Het spektakel Nora Spreekt 1 – ‘Nieuwsgierig, Onderzoekend, Religieus en Assertief’ #Noraspreekt
Het was me wat, Nora Spreekt. Niet eens zo’n grote aanwezigheid op sociale media, maar genoeg om reuring te veroorzaken en krantenartikelen aan te wijden en, zeer voorspelbaar, meerdere posts op Geenstijl en TPO. In de antropologie zouden we de casus Project Nora een ‘diagnostic event’ (S.F. Moore) kunnen noemen: een gebeurtenis die breuklijnen, conflicten, competitie blootlegt evenals pogingen om deze te voorkomen, te onderdrukken, te herstellen of te ontwijken.
Dus laten we maar eens kijken naar Project Nora op basis van mijn eigen observaties en (ja, ja) participatie en mijn gesprekken met initiatiefnemer Enis Odaci. Dat zal ik doen in drie posts. Dit is de eerste waarin ik vooral de gang van zaken bespreek en de kritiek van buitenaf belicht. De volgende post is meer reflexief en in de derde zal ik bekijken welke lessen we kunnen trekken uit Project Nora.
Nieuwsgierig, Onderzoekend, Religieus en Assertief: NORA
Nora is Nieuwsgierig, Onderzoekend, Religieus en Assertief, en voor velen volstrekt onuitstaanbaar voeg ik daar dan maar even toe. Het kernteam en het team van deskundigen van Project Nora bestaat uit mensen van verschillende etnische en religieuze achtergronden, zowel mannen als vrouwen. Het is een initiatief van Enis Odaci / Stichting Humanislam en naast hem bestaat het kernteam uit twee vrouwen en een man. De overige namen zijn bij mij bekend, maar laat ik op verzoek achterwege.
Het initiatief Nora Spreekt is gesubsidieerd door Stichting Democratie en Media (SDM) in het kader van een moslimdiscriminatie tender. SDM bemoeit zich vervolgens niet met de inhoud van het project. Het idee achter Project Nora was het volgende, volgens de site:
Ik houd scherp in de gaten wat politici, journalisten en min of meer bekende opiniemakers over moslims zeggen. Het is verkiezingstijd en in de aanloop naar 21 maart zal ik hun islamgerelateerde uitspraken kritisch volgen. Ik laat zien of er sprake is van islamofobie, racisme of stigmatisering. De ene keer met een knipoog en de andere keer wat strenger, maar altijd leerzaam!
Het initiatief presenteerde zich op sociale media als een persoon: ‘Nora’ via de volgende tweet:
Het project zou lopen tot een week na de gemeenteraadsverkiezingen en kende twee fasen. Een eerste waarin men zich richtte op uitspraken van politici, journalisten en opiniemakers in de context van de gemeenteraadsverkiezingen of in relatie tot islamofobie, de positie van vrouwen, enzovoorts. En een tweede fase waarin twee vrouwen de straat op gingen om mensen vragen te stellen of mensen vragen te laten stellen aan Nora die vervolgens beantwoord werden.
Project Nora heeft veel gelijkenissen met antisemitisme.nu: er wordt een uitspraak uitgelicht, de context besproken en geduid vanuit een perspectief op antisemitisme of in dit geval islamofobie. Een andere gelijkenis, niet geheel toevallig want het is de inspiratiebron, is Loesje:
Net als Loesje, waarbij de initiatiefnemers aanvankelijk ook anoniem bleven, wilde project Nora met kritische, soms ludieke, teksten de actualiteit omtrent islamofobie bespreken. De eerste tweet, en beter nog de reacties erop (het is de tweet met veruit de meeste reacties) laat goed zien hoe het claimen van een (tegen-)stem en het zichtbaar maken van de aanwezigheid, zeker via de term islamofobie en de afbeelding van een vrouw met hoofddoek, al genoeg is om het debat te ontregelen. Met name de term islamofobie moet het ontgelden. Hoewel die term al sinds 1910 in zwang is voor vijandelijkheid en vooroordelen ten opzichte van moslims mede op basis van een afkeer van een doembeeld van islam, moet deze toch telkens opnieuw uitgelegd en verdedigd worden. Deze betwistbaarheid van (de term) islamofobie hebben we onder meer besproken tijdens het laatste islamofobie symposium zoals u hier in de READER kunt lezen. Toch zorgt deze betwistbaarheid er ook voor dat mensen klaarblijkelijk moeten reageren. Maar ook de afbeelding van de dame met hoofddoek zorgt voor reacties op de hoofddoek en de positie van vrouwen. Tot zover eigenlijk niets nieuws.
De eerste inhoudelijke tweet laat, met bijbehorend stuk via de link, goed zien hoe het Nora Spreekt initiatief werkt: een uitspraak in het publieke debat wordt opgepikt, er wordt een korte reactie geschreven die wordt verspreid via wat prikkelende ludieke statements:
Zie hier het inhoudelijke stuk: http://noraspreekt.nl/01-marjolein-moorman/
Betwiste anonimiteit
Er is iets te zeggen voor het Nora initiatief om de verantwoordelijke mensen (voorlopig?) anoniem te houden. Immers, het bespreekbaar maken van haat, racisme, islamofobie enzovoorts, levert voortdurend scheldpartijen en bedreigingen op. Maar het levert ook een probleem op: namelijk dat onduidelijk is uit welke hoek dit initiatief komt en als dan een man woordvoerder is (en Nora wordt afgebeeld als vrouw) dan is het verwijt van mansplaining natuurlijk snel gemaakt. Zeker omdat, met Odaci als enige zichtbare vertegenwoordiger, een deel van het publiek niet de scheiding kon maken tussen Odaci en (project) Nora. Odaci is het met deze punten niet helemaal eens. Voor hem is het onacceptabel dat hij zich als man niet over bepaalde zaken zou mogen uitspreken ook als deze over vrouwen en feminisme gaan. Daarbij moet ook gezegd worden dat het team dus niet alleen uit mannen bestaat, maar een gemêleerd gezelschap is met diverse religieuze en etnische achtergronden en zowel mannen als vrouwen. Dat was al duidelijk in het interview in de NRC (link), maar het is opvallend dat juist dat interview het idee versterkte dat het alleen om mannen ging. Enige gretige kwaadwillendheid van dees en gene heeft hier misschien een rol gespeeld, temeer daar Odaci zeker open staat voor deze discussie, zo blijkt uit mijn gesprek.
Natuurlijk zorgt het gegeven dat Odaci de woordvoerder is, er ook voor dat het initiatief door criticasters zoals Geenstijl in de ranzige hoek wordt getrokken. Voortdurend komt de, onterechte, beschuldiging terug dat er achter Nora alleen maar mannen zitten. Daar hoef je in het geval van Geenstijl weinig gewicht aan te geven aangezien dat zelf groot is geworden met het plaatsen van gestolen naaktfoto’s van minderjarige meisjes (eerst onder Dominique Weesie en later Marck Burema) en ook geen probleem heeft om reaguurders op te roepen hoe een vrouw (tegen haar zin) te doen (door Bart Nijman). Maar het laat wel zien dat die anonimiteit veel onnodige en onsmakelijke ruis oplevert: als je je niet (of slechts gedeeltelijk) bekend maakt, dan vullen anderen je identiteit wel in. Maar goed dat was anders wellicht ook gebeurd, is mijn inschatting (wetende wie de anderen zijn).
De vereenzelviging van Odaci met Nora heeft er ook aan bijgedragen dat Nora verweten werd namens moslims en islam te spreken. Dat is natuurlijk niet het geval, bevestigt ook Odaci; Project Nora gaat niet over islam, het gaat over islamofobie. En Project Nora neemt geen vertegenwoordigende rol op zich. Dat is een denkfout die wel vaker wordt gemaakt: als je je druk maakt over anti-moslim racisme, wil je namens islam en moslims spreken. Er was ook wel de vraag of dit nou gesubsidieerd moest worden (maar of men daarmee uitsluitend overheidssubsidie bedoelde weet ik niet; voor zover ik weet is hier geen overheidssubsidie aan te pas gekomen). En de vraag wordt dan natuurlijk meteen wie is degene die zich opwerpt als spreekbuis van de moslims en welke moslims?
De politiek van het bekritiseren
In de kritiek op Nora valt voortdurend te zien dat Nora het opneemt voor de verkeerde moslims: conservatieve, mansplainende moslims die zich zouden keren tegen moslimvrouwen die zich aan de islam willen ontworstelen. Vooral na de kritiek op Shirin Musa waren dergelijke opvattingen op sociale media te zien.
De post over Shirin Musa leverde denk ik de meeste kritiek op. Lang niet altijd terecht, maar wat mij betreft sloeg deze bijdrage wel de plank mis. Niet zozeer vanwege het punt dat islam en feminisme in de praktijk wel degelijk blijken samen te gaan, maar vooral omdat het voorbij gaat aan het feit dat Shirin Musa zichzelf niet zo wil presenteren. Het gaat er niet om dat zij zou zeggen dat die twee niet samengaan, maar dat zij zich anders wil presenteren. De post kwam daardoor, zeker met de tweet, over als een aanval op haar persoon. Dat is het, denk ik, niet. Je kunt immers best iemand bekritiseren als je het werk wat iemand doet wel degelijk waardeert en de kritiek richt zich hier op de koppeling tussen de woorden stom en moslimfeminisme. Odaci benadrukt dat Shirin Musa door de vrouwelijke teamleden om haar koppeling van het woord ‘stom’ en ‘moslimfeminist’ is uitgelicht. Die koppeling kan goed bedoeld zijn, maar het effect is dat moslimfeministen die zich wel met dit woord profileren apart gezet worden. Musa, aldus Odaci, had ook kunnen zeggen dat feminisme zowel uit mensenrechtenverdragen als uit heilige geschriften kan putten, en dat ze die groep moslims ook ondersteunt.
Mijn punt is hier vooral dus dat Shirin Musa’s zelfidentificatie genegeerd wordt en haar uitlating geabstraheerd wordt naar een grotere discussie. Hier neigt het initiatief Nora naar een enigszins belerende en neerbuigende aanpak. Iets dat er vanwege het opgeheven vingertje in de aankondiging natuurlijk toch al in zit en ook besloten zit in de term islamofobie (of moslimhaat).
Nora kwam naar u toe
In de tweede fase van Project Nora gingen twee vrouwen op pad. Daar stelde Project Nora zich opener op:
Met andere woorden, Project Nora reageert anders op opiniemakers, activisten en politici dan op het ‘gewone’ publiek. #Noraspreekt wordt in het laatste geval gecombineerd met #Noraluistert en het terugpraten gebeurt dan op een andere manier.
Deze meer verbindende fase is minder controversieel en leverde ook minder interactie op sociale media op. Sommige criticasters hebben blijkbaar meer moeite met een Nora die spreekt dan met een Nora die luistert, hetgeen wel exemplarisch is voor het debat over moslims en islam. Uiteindelijk zijn de bijdragen op de site volgens Odaci zo’n 20.000 keer gelezen: geen spectaculair aantal maar toch meer dan ik zelf had verwacht.
Dat een sprekende anonieme Nora op zich al een probleem oplevert, is nog het duidelijkst te zien in de column van Margriet Oostveen. Zij raakte zo gefrustreerd door het gesprek met Odaci dat ze hem gaat aanspreken op zijn etnische achtergrond. Althans zo lijkt het uit haar column, de vraag is echter of ze niet al racistisch het gesprek in ging. Odaci bevestigt dat Oostveen vooral wilde weten wie de namen achter Nora zijn en dat was tegen de gemaakte afspraken in. Toen Odaci haar tijdens het begin van het gesprek daar aan herinnerde gebruikte Oostveen bewust raciale oordelen. Later in het gesprek probeerde Oostveen Odaci’s herhaaldelijke weigering om de namen te noemen zelfs te verklaren vanwege zijn moslimzijn. Dat heeft Oostveen wijselijk uit haar column gelaten, aldus Odaci. Volgens deze Volkskrant columniste horen we ‘hier in Nederland’ antwoord te geven op vragen van journalisten. Dat is natuurlijk niet zo: ja de journalisten gaan over de vragen, maar de geïnterviewden gaan over de antwoorden.
Een leerzaam spektakel
Het moge duidelijk zijn dat Project Nora gaat om een vorm van protest waarbij opponenten bijna noodzakelijkerwijze moeten reageren doordat het ingaat tegen gevestigde sociale conventies en communicatienormen over hoe mensen (meer specifiek moslims) zouden moeten acteren. In een eerder project, onder militante groepen, hebben we dit spektakelactivisme genoemd, maar dat is ook hier van toepassing. De wijze waarop Project Nora ‘in de markt’ is gezet en de wijze waarop het opereerde is te zien als een vorm van spektakelactivisme: alleen al de presentatie ontregelt de vanzelfsprekendheden in het debat, richt de aandacht op als normaal ervaren manieren van communicatie en debat. Er ontstond vrijwel onmiddellijk een discussie over de vorm en gepastheid van het initiatief. Dat maakt dit initiatief dan ook erg leerzaam. Daarover morgen meer.
Deel 2: De onuitstaanbare Nora.