Strijders – Moslims als de voorhoede van de strijd tegen racisme en voor gelijkheid
Enkele jaren geleden diende er een zaak tegen de Bunq bank bij het college van de rechten van de mens. De zaak was aanhangig gemaakt door een islamitische stichting nadat de Bunq bank geweigerd had een zakelijke rekening te open voor, zoals de bank stelde, “religieuze organisaties.” Het College stelde de islamitische stichting in het gelijk en Bunq heeft haar beleid sindsdien aangepast. Deze zaak staat niet op zichzelf: we zien voortdurend hoe, specifiek maar niet exclusief, islamitische organisaties en individuele moslims worden gezien als een potentieel risico met alle gevolgen van dien. Dit zagen we ook al eerder in bijvoorbeeld het antiradicaliseringsbeleid en in de toeslagenaffaire. Maar belangrijker misschien nog wel: deze zaak is één van de vele voorbeelden (denk bijvoorbeeld aan Stichting Meld Islamofobie of Muslim Rights Watch Nederland) hoe een organisatie van moslims het voortouw neemt in het aanklagen van beleid en instituties die anti-rechtstatelijk handelen. Iets dat niet alleen belangrijk is voor moslims en islamitische organisaties, maar voor alle burgers in Nederland. Ook andere organisaties van minderheden zoals het COC voor LHBTQ+ rechten en Kick Out Zwarte Piet in hun strijd tegen anti-zwart racisme, nemen in feite voortdurend het voortouw om de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van organisatie, het anti-discriminatiebeginsel steviger te verankeren en te strijden tegen schendingen ervan (en van het precaire evenwicht tussen die beginselen). Ook het opstappen van Nora Achahbar uit het kabinet is zo te bezien: zij neemt stelling, laat zien dat het optreden van het kabinet tegen de rechtsstaat is en niet door de beugel kan. Helaas logenstraft zij ook de redenering dat een betere integratie problemen zou voorkomen: zelfs zij komt racisme tegen.
De retorische wapenwedloop
In de nasleep van de gebeurtenissen in Amsterdam waar Maccabi hooligans lokale inwoners en hun bezittingen aanvielen en waarbij er na de wedstrijd tegen Ajax geweld werd gebruikt tegen hen, zien we dat er in de politiek een retorische wapenwedloop aan de gang is. Met politici die zich enerzijds willen presenteren als de enige echte en beste beschermer van de joodse gemeenschap en zogenaamde westerse waarden en anderzijds de Nederlandse Marokkanen en moslims over één of twee kammen scheren en hen aanwijzen als risico voor de veiligheid van de joden.
Moslims en Nederlandse Marokkanen zouden niet goed geïntegreerd zijn. Het is niet alleen volstrekt onlogisch om van derde en vierde generatie Nederlanders te vragen om te integreren, het is ook absurd om op basis van de acties een deel van een sociale categorie beleid te gaan voeren voor die hele categorie. Het zet moslims en derde en vierde generatie Nederlandse Marokkanen in het xenofobe hokje van de eeuwige migrant om hen vervolgens anders te behandelen dan andere Nederlanders.
De rationalisering van afkeer van moslims
De rationalisering lijkt ongeveer als volgt te zijn: aangezien deze groep niet van hier is (een beetje vreemd voor mensen die hier geboren en getogen zijn) en een religie hebben die hier vreemd is en geen plek heeft (ondanks de eeuwenoude wortels van islam in Nederland) en omdat deze mensen (in tegenstelling tot ‘wij’) puur zouden handelen vanuit hun (vermeend andere) cultuur en religie, moeten zij onderworpen worden aan een overheidsinterventie of zelfs uitgezet worden. Het handelen van deze mensen wordt niet verklaard in relatie tot de maatschappelijke lokale en internationale context, maar volledig geïsoleerd daarvan en op basis van stereotype ideeën over herkomst en religie. Zij worden vervolgens in een sociale hiërarchie geplaatst: zij zijn minder, gevaarlijker, te anders dan ‘wij’. En vervolgens wordt daar een bepaalde manier van bejegenen voorgeschreven. Het is een type redenering die neerkomt op het racialiseren van moslims die uiteindelijk onder andere, zoals eerdergenoemde casus ook laat zien, neerkomt op het aantasten van hun burgerrechten en in feite hun burgerschap voorwaardelijk maakt. Natuurlijk, soms wordt er gesteld dat we genuanceerd moeten zijn: niet alle moslims/ Marokkanen zijn zo, zoals Schoof stelde. In plaats van ongeveer een miljoen mensen over één kam te scheren worden ze dan over twee kammen geschoren: goed vs. slecht.
Discriminerende maatregelen
De concrete maatregelen die nu worden voorgesteld, laten heel goed zien hoe niet de moslims (of andere minderheden) anti-integratief, antidemocratisch en anti-rechtsstatelijk te werk gaan, maar hoe overheden, politici en politieke commentatoren dat doen. Maatregelen zoals het afnemen van het Nederlanderschap na antisemitische uitingen (en niet na anti-moslim of anti-zwart racistische uitingen), het opleggen van een sterker integratiebeleid op inwoners die hier geboren zijn en specifiek een moslim- en/of Marokkaanse achtergrond hebben, laten goed zien hoe tweederangs burgerschap verder uitgerold wordt.
Het is niet nieuw, het borduurt voort op al decennialange wet- en regelgeving, maar het extreemrechtse kabinet onder leiding van een partij die al jaren vijandigheid en afkeer van moslims omwille van hun religie en identiteit predikt, geeft het een nieuwe en gevaarlijke lading. Daarbij gaat het al lang niet meer om de veiligheid van joden overigens: deze wordt slechts gebruikt voor de anti-migranten en anti-moslim boodschap van de regering en de coalitiepartners. Ook voor joodse Nederlanders gaan deze maatregelen niets opleveren: je kunt de ene vorm van racisme niet bestrijden met andere vormen van racisme.
Moslims en andere minderheden als de ware strijders
Interessant en van zwaarwegend belang hier zijn de reacties van moslims. In plaats van geschokt en angstig (hoewel dat ook duidelijk aanwezig is), laten veel reacties iets anders zien. Enerzijds, ‘ja natuurlijk, zo werkt dat. Eén moslim doet iets verkeerds, en vervolgens worden alle moslims over één kam geschoren.’ Hier zit een zekere gelatenheid zouden we kunnen stellen, maar ook een scherpe analyse van wat er aan de hand is: een verdere normalisering van racisme.
Anderzijds, zien we strijdbaarheid. Veel moslims en/of mensen van Marokkaans afkomst, die zich weren op social media, ingezonden stukken in de reguliere media, in demonstraties, in vormen van internationale solidariteit (bijvoorbeeld in protesten voor vrijheid en menswaardigheid van Palestijnen en tegen de etnische uitdrijving en plausibele genocide in Gaza; we zouden dit bijna vergeten in deze Nederlandse discussie), in talkshows, op de werkvloer en in klas- en collegezalen. Daarbij gesteund door mensen uit andere minderheidsgroepen: opnieuw zijn het moslims en andere minderheden en hun belangenorganisaties die zich de échte voorvechters tonen voor burgerlijke vrijheden, kritische dialoog en debat en democratie. Het is precies die strijdbaarheid die ik mis in de berichtgeving terwijl die (ok misschien in mijn bubbel) toch overduidelijk is.
Dit optreden komt ze soms te staan op, al even racialiserende, kritiek: ze zijn tribaal, loyaliteit aan de eigen gemeenschap is belangrijker dan de natie, ze zijn te licht geraakt want Schoof bedoelde heus (heus!) niet alle moslims of Marokkaanse Nederlanders toen hij zij dat een groot deel van de jongeren met een migratieachtergrond de kernwaarden niet altijd onderschrijft, enzovoorts. Maar dat is een misvatting.
Strijd
Het zijn moslims en andere minderheden die door de racistische bullshit en de zalvende woorden erna prikken. Ga maar na, als je van jongeren met een migratieachtergrond met dubbel paspoort de Nederlandse nationaliteit wil afpikken, dan zeg je dus dat witte antisemieten altijd hun burgerschap behouden maar anderen niet. De boeren activisten, de rechtse antisemieten, ze kunnen het Binnenhof en de zoveelste begraafplaats afbreken, ze kunnen het halve land platleggen en tegenstanders agressief bejegenen, ze kunnen de Shoah bagatelliseren, ze kunnen oproepen tot Jodenjacht: zij hebben nooit een integratieprobleem.
Het zijn degenen die het object zijn van racistisch taalgebruik en racistische beleidsvoornemens die hier genadeloos doorheen prikken en die zien dat we te maken hebben met politici, beleidsmakers, journalisten en anderen die schermen met kernwaarden maar deze in feite verkwanselen. Degenen die opstaan zeggen in feite, en niet meer dan, hou u aan uw eigen kernwaarden voor iedereen. Want als je die onderuithaalt voor één categorie, dan haal je ze onderuit voor iedereen. Want als die kernwaarden niet gelden voor iedereen, dan gelden ze niet en zijn ze geen kernwaarden.
De strijd tegen racisme wordt in de eerste plaats gevoerd door degenen die het object ervan zijn. Deze strijd is voor alle burgers van belang en verdient dan ook alle steun.