelijk kunt hebben of dat je je onsterfelijk belachelijk maakt of zelfs serieus gekwetst bent en dat je toch echt op z’n minst je eigen aandeel in de rotzooi moet opruimen.
Allemaal leuk een aardig, zo’n stuk, maar waarom verwijs in mijn geval niet even naar het stuk waar het over gaat? Dan kunnen de mensen zelf beoordelen of hetgeen ik doe met puberaal vrijheidsnarcisme te maken heeft. Dit gaat nergens over.
‘Waar is de gulle lach op heden gebleven, meneer Sonneberg, dat vraag ik U af?’
Zet je adres en telefoonnummer bij dit stuk. Immers kan je niet zomaar alles op het internet zetten en verwachten dat je er geen rekenschap over hoeft af te leggen. Of zou dat dan weer het toppunt van narcisme zijn?