‘Import’ – Een impressie en duiding van 30 jaar verzet tegen AZC’s
En afgelopen maandag was het protest in Heesch tegen de geplande komst van een asielzoekerscentrum aan de rand van de dorpsgrens met Vinkel. Het protest liep, niet geheel onverwacht, uit de hand. De tegenstand tegen het AZC deed me denken aan een protest uit de jaren negentig waar ik ook dichtbij stond. In 1999 werd er door gemeente Schijndel en het COA een plek aangewezen voor een AZC op een oud militair terrein aan de rand van de gemeente en tegen het dorp Eerde (dat onder een andere gemeente viel) dat ongeveer 1200 inwoners kent. Het AZC was gepland voor 500 mensen. Er zijn verschillen tussen toen en nu, maar de overeenkomsten zijn groter.
Eerde 1999
Vanuit het dorp werd op verschillende manieren een protest georganiseerd : brieven, petities, een protesttocht op de fiets, enzovoorts. Het mocht niet baten (had ook niemand verwacht): in december 1999 werd besloten dat het asielzoekerscentrum er kwam. Het bestond enkele jaren zonder hele grote problemen. Er gebeurde natuurlijk wel eens wat, maar dat concentreerde zich toch vooral op het terrein van het AZC zelf. Het waren de jaren voor de Fortuyn revolutie, voor Scheffers multiculturele drama en voor 9/11. En de argumenten waren opmerkelijk hetzelfde als nu. Veiligheid (en in het bijzonder de veiligheid van ‘onze vrouwen’, ‘onze dochters’) was een belangrijke kwestie , naast de vrees dat er meer inbraken zouden komen, meer overlast en dat het dorpse karakter van Eerde zou verdwijnen door zoveel ‘import’ en in het bijzonder buitenlandse ‘import’.
Met import werden en worden mensen bedoeld van buiten het dorp zelf: het idee is dat de gewoonten en omgangsvormen van die mensen anders zijn dan die van ‘ons’. Het gaat hier om een nostalgisch ideaalbeeld van ‘ons’ (als saamhorig, harmonieus, onderlinge steun en met weglating van sociale controle en criminaliteit) tegenover een doembeeld van de Vreemdeling (gevaarlijk, op vrouwenjacht, andere omgangsvormen).
Als het idee van een grotere culturele afstand ook nog eens vermengd wordt met het idee van mensen uit een ander land en andere kleur, is dat voldoende voor een gevoel van bedreiging. Daar speelde ook een typisch lokaal argument mee. Eerde zat op dat moment ingeklemd tussen grote industrieterreinen en een grote vuilnisbelt en er was ook nog discussie over een snelweg langs of door het dorp. Met andere woorden er speelden allerlei factoren buiten de dorpskern een rol het leven in het dorp beïnvloeden zonder dat de inwoners daar enige grip op hadden of konden krijgen. En die volledig langs de bestuurders heen gingen; het plaatsen van een AZC ver uit de kern van Schijndel kwam de bestuurders daar wel goed uit en de bestuurders in Veghel (waar Eerde grotendeels onder viel) hadden er naar eigen zeggen geen last van en het viel buiten hun verantwoording. De houding van Meijerijstad (waar Schijndel in de toekomst gaat toe behoren) dat veel groter is dan Schijndel is momenteel opvallend: men vindt zichzelf nu te klein voor een groot AZC…
Heesch 2016
Soortgelijke argumenten over asielzoekers en hun vermeende criminaliteit, gebrek aan werkgelegenheid, kleinere mogelijkheid om een huis te krijgen en gevaar voor vrouwen waren er ook in Heesch (met 12.765 inwoners en een gepland AZC voor 500 mensen). Een specifiek lokaal element heb ik niet vernomen, maar daar ken ik het ook niet genoeg voor. Wel is opvallend dat het AZC dichtbij het dorp Vinkel ligt waardoor ook die inwoners gemobiliseerd werden (en anderen mobiliseerden) voor het protest. Het idee is ook hier de veiligheid voor de vrouwen en meisjes uit Vinkel (die per fiets langs het AZC in de richting van Heesch naar school gaan bijvoorbeeld), de grote saamhorigheid van de lokale gemeenschap (juist ook in dat buitengebied) die enerzijds mobiliserend werkt en anderzijds bedreigd zou worden door een groot AZC.
Dat vrouwen hier, in symbolisch opzicht, zo’n grote rol spelen is niet zo verwonderlijk. Door de eeuwen heen is ‘de vrouw’ altijd een focus geweest van de zorgen van mensen (en vooral mannen) over hun rol in het voortbestaan van de eigen groep. De zuiverheid van de afstamming en ‘de vrouw’ zijn vaak gebruikt om verschillen tussen wij en zij te markeren en te reproduceren. Concrete gebeurtenissen spelen daarbij een grote rol en we zouden kunnen stellen dat ‘Keulen’ symbool is komen te staan voor wat sommigen ervaren als een bedreiging van de nationale en morele orde. Aan de ene kant is de vrouw historisch gezien de belichaming van de natie-staat (denk ook aan de Franse Marianne) en vertegenwoordigt ze de continuïteit ervan en aan de andere kant is de vermeende zwakte van vrouwen eveneens een symbool van de continue dreiging.
Geweld en AZC’s
Ook in 1999 waren er concrete misdrijven, of verdenkingen daarvan, die het asielprotest voeden, vormgaven en aanjaagden. Naar aanleiding van de moord op Marianne Vaatstra (toen, onterecht, toegeschreven aan een asielzoeker) spraken we in die tijd van het Kollumiseren (of to Kollumize) van het volksprotest: een einde aan de (vermeende) tolerante Nederlandse houding ten opzichte van vluchtelingen. Net als nu met Wilders hadden we toen Fortuyn die (nog niet als politicus) de dood van Marianne Vaatstra gebruikte om zijn punt te maken over het weren van asielzoekers: ‘Een Nederlander snijdt geen keel door‘.
Momenteel gaat het om, natuurlijk, Keulen en voor Keulen om de dreiging van IS strijders onder de vluchtelingen (een thema zowel voor als na de recente aanslagen in Parijs). Dat verklaart de felle en soms gewelddadige protesten slechts ten dele overigens. Eigenlijk door de tijd heen zijn er regelmatig gewelddadige acties tegen gemeentebesturen en tegen asielzoekers geweest. Een kort, onvolledig, overzicht:
- In 1987 raakten bewoners van Stevensbeek in gevecht met de politie toen ze het gemeentehuis wilden binnendringen om te protesteren tegen 325 asielzoekers in hun dorp;
- In 1994 lossen twee mannen schoten op het AZC in Musselkanaal en het AZC ontving regelmatig dreigbrieven waaronder kogelbrieven;
- In 1994 in Wijk aan Zee werd brand gesticht bij het AZC (waarbij één bewoner gewond raakte);
- In 1995 wordt het gemeente bestuur van Losser ernstig bedreigd door tegenstanders van het AZC met de dood, brandstichting en geweld. Er is ook een aanslag met een buks geweest op een Bosnische familie;
- In 1999 zijn er rellen in Kollum waarbij de gemeentebestuurders belaagd worden;
- In augustus 2001 werd een asielzoeker in elkaar geslagen nadat er racistische taal tegen hem was geuit door een groep meisjes en hij daarop reageerde;
- In september 2002 werd bekend dat scholieren uit Bellingwedde zich schuldig maken aan geweld tegen groepje kinderen uit het plaatselijke AZC;
- In 2002 ontstaan er onlusten in Appelscha nadat een jongen uit het AZC zich misdragen zou hebben. Jeugd uit Appelscha roept dan ook leuzen met Heil Hitler en Pim Fortuyn;
- In 2003 werden vijf jongeren uit Dokkum en omgeving (onder wie één militair) gearresteerd wegens het beramen van brandstichting in het AZC. Eerder zijn er ook al rellen geweest;
- In augustus 2004 was er een aanval met molotovcocktails op het AZC in Roden en ook in de maanden daarvoor zouden zeker zes asielzoekerscentra met molotovcocktails zijn aangevallen;
- In 2007 moesten drie families vluchten uit het AZC Winschoten omdat de politie hun veiligheid niet kon garanderen in verband met dreiging vanuit een groep plaatselijke jongeren.
- In 2007 in Waspik werd een gezin het dorp uit gepest;
- In 2007 in Son en Breugel ging een groep jongeren (die zelf een website met racistische teksten hadden gemaakt) allochtonen te lijf met stenen, fietskettingen en knuppel;
- In 2009 was er een bedreiging met geweld tegen een mogelijk AZC in Schagen;
- In 2011 werden asielzoekers in Drachten gepest en bedreigd door een man uit Harkema;
- In 2015 wordt het AZC in Woerden bestormd en aangevallen;
- In 2015 krijgt de gemeente Aalburg dreigementen met het platbranden van het gemeentehuis als er een AZC komt;
- In 2015 wordt een mogelijke lokatie van het ACZ in Zuidlaren beklad met hakenkruisen en White Power;
- In 2015 wordt een informatiebijeenkomst over het AZC in Steenbergen verstoord door demonstranten met agressieve racistische en seksistische leuzen;
- In 2015 wordt de informatiebijeenkomst van de gemeente Geldermalsen afgebroken na gewelddadig protest demonstranten
Waar in het geval van moslims en/of migranten geweld (zoals ook in Keulen) vaak geprobeerd wordt te verklaren uit hun culturele en/of religieuze achtergrond, gebeurt dit in het geval van witte Nederlanders tegen asielzoekers (en moslims en/of migranten) eigenlijk nooit. Dat hoeft ook niet want dergelijke culturele verklaringen zijn vaak een soort catch-all verklaringen: cultuur wordt vaak gebruikt om alles te verklaren zelfs compleet tegenstrijdige fenomenen. Maar het verschil is toch opmerkelijk temeer omdat het ook nauwelijks leidt tot discussies over racisme in de samenleving. Op deze manier blijft dit geweld gebaseerd op losstaande incidenten.
De morele afwegingen van protest
Tegenover al dat geweld en bedreigingen staan heel veel AZC’s die zonder al te grote problemen tot stand kwamen. Veel dorpen protesteerden in het verleden ook als het AZC juist gesloten werd: men had een band, extra inkomsten en extra leven in de brouwerij. Het geweld dat tentoon wordt gespreid vervuld daarbij ook verschillende functies afgaande op de reacties die ik hoorde. Eigenlijk was er in het publiek in Heesch helemaal geen sprake van een grimmige sfeer, eerder van ‘gebeurt er nog wat’ (dat men halverwege en verder naar achteren de toespraken niet kon verstaan speelde daarbij een rol overigens). Maar het geweld leek bij sommige mensen ook voor empowerment te zorgen: ‘we hebben in ieder geval duidelijk gemaakt dat wij het AZC niet willen’ en ‘kijk wij doen écht iets’ waren een paar van de reacties die ik hoorde.
Overigens vraag ik me ook af in hoeverre de onervarenheid van gemeente Bernheze met grote protesten een rol speelde. En bij de burgers hetzelfde. De gemeentelijke herindeling in de jaren negentig en de komst van een bedrijventerrein in 2004 leidde amper tot protest en zeker niet zo grootschalig als afgelopen week. De eerdere protesten in 2015 tegen AZC’s (en bij de relschoppers ook het geweld daarbij) lijken inspirerend te werken, maar de organisatie van de demonstratie was niet duidelijk herkenbaar, er was geen interne ordedienst, geen duidelijke regels opgesteld (behalve dat haatzaaiende en racistische protestborden niet mochten) en de sprekers waren niet hoorbaar buiten de directe kring om hen heen.
Tegelijkertijd was er in het publiek ook voortdurend de afweging ‘laten we niet alle asielzoekers over één kam scheren’ en ‘asielzoekers zijn heus niet de enigen die vrouwen aanranden’. Opvallend is ook hoe het cultuurargument in Eerde werkte en nu ook in Heesch. Enerzijds werden problemen verwacht met asielzoekers vanwege hun cultuur, maar anderzijds was dat cultuurargument ook een reden om niet alle asielzoekers te veroordelen: ‘ze weten niet beter’. De houding van veel mensen was in Eerde en Heesch in die zin niet volledig afwijzend tegen asielzoekers, eerder ambivalent en paternalistisch.
Afwijzing was de grondhouding, maar velen vonden ook opvang wel het juiste om te doen (‘wij zouden ook opgevangen willen worden in zo’n situatie’). Voor de velen resulteert dit in de opvatting dat opvang wel kan, maar niet zo veel als het COA wil. En dat laatste is ook van belang. In de afwijzingen is ook iets van een anti-overheid en anti-COA houding te bespeuren: mensen van buitenaf en van hogerop die ‘ons’ iets willen opdringen zonder dat we enige stem daarin hebben.
Angst voor de veiligheid van vrouwen, het verlies aan zeggenschap over de eigen omgeving en leefwereld is een veelvoorkomend sentiment die we zien wanneer processen van mondialisering mensen daadwerkelijk raken. Wat dan overigens wel een acceptabel aantal asielzoekers zou zijn, vonden de meesten moeilijk aan te geven maar zowel in Eerde als in Heesch noemden sommigen een aantal van 50.
Naast deze groep met een ambivalente houding ten opzichte van asielzoekers en een anti-houding ten opzichte van de overheid, was er ook een groep die tegen de komst van hoeveel asielzoekers dan ook was en tegen de overheid. Deze groep was niet uit op geweld, maar er was ook geen scherpe veroordeling. Een derde groep had dezelfde houding maar combineerde dat vanaf het begin met een zucht naar ongeregeldheid: er werd voortdurend vuurwerk gegooid en er klonken voortdurend openlijk racistische opmerkingen in dit groepje. Het was ook deze groep die de confrontatie met de politie uitlokte en dichtbij het gemeentehuis kwam vergezeld van een vierde groep mensen: relschoppers zonder duidelijk politieke opvattingen (voor zover ik heb meegekregen), maar wel het gezag wilde uitdagen (en in die zin wel politiek zijn). De derde en vierde groep waren ook in Eerde te onderscheiden, maar kregen daar geen enkele ruimte wellicht vanwege de onderlinge sociale controle. Een vijfde groep in Eerde en Heesch had vooral ambivalente opvattingen over asielzoekers, maar niet naar de overheid (duidelijk anti-gezag), maar veroordeelde scherp het geweld. Het is natuurlijk maar een impressie en het publiek was waarschijnlijk geen representatief deel van de bevolking aangezien de mensen met weinig of geen bezwaren meestal niet overgaan tot collectieve actie en ook niet alle mensen met wel overduidelijke bezwaren dat doen.
Verzet
Er is overigens ook een duidelijke overeenkomst in de wijze waarop voor- en tegenstanders in de bevolking én de overheid over het huidige vluchtelingenvraagstuk praten: als een vloedgolf die hen bij verrassing overspoelt. De houding bij veel voorstanders, het COA en de gemeenteraden is vooral technocratisch: het is een beheersprobleem en we zijn er door overvallen (we zullen het maar niet hebben over het feit dat de overheid al lang gewaarschuwd is voor de toestroom van vluchtelingen en dat er eigenlijk weinig plotselings aan is na drie jaar oorlog in Syrië). Het zijn reacties die vooral een idee van een verlies aan controle en zeggenschap laten zien en het protest tegen de instroom van asielzoekers en tegen de overheid (die de plaatselijke bevolking zou ‘overvallen’) bij elkaar brengen.
Dat verlies aan controle en zeggenschap is een gevolg van allerlei mondialiseringsprocessen en het sterk beroep op het (ideaalbeeld van het) eigen karakter van een dorp is een poging om daar tegen te protesteren. De xenofobe en racistische tendensen die aanwezig zijn in de samenleving komen dan naar boven en vermengen zich met nostalgische gevoelens en woede, afkeer en bezorgdheid naar aanleiding van concrete gebeurtenissen die tot te verbeelding spreken. Tegelijkertijd zijn deze sociale gevoelens niet eenduidig en mensen maken morele afwegingen, wikken en wegen zoals de pogingen om niet te generaliseren dat laten zien. De vestiging van een AZC, de aankondiging van buitenaf en de grootte ervan zijn daarbij kristallisatiepunten waardoor sommige mensen hun ambivalentie laten vallen en gemotiveerd zijn voor collectieve actie mede geïnspireerd door eerdere voorbeelden. Geweld, hoewel door velen afgekeurd, vervuld daarbij de functie van het scheppen van saamhorigheid en het maken van een krachtig statement.
Met 30 jaar aan protest inclusief geweld en bedreigingen kunnen we het AZC verzet wellicht niet direct een radicalisering van de witte burgers noemen. Toch lijkt mij de opeenhoping van gewelddadige gebeurtenissen nu groter dan in het verleden (ook al is bovenstaand overzicht niet volledig). Maar waar geweld door moslims leidt tot een versteviging van het integratiebeleid en het tot stand komen van een anti-radicaliseringsbeleid en discussies over een weerbare democratie, zien we dat hier niet. Zou dat komen omdat, zoals een collega mij laatst suggereerde, beleidsmakers en politici ‘wit’ geweld minder onwrichtend vinden dan ander geweld?