Islam en Europa A college 1: waar hebben we het over?
In dit eerste college bespreken we de voornaamste theoretische concepten, benaderingen en discussies die als basis voor de cursus fungeren. Centraal in deze cursus staat islam in Europa. Niet zelden worden islam en Europa tegenover elkaar gezet als aparte categorieën die niet (zomaar) met elkaar verzoend kunnen worden. We zien dit in debat en beleid zowel onder moslims in Europa als onder Europese overheden, zowel onder religieuze voorgangers als onder politici. Tegelijkertijd echter kunnen we vrij eenvoudig vaststellen dat islam en moslims al eeuwenlang een plek hebben in Europa en de Europese geschiedenis. Maar we zien ook pleidooien voor een Europese of Nederlandse islam en weer reacties daarop:
Analytische categorieën en categorieën van praktijken
Dit roept onder andere de vraag op wat bedoelen we eigenlijk met ‘islam’ (en ook met ‘moslims’) en met ‘Europa’ als we het hebben over islam en Europa? In de eerste bijeenkomst van de cursus zullen we ingaan op die vraag en die plaatsen binnen enkele wetenschappelijke debatten waar we aan het eind van de cursus terug komen met onder andere artikelen van Esra Özyürek en Fatima El-Tayeb en (besproken in die laatste bijeenkomst) van Talal Asad.
Voor de eerste bijeenkomst echter kiezen we voor meer toegankelijk werk. En dan is op de eerste plaats het werk van Brubaker van belang. In zijn artikel ‘Categories of analysis and categories of practice: a note on the study of Muslims in European countries of immigration’ stelt Brubaker dat ‘moslim’ zowel een analytische categorie is (in academisch werk) als een belangrijke en betwiste categorie van sociale, politieke en religieuze praktijken.
De scheiding tussen een analytische categorie en een categorie van praktijken is niet absoluut. In de wetenschappelijke, politieke en religieuze discussies worden deze door elkaar heen gebruikt, door verschillende mensen in verschillende contexten. Zeker gezien de in Nederland nogal nauwe relatie tussen beleid en onderzoek, beïnvloeden opvattingen over beide typen categorieën elkaar ook nogal. Brubaker legt uit hoe dat gebeurt en hoe dat is veranderd door de tijd heen en wat dit betekent voor academici die een studie maken van moslims en islam.
Het betekent in ieder geval op z’n minst dat we onszelf voortdurend de vraag moeten stellen wat bedoelen we eigenlijk met islam en moslims en Europa? Neem bijvoorbeeld Europa. Is dat een continent? Een beschaving? Een modern samenleving? Een geopolitieke eenheid? Een stelsel van normen en waarden? Een traditie? Dezelfde vragen kunnen we stellen over islam: een waardenstelsel? Een religie? Een traditie?
Religie en godsdienst in een calvinistisch, seculier islamo-joods-christelijk land?
Het wordt nog complexer wanneer we in ogenschouw nemen dat de term religie zelf nauw verbonden is met het Europese imperialisme en kolonialisme en het Europese protestantisme. In de koloniale contexten kwam bijvoorbeeld de vraag op welke aspecten van de tradities en levensbeschouwingen van de lokalen nu wel of geen religie waren. Het uiteindelijke antwoord werd meestal bepaald door de belangen van de koloniale bestuurders en de kerken, maar het was ook altijd een betwist antwoord al is het maar om de bestuurders en de kerken het niet altijd met elkaar eens waren.
In het inleidende hoofdstuk van het boek ‘Een calvinistisch land? Religie in Nederland.’ laat Peter van Dam zien dat het huidige gebruik van de term religie voor Nederland eigenlijk zeer recent is. Pas in de loop van de jaren ’90 werd volgens hem de term religie vaker gebruikt dan de term godsdienst. Daarmee ging Nederland in de pas lopen met veel andere landen, werd de term breder gebruikt (ook voor groepen die niet op een God of Goden gericht zijn). Maar ook, zo voeg ik daaraan doe, ligt bij de term godsdienst de nadruk op een eredienst verrichten voor God terwijl bij het gebruik van religie de nadruk meer ligt op innerlijke overtuiging en doctrines.
Meer dan bij de term godsdienst, wordt tegenover de term religie vaak de term seculier geplaatst. Deze veronderstelt een scheiding tussen beide domeinen, maar het gaat juist ook vaak om een onderschikking van het religieuze domein aan het seculiere en om het toewijzen van een specifieke plek van religie binnen het seculiere domein. Niettemin zijn er ook groepen in de samenleving die wel een absolute scheiding nastreven: voor sommigen moet religie een privézaak worden en verdwijnen uit het publieke domein en voor anderen is juist een sterke religionisering van de samenleving het doel. We zullen in deze cursus zien dat de scheidslijnen tussen het religieuze en het seculiere door de tijd heen en per land voortdurend op wisselende wijze worden getrokken en dat dat ook nog eens per religie en/of stroming kan verschillen.
Omkering van de blik: de Europa als crisis
De dominantie van het protestantisme in verschillende (West-)Europese contexten is niet alleen van belang geweest voor opvattingen over wat wel/niet religie is (en hoe we daar dan mee moeten omgaan) maar ook voor het zelfverstaan van verschillende Europese landen en Europa als geheel. Een studie daarvan laat ook zien hoe verschillend de begrippen worden gebruikt en hoe ze verschillende inhouden krijgen.
Peter van Dam laat zien hoe belangrijk het Calvinisme voor Nederland is geweest (we horen nu nog wel eens ‘we zijn ook zo calvinistisch’ als typering voor wat dan een Nederlandse volksaard zou zijn). Hij maakt duidelijk dat Nederlandse protestanten formeel en informeel een centrale rol hebben gespeeld in Nederland sinds het ontstaan van de Republiek en dat andere groepen vaak te maken kregen met achterstelling en discriminatie en een plek toebedeeld kregen in één van de vele vijandbeelden van de natie.
Dat laatste is eigenlijk niet veranderd: in het artikel ‘Europe’s identity crisis, Islam in Europe, and the crisis of European secularity’ gaat Luca Mavelli in op een vraag die hij ontleent aan de British Council: “who is it with the identity crisis? Europe, or Islam, or both?’. Waar veel literatuur en ook vele politieke discussies gaan over de vraag of en hoe islam in Europa past, hoe moslims zich kunnen aanpassen, hoe een Europese islam kan ontstaan, blijft de kwestie van wat Europa eigenlijk is, onderbelicht. Het gaat wel over de vermeende bereidheid (of het gebrek eraan) van moslims om te integreren of de problemen daarmee als voorbeeld van het falen van het multiculturalisme of over de rol van het christendom of de ‘joods-christelijke’ waarden die dan in het debat tegenover islam worden gezet.
Mavelli laat echter zien dat de plaats van religie, ic islam en christendom, in de Europese context ingewikkelder is dan deze ogenschijnlijk simpele wij-zij tegenstellingen. Hij doet dat door zijn vragen niet te focussen op islam en moslims, maar op Europa, de crisis van de Europese identiteit en het Europese secularisme. Maar daarin spelen juist die wij-zij tegenstellingen een cruciale rol doordat moslims de plaats innemen van ultieme Ander over wier hoofd heen de Europese identiteit wordt besproken, betwist en vorm en inhoud krijgt.
Sterker nog stelt Mavelli, het is juist de constructie van de moslims als de tegenpolen van Europese seculiere moderniteit die het bestaan en de reproductie ervan mogelijk maken. Dat roept ook de vraag op in hoeverre de constructie van de moslims als de Ander ook vormen van anti-moslim racisme of islamofobie voedt (en dat roept weer de vraag of hoe we moslims moeten zien in relatie tot een andere categorie: ‘ras’.).
Europese moslims
Het is binnen deze geschetste context waarin moslims in verschillende Europese landen hun identiteit en religiositeit vormen. Zoals uit het artikel van Adis Duderija, ‘Emergence of Western Muslim identity; factors, agents, and discourses’ blijkt, gaat het meer precies om secularisme en secularisering, mondialisering, geopolitieke verwikkelingen, socio-economische, politieke en juridische contexten van de Europese samenlevingen, de diversiteit van de verschillende moslimgemeenschappen (en de interne diversiteit) en de minderheidsposities die Europese moslims innemen. Kwesties als wie heeft het religieus gezag, islamitisch recht, manifestaties van islamitische identiteit, institutionalisering van islam in Europese landen, de opmars van politiek-islamitische revitaliseringsbewegingen, spelen daarbij eveneens een zeer grote rol, maar zijn ook afhankelijk van de specifieke religieus-seculiere arrangementen in de Europese landen.
Met andere woorden: moslim-zijn in Frankijk is net wat anders dan in Nederland en beiden zijn weer net wat anders dan in Griekenland. En dan zijn we eigenlijk weer terug bij de beginvraag van vandaag; wat bedoelen we nou eigenlijk met de termen moslims, islam en Europa als we het hebben over islam en Europa? In de volgende bijeenkomst gaan we hier verder op door, maar dan met concrete voorbeelden van islam uit het pre-moderne Europa.
Literatuur
• Peter van Dam, Een calvinistisch land? Religie in Nederland, ‘1. Inleiding’, pp. 7-14.
• Rogers Brubaker, ‘Categories of analysis and categories of practice: a note on the study of Muslims in European countries of immigration’, Ethnic and racial studies, vol. 36 (2013), no. 1, pp. 1-8.
• Adis Duderija, ‘Emergence of Western Muslim identity; factors, agents, and discourses’, in: Tottoli, pp. 198-213.
• Luca Mavelli, ‘Europe’s identity crisis, Islam in Europe, and the crisis of European secularity’, in: Roberto Tottoli, Routledge handbook of Islam in the West, Routledge, London/ New York 2018, pp.185-197.
PS
In het college waren ook enkele vragen over salafisme, onder meer naar aanleiding van de recente reportages van NRC en Nieuwsuur. Die reportages zijn terug te zien: HIER en HIER. De artikelen van NRC zijn HIER en HIER te lezen. Deze volgende artikelen gaan op een meer beschouwende wijze in op die reportages
“Zomaar extremistische teksten uit de weekendscholen verbieden, dat is niet de weg” – Trouw, Marije van Beek
“Othering ironie” – Nieuwwij, Zoë Papaikonomou
NRC commentaar
NRC ombudsman.
Reacties van drie genoemde organisaties op de NRC / Nieuwsuur reportages: HIER.
Opiniërend, zie onder andere:
“Wie het salafisme bagatelliseert geeft niet om moslims“, NRC, Zihni Özdil
We zullen in de loop van de komende colleges zeker terugkomen op het fenomeen ‘salafisme’.
PPS
De komende tijd zijn er diverse bijeenkomsten die betrekking hebben op islamofobie en burgerrechten.
20 september: Stichting Meld Islamofobie presenteert “Alledaagse Islamofobie in Nederland“. Pakhuis De Zwijger, Amsterdam.
28 september: Islamofobie symposium: Islam, moslims en burgerrechten. Collectief tegen Islamofobie en Discriminatie (CTID) en de Universiteit van Amsterdam.
3 oktober: De boerka en het verbod, 2 maanden later. Argan & De Balie, Amsterdam.
Very interresting read which I will follow very closely.
Thank you.
ismail