Thierry Baudet durft selectief te generaliseren
Guest Author: Zihni Özdil
Thierry Baudet greep de dag van de verschrikkelijke moord op Theo van Gogh aan om te pleiten voor nóg meer generalisatie over ‘de’ islam.
‘Daarom is het jammer dat generalisaties over de islam worden gemeden’ schrijft Baudet. Het zogeheten ‘islam-debat’ van het afgelopen decennium heeft dus schijnbaar bol gestaan van de nuanceringen.
Het meest frappante aan zijn pleidooi is het argument dat wetenschap ‘algemene conclusies trekken uit waarnemingen’ is. Baudet’s betoog toont echter aan dat hij het onderdeel ‘waarnemen’ niet al te serieus neemt. Bovendien mijdt hij het tweede component van een gedegen wetenschappelijk bedrijf; kennisverdieping door middel van toenemende nuancering in de vorm van falsificatie.
Imam Baudet
Op een ontzettend originele, en in de afgelopen jaren nooit eerder gedane, wijze gaat ook Baudet op de stoel van een imam zitten en ons eens haarfijn uitleggen wat dé islam in essentie zou zijn. Namelijk, niet compatibel met democratie. Imam Baudet onderbouwt dit vervolgens met drie generalisaties.
Zijn eerste punt is de drogredenering dat omdat de koran voor moslims het woord van god is herinterpretatie en relativering onmogelijk zouden zijn. Het feit dat sinds het ontstaan van de islam de koran aan ontelbare herinterpretaties, relativeringen en zelfs aanvullingen heeft blootgestaan neemt Baudet schijnbaar niet waar in zijn generalisatie-exercitie.
Als de islam zo monolithisch is vanwege de aard van het beestje ben ik benieuwd naar zijn verklaring voor de enorme diversiteit aan islamitische stromingen, sektes en ‘scholen’ die er bestaan. En die bovendien hemelsbreed van elkaar kunnen verschillen in religieuze en liturgische opvattingen.
Of zijn Hanefi Soennieten, Ahmadiya, Zevener Sjiieten, Nusayri – om maar slechts enkelen te noemen – geen echte moslims? Het lijkt erop dat volgens Baudet de enige ware islam die van de ultraorthodoxe Salafisten is, hetgeen zij overigens zouden beamen.
Over de bijbel schrijft hij vervolgens dat ‘het boekwerk’ voor christenen niet het woord van god zelf zou zijn. Ik vraag me af hoe een gemiddelde christen uit de bible belts van deze wereld hierop zou reageren.
De bijbel staat vol met passages waarin god oproept tot genocide, homofobie en vele andere daden die ‘moeilijk in te passen zijn in een democratie’. Hetzelfde geldt voor de koran; er zijn hele verzen waarin religieuze tolerantie wordt gepropageerd en er zijn hele verzen waarin geweld wordt bepleit.
Oorlogszuchtige dader
Baudet’s tweede generalisatie poogt een verklaring te geven voor zijn stelling dat het voorbeeld voor moslims (Mohammed) ‘een oorlogszuchtige dader’ zou zijn en het voorbeeld voor christenen (Jezus) ‘een vredelievend slachtoffer dat de andere wang toekeerde’. Ook hier etaleert Baudet zijn volstrekte gebrek aan historische kennis of überhaupt enig begrip van religie als sociaal, politiek en cultureel instrument.
Hij zou bijvoorbeeld eens de toespraak van Paus Urbanus II in Clermont kunnen lezen. Net als een vredelievend slachtoffer dat de andere wang toekeert roept hij zijn volgelingen in naam van Jezus op tot het ‘uitroeien van een duivels ras’.
Als dat te lang geleden is voor Baudet moet hij nog maar eens het manifest van de christentempelier Anders Breivik openslaan. Of het betoog van Timothy McVeigh, die voor bijbel en vaderland honderden mensen de dood injoeg. Of de websites van de vele fundamentalistisch christelijke clubs in de USA die oproepen tot een heilige oorlog tegen iedereen die afwijkt van het woord van Jezus.
Toen Tariq ibn Ziyad enkele eeuwen voor Urbanus II op het punt stond over te steken naar Spanje gaf hij zijn soldaten het George W. Bush argument: ‘we gaan de bevolking verlossen van een tiran’. Helaas voor mensen als Baudet is het een historisch gegeven dat moslimrijken andere religies niet per definitie vervolgden. Daarom vluchtten de meeste Spaanse joden bijvoorbeeld naar het Osmaanse Rijk toen zij door de brute christelijke reconquista werden verdreven.
Sharia
Baudet’s derde punt over de sharia snijdt meer hout. Hoewel ook ‘dé’ sharia niet bestaat klopt het dat inherent regressieve, patriarchale en discriminerende ideologieën – even los van de daadwerkelijke uitwerking hiervan in de echte wereld – geen grondslag kunnen zijn voor een democratische samenleving. Maar ook hier is Baudet selectief aan het generaliseren door te doen alsof democratie voortkomt uit de kernwaarden van het christendom.
Baudet onderbouwt deze stelling met het welbekende zinnetje uit het oeuvre van Jezus: ‘aan de keizer wat des keizers is, en aan God wat God toebehoort’. Zo ken ik er ook nog wel een paar. Ex-post facto democratische interpretaties geven aan selectief gekozen citaten uit teksten van duizenden jaren geleden is een zinloze exercitie. Zelfs vroegmoderne denkers die het ‘keizer en god’ zinnetje aanhaalden werden later door veel Verlichtingsdenkers op dit punt tegengesproken.
In werkelijkheid was het juist een radicale verwerping van christelijke invloed in matters of state die onze moderne westerse opvattingen over secularisme en democratie mogelijk heeft gemaakt. Niet in het minste voortbordurend op oude islamitische denkers zoals Ibn Rushd (Averroes) die betoogden dat religie niet de enige manier is om de wereld te begrijpen.
Daarnaast herhaalt Baudet het ‘Innocence of Muslims’ voorbeeld zonder daarbij te melden dat wereldwijd slechts 0.0006% van de moslims de straat opgingen. Detijds notabene gefact-checked door zijn eigen krant. Bovendien zijn alleen al de dag na de aanslag in Benghazi bijna het dubbele aantal moslims boos de straat opgegaan om de daders te veroordelen.
Deze beelden zijn nooit te zien in de meeste media en schijnbaar is Baudet hier ook blind en doof voor. Net als voor de jarenlange democratische strijd van miljoenen moslims over de hele wereld, meestal bruut onderdrukt door ‘onze’ dictators.
Wel consistent, want als je wilt generaliseren heb je niks aan feiten die je generalisatie de prullenbak ingooien.
Generalisatie fetisjisten
Een elementair begrip van religie als sociaal instrument wil maar niet doordringen tot figuren als Thierry Baudet. Daarom is het zogeheten islamdebat in beginsel net zo wezenloos absurd als bijvoorbeeld een ‘balpennendebat’. Er valt niks te debatteren want met een balpen kun je de mooiste gedichten schrijven en je kunt er iemand de nek mee insteken.
Kortom, Baudet´s betoog is een vermoeiende herhaling van de selectieve generalisaties uit het afgelopen decennium. Het publieke debat wordt zodoende gekaapt door generalisatie fetisjisten. Dat zijn enerzijds neo-nationalisten als Baudet en anderzijds linkse doorgeschoten boerka-knuffelaars die met droge ogen durven te beweren dat een bikini dragen op het strand net zo misogyn is als een boerka dragen in het dagelijks leven.
Zihni Özdil is wetenschappelijk docent en promovendus aan de Erasmus Universiteit. Hij doceert over de geschiedenis van religie en samenlevingen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Volg Özdil ook op Twitter
Dit stuk is ook te lezen op Joop.nl: Selectief islam-shoppen met Thierry Baudet
Naschrift MdK:
Zie ook de reactie van Marcel Hulspas op De Jaap De Rellerige Praatjes van Thierry Baudet
Zie ook de reactie van Bart Voorzanger op Republiek Allochtonië: Islam en Christendom
2 Responses
[…] Zie ook Zihni Özdil – Selectief generaliseren over islam […]
[…] over de Islam? vraagt Baudet zich af. Inhoudelijk is dit stukje al gekraakt door Hulspas en Özdil. Ik ga hun argumenten niet herhalen. Hulspas wees Baudet erop dat hij het verschil niet weet tussen […]