Het Racisme Drama – Racistische rituelen van het parlement
Introductie: waanzin
Gisteravond was misschien wel één van de meest beschamendste hoofdstukken uit de parlementaire geschiedenis. Op de agenda van de Tweede Kamer stond het ‘Marokkanendebat’. Men had het beter het racismedrama kunnen noemen.
Een paar maanden terug kwam de Nederlandse samenleving weer tot ontploffing: jonge voetballers sloegen een grensrechter van de andere partij in elkaar. De arme man overleed kort daarna. De Telegraaf kwam met een foto van deze vechtpartij met een indringende kop in chocolade-letters: waanzin. In de tussentijd probeerden opiniemakers, politici en voetbalbobo’s te begrijpen wat er nu was gebeurd en waarom.
Vanaf het begin sijpelde langzaam maar zeker in de berichtgeving door dat het om twee of drie ‘Marokkanen’ ging. Niet dat inwoners van Rabat of Nador hier iets mee te maken hadden; bedoeld werd jongeren van ouders die afkomstig waren uit Marokko. Vervolgens tweette Geert Wilders dat het hier ging om een ‘Marokkanenprobleem’ en vlogen allerlei cultuuranalyses in het rond: gezagcrisis van de ouders, afwijkende normen en waarden, de islam die hen zou leren ongelovigen te haten, macho-cultuur, enzovoorts. Daarnaast allerlei analyses dat Marokkaans-Nederlandse jongeren zouden domineren in de misdaadstatistieken en ook bij de gewelddadige incidenten in het voetbal. Soms waren dergelijke analyses gebaseerd op de talloze wetenschappelijke publicaties hierover die Nederland al sinds de jaren negentig kent, veel vaker echter op allerlei slordige redeneringen zoals: de meeste incidenten doen zich voor in de Randstad, daar wonen ook de meeste allochtonen en dus gaat het vaker om allochtonen.
Hoe het ook allemaal precies zit; je moet kunnen benoemen. En dat stond dan ook centraal in het Tweede Kamer debat dat echt serieus ‘Het Marokkanendebat’ heette gisteren. Benoemen valt onder vrijheid van meningsuiting, dat maakt de zaak helder en dan weten we ook wat we moeten doen. Velen die de zaak ‘benoemen’ vinden dan ook dat zij een taboe doorbreken; een retorische tactiek om extra gewicht aan hun stelling te geven aangezien dat taboe (als dat er al was) al lang is doorbroken in de jaren negentig. Zondag iets meer over benoemen, nu een korte indruk van het racistendebat.
Tweede Kamer als theater
De Tweede Kamer kunnen we zien als een theater waarin mensen verschillende rollen vervullen als in een ritueel. Een ritueel is dan te zien als een symbolische activiteit die verloopt volgens bepaalde regels om een bepaalde situatie te bereiken en die diverse malen herhaald wordt. In de Tweede Kamer gebeuren verschillende dingen die bij ieder debat terugkomen. Er wordt bepaald óf er een probleem is, wat dat probleem is en hoe dat probleem aangepakt moet worden. Daarbij is er een rolverdeling tussen de regering, de voorzitter, de regeringspartijen en de oppositie. De regering komt met een voorstel dat een probleem, een probleemdefinitie en een oplossing aanduidt: die dienen met elkaar in overeenstemming te zijn anders is men niet consequent. De regeringspartijen nuanceren het verhaal en komen met wat wijzigingen. De oppositie vertelt waarom de regering en andere partijen er niks van bakken, of er inderdaad een probleem is, wat het probleem volgens hen is en welke aanpak daar dan bijhoort. Men spreekt via de voorzitter die geacht wordt het debat te laten verlopen volgens de regels van het toneelspel. Vervolgens komt men in een stemming tot een eindconclusie en dan zien we of men besloten heeft of er een probleem is, wat het probleem is en wat de aanpak moet zijn.
Met andere woorden, dit ritueel zorgt ervoor dat bepaalde perspectieven op maatschappelijke verschijnselen en de maatschappij als geheel geschapen en bevestigd worden op basis van de machtsverhoudingen in het parlement. Het gaat niet om kleine zaken, maar om zaken die van ‘algemeen belang’ (en dus speciaal) zijn en het vestigt de aandacht op specifieke relaties en fenomenen. Tegelijkertijd worden andere probleemdefinities naar de achtergrond geduwd en andere perspectieven onzichtbaar gemaakt doordat ze als onhaalbaar, onrealistisch of onwenselijk benoemd worden. Hierbij speelt ook de vooronderstelling dat het parlement de plaats is waar we dit soort dingen doen. GroenLinks deed gisteren niet mee en dat kwam ze op kritiek te staan; immers het parlement is toch de plek om je geluid te laten horen en de plaats om beslissingen te nemen. Daar hoor je bij te zijn want het debat dient op een bepaalde plek en bepaalde manier gevoerd te worden want daar komen alle stemmen in de samenleving aan bod; we hebben ze immers zelf gekozen. Althans daar dienen we in te geloven en het debatritueel van de Tweede Kamer draagt daar aan bij.
Het mobiliseren van racisme
Gisteravond was het de PVV die zich op de kansel zette als moedige strijder tegen criminaliteit en overlast van Marokkaans-Nederlandse jongeren. Volgens de PVV is het geweld van Marokkaans-Nederlandse jongeren cultureel bepaald en speelt ook de islam een belangrijke rol. De term ‘Marokkanendebat’ waarmee alle Marokkaanse Nederlanders vanaf 0 jaar onder een noemer worden geschaard, vloeit voor de PVV logisch voort uit de vooronderstellingen. Het leggen van een dergelijke relatie kan zonder meer racistisch worden genoemd. En in deze tijd lijkt het goed om nog eens te vermelden dat het leggen van een dergelijke racistische relatie onzin en onethisch is. Het is onzin want er is geen enkele causale relatie vast te stellen tussen cultuur en religie enerzijds en criminaliteit anderzijds en het lijkt er ook vanuit te gaan dat geweld door Marokkaanse Nederlanders moreel verwerpelijker zou zijn dan geweld door anderen. Het is onethisch omdat taal geen neutrale handeling is, maar altijd samenvalt met de politiek-culturele en historische contexten. Zeker in combinatie met de vechttaal van de PVV is het mobiliseren van racistische vooroordelen zeer gevaarlijk.
Zoals gesteld kunnen we de Tweede Kamer zien als theater waarin een ritueel wordt uitgevoerd. Rituelen kennen slechts zelden één speler, maar kenmerken zich door meerdere spelers die gezamenlijk het ritueel en het bijbehorende effect realiseren. Met andere woorden de rol die de PVV op zich neemt, kan alleen maar gespeeld worden door medewerking van anderen. En dat gebeurde volop. Allereerst doordat de term ‘Marokkanendebat’ op de officiële agenda van de Tweede Kamer stond; de openingszet van dit drama. In de eerste termijn van het debat kwamen diverse partijen aan bod die reageerden op de PVV en bijvoorbeeld het gebruik van de term ‘Marokkanendebat’ aan de orde stelden. Een makkie voor de PVV die zich graag opstelt als moedige bestrijder van geweld en intolerantie door islam en migranten temidden van linkse lafaards. Dat is de rol die de PVV wil spelen en de woordvoerder kon bij vrijwel iedere spreker hetzelfde trucje toepassen om die rol van held kracht bij te zetten.
Waar de meeste sprekers namelijk wezen op de verwerpelijkheid van de PVV-termen stelde men ook dat men moest benoemen dat er problemen waren. Men was vooral bezig om te laten zien dat ze niet laf links waren, maar juist al lang hadden gewezen op de problemen met Marokkaanse Nederlanders. Het is aardig om te zeggen dat er ook talloze Marokkaanse Nederlanders zijn die het goed doen, maar dat is alleen betekenisvol als je daadwerkelijk vindt dat een groep het niet goed doet en dat er een probleem is met integratie, cultuur en religie of dat doet binnen een context waarin er racistische relaties gelegd worden tussen cultuur en criminaliteit. Daarmee de relatie die de PVV legt tussen cultuur en criminaliteit in feite niet alleen onbesproken latend maar zelfs versterkend.
De regels van het spel
De overige partijen begaven zich zo in een spel waarvan de regels zijn opgesteld door de PVV zouden we kunnen stellen. De woordvoerder van de PVV wees telkens op uitspraken van de andere partijen die de indruk moesten wekken dat zij maar een politiek-correct verhaaltje aan het afsteken waren. Bij de PvdA wees men op de uitspraken van Samson over de overlast van Marokkaans-Nederlandse jongeren, bij de SP op de nota Gastarbeid en Kapitaal uit de jaren ’80, bij D66 op de uitspraken naar aanleiding van geweld tegen homo’s. Hun harde taal in die uitspraken was inderdaad vervangen door een meer genuanceerd racisme. In alle gevallen zorgt dit ervoor dat migranten een uitzonderingspositie krijgen. Waar minister Asscher stelde dat we mensen als individuen moeten aanspreken, zit hij toch echt in een debat over Marokkaanse Nederlanders als groep, wil hij toch echt etnische registratie en wil hij toch echt dat migranten Nederlandse normen en waarden verinnerlijken; iets wat hij niet oplegt aan autochtonen. Het racististische drama reproduceert zo de uitzonderingspositie van Marokkaanse Nederlanders.
Nu zou het zo kunnen zijn dat de partijen deels de probleemperspectieven van de PVV overnemen om de PVV de wind uit de zeilen te nemen. Dat zal zeker een rol spelen, maar er is nog wel iets anders aan de hand. De nadruk op de relatie tussen cultuur, integratie en criminaliteit is niet iets van Fortuyn en later. Al in de jaren negentig hebben mainstream politieke partijen die relatie naar voren gebracht en ook toen was er al veel discussie over en onderzoek naar etnische groepen en criminaliteit. Het is ook niet de PVV die de term kutmarokkanen heeft verzonnen en zij zijn ook niet degenen die met het inburgeringsbeleid op de proppen zijn gekomen. Waar de PVV etnische registratie wil, was dit in feite al veel eerder ingevoerd. We zouden derhalve ook kunnen stellen dat Fortuyn en later de PVV het product zijn van het mainstream worden van racisme onder het masker van cultuur en integratie. Daarmee hebben alle mainstream partijen het podium en de bijbehorende spelregels geschapen voor het racisme van de PVV en speelden zij gisteren hun eigen rol in dit bedrijf dat geschreven is door de PVV.
Vervreemding
Wat het racistendebat van gisteren niet deed was een bespreking van reële problemen in de samenleving. Het ging niet over de marginalisering, de gevolgen van de jarenlange vernederende debatten over Marokkaanse Nederlanders op hun betrokkenheid met en identificatie met de Nederlandse samenleving. Niemand die erop wees dat mensen met een buitenlands uiterlijk (wat dat ook moge zijn) eerder in het vizier van de politiek komen. En ook niemand die ook maar één woord vuil maakte over het slachtoffer van het voetbalgeweld; toch de aanleiding voor dit hele drama. Een duidelijker beeld dat het Nederlandse parlement niet iedereen vertegenwoordigd was ook goed te zien gisteren: de politieke elite debatterend over Marokkaanse Nederlanders. Degenen die het op de tribune het debat volgden, over wie het spel ging maar er niet aan deelnamen: Marokkaanse Nederlanders (in tegenstelling tot GroenLinks die zichzelf vrijwillig buitensloot – mijns inziens terecht overigens).
Uiteindelijk hebben alle partijen er dus simpelweg mede aan bijdragen dat de PVV haar racistische boodschap kan vormen, dat het een voedingsbodem heeft en dat het ten tonele gebracht kan worden. Nu gingen de Marokkaanse Nederlanders op de bezoekerstribune nog kijken en velen volgden het via politiek24. Anderen voelden zich totaal niet aangesproken; in beide gevallen kwamen vooral drie indrukken naar boven: vernedering, vervreemding en afkeer. Gefeliciteerd Tweede Kamer, u heeft gisteren bevestigd dat Marokkaanse Nederlanders niets, maar dan ook niets, constructiefs te verwachten hebben van uw politieke en democratische spel.
Goed stuk. Alleen ik vind het niet terecht dat Groenlinks zich moedwillig heeft buitengesloten. Als kamerleden zijn zij daar niet op persoonlijke titel, maar vertegenwoordigen zij het volk. In dat opzicht dienen zij te spreken voor degenen die niet aan het debat hebben kunnen deelnemen.
Goed artikel. Ik vind het een moeilijke kwestie. Het niet op de agenda zetten van dit debat, met deze naam, had de PVV ook aangegrepen voor publicitair martelaarschap. Maar de Tweede Kamer, hoezeer ze ook duidelijk maakten dat ze dit debat ‘eigenlijk’ onzin vonden, heeft door deelname wel weer bijgedragen aan de verdeling van Nederland in mensen die automatisch goedgekeurd zijn en Anderen. En de meesten hebben het nog niet eens door, dat is nog het meest trieste ervan.