K7 moskeekoepels – Een handreiking voor overheden tegen Koranschennis
Introductie: het spektakel van de Koranverbranding
Het verbranden van de Koran in het openbaar of het vernielen ervan gebeurt met enige regelmaat ook in Nederland. We kunnen dit zien als een vorm van spektakelactivisme. Dit maakt tegenreacties zeer ingewikkeld. Er is nu een interessant initiatief van de K7 moskeekoepels voor een handreiking, toolkit, Koranschennis. In eerder werk, over de sharia4 groepen in België, Duitsland en Nederland, stel ik met collega’s Becker en Roex over spektakelactivisme:
Het gaat hier om vormen van protest die niet alleen met inhoud, maar ook met visuele en auditieve vormen een situatie creëren waar derden bijna noodzakelijkerwijze op moeten reageren. Door middel van een spektakel wordt geprobeerd een controverse te scheppen. Olson en Goodnight hebben, in het geval van militante antibontactivisten, onderzocht hoe specifieke politieke handelingen veranderen in controverses door het maken van ‘oppositionele argumenten’: ‘social controversy… flourishes at those sites of struggle where arguers criticize and invest alternatives to established social conventions and sanctioned norms of communication.’”
Door middel van spektakelactivisme maken activisten dus een oppositioneel argument in zowel vorm als inhoud:
“Een oppositioneel argument ‘disrupt[s] the taken-for-granted realm of the uncontested and commonplace. [It] unsettles the appropriateness of social conventions, draws attention to the taken-for-granted means of communication, and provokes discussion.’”
In een mediacratie zoals Nederland gaat het daarbij ook om om het scheppen van mediagenieke spektakels waarin het verbale en visuele met elkaar gecombineerd worden op zodanige wijze dat de aandacht van de media getrokken wordt. Het spektakel dat, bijvoorbeeld een Koranverbranding, schept creëert niet alleen een debat over de inhoud van de claims (misschien zelfs wel veel minder), maar ook over de vorm en de gepastheid ervan. Degenen die de Koran verbranden in het openbaar stellen immers daarmee dat dat een geoorloofd actiemiddel is en dat dwingt tegenstanders tot een reactie.
Koranverbranding en de rituelen van provocatie en onderwerping
In het geval van de Koranverbranding kunnen we spreken van een vorm van spektakelactivisme dat werkt door gebruik te maken van een provocatieritueel. Een dergelijk ritueel bestaat in feite uit drie stappen:
1) Het selecteren van sleutelsymbolen van een categorie mensen tegen wie je wil richten. In het geval van moslims is dat vaak de Koran, een moskee of de profeet Mohammed.
2) Deze sleutelsymbolen worden vervolgens publiekelijk besmeurd, vernield, aangetast op een wijze die bedoeld is om aandacht te trekken, soms om te vernederen dan wel te ridiculiseren.
3) Vervolgens worden de tegenreacties vanuit de groep om wie het gaat geproblematiseerd. Niet de Koranverbranding is het probleem, maar de oppositie van moslims en anderen wordt gepresenteerd als bewijs dat zij tegen de vrijheden zijn, niet aangepast, pre-modern dan wel anti-modern en hier eigenlijk niet thuis zouden horen en een bedreiging voor de nationale veiligheid zijn. Juist die reacties worden dan gepresenteerd als rechtvaardiging voor het ritueel: het is nodig, heldhaftig en goed om de intolerantie van moslims zo aan te kaarten.
Door dit ritueel wordt een scheiding gemaakt en gelegitimeerd tussen de vrijdenkende ‘wij’ en de gevaarlijke, irrationele, vreemde Ander. Ze zijn een militante en provocerende uiting van sentimenten die reeds bestaan, bestendigen deze en vormen vaak een aankondiging van toekomstige spektakels. Immers, er wordt gesteld dat er pas gestopt kan worden met deze rituelen zodra die Ander niet meer protesteert. Naast een provocatieritueel kan de Koranverbranding dan ook gezien worden als een onderwerpingsritueel waarin de Ander zolang en zodanig vernederd en gestereotypeerd wordt, totdat deze niet meer reageert of reageert op een wijze, zoals we zagen bij de islamofobe Fitna productie van Wilders, die de goedkeuring kan wegdragen.
Natuurlijk volgt niet iedereen deze lijn van denken, maar de normalisering van islamofobie is sterk ingesleten en we zien dan ook dat boekverbrandingen verschillend gewaardeerd worden. Waar boekverbrandingen vaak geassocieerd worden met het fascisme uit het verleden, kan de rituele verbranding van de Koran vaak op meer begrip rekenen. Waarbij de eerste de focus meestal ligt op het verbranden van de vrijheid van meningsuiting, boeken doen niets want dat zijn geen mensen en het is een voorbode of uiting van antisemitisme en fascisme, gaat het bij de tweede dan juist om argumenten als verbranden is ook vrijheid van meningsuiting en het verbieden van een verbranding is een schending van de vrijheid van meningsuiting, maar de koran is the license to kill en het is geen islamofobie of terechte islamofobie. Dit laat goed zien hoe islamofobie in de samenleving genormaliseerd is en dat je eigenlijk raar bent als je je er tegen uitspreekt. Maar het laat ook zien dat de juridische en beleidsmatige grenzen nog niet zo hard te trekken zijn.
Van Koranverbranding naar Koranschennis
Interessant is daarom het initiatief van de K7, het samenwerkingsverband van regionale moskeekoepels waar (naar eigen zeggen) meer dan 200 moskeeën deel van uit maken, met MPO (Monitor Politieke Ontwikkeling, een SPIOR initiatief) een “toolkit tegen Koranschennis” gedeeld met het ministerie van J&V, de VNG én het genootschap van burgemeesters. In het persbericht lezen we:
Deze zogeheten toolkit is feitelijk een handleiding en aansporing voor burgemeesters om actief te handelen bij kennisgeving van betogingen die gepaard gaan met schennis van de Koran. Hierbij heeft het bevoegd gezag niet enkel het recht van de betogingsvrijheid te eerbiedigen maar ook, en dat lijkt tot op heden nauwelijks te gebeuren, die van de godsdienstvrijheid. Volgens de vaste rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens worden uitingen die een aanval inhouden op een voorwerp van religieuze verering, niet beschermd door de vrijheid van meningsuiting (Otto-Preminger-Institut, r.o. 49). De burgemeester dient deze uitingen dan ook te verbieden ter bescherming van de zogeheten “religieuze vrede”.
Uitingen die aanzetten tot haat en religieuze intolerantie (denk aan het verbranden van de Koran) zijn niet toegestaan. Dit staat manifestaties zelf, het betogen – eventueel met borden en/of spandoeken – verder niet in de weg. Aan dit recht wordt zo dan ook niet getornd.
De moskeeën hopen met dit initiatief een bijdrage te leveren aan meer harmonie en rust in de samenleving en duidelijkheid te creëren wat betreft de kaders van de uitingsvrijheid. Het samenwerkingsverband wordt onder meer op het punt van de “toolkit tegen Koranschennis” juridisch ondersteund en geadviseerd door professor Tom Zwart, hoogleraar cross-cultureel recht aan de Universiteit Utrecht.
De term schennis laat daarbij zien dat het voor hen inderdaad ook gaat om de normalisering van dit type actiemiddel. Voor hen overschrijdt Koranschennis fatsoensgrenzen en mogelijk juridische grenzen en bedreigt het de sociale cohesie.
Activisme en Normalisering van islamofobie
Hier zijn wel wat vraagtekens bij te plaatsen omdat in feite de overheden gevraagd worden specifiek te letten op Koranschennis. Dat is gezien de islamofobe structuren en debatten in dit land niet vreemd en goed te rechtvaardigen, maar dit kan eigenlijk alleen werken denk ik als het breder wordt getrokken. Een ander punt is dat men een beroep doet op overheidsinstanties die zelf een belangrijke rol spelen in het legitimeren dan wel aanjagen van islamofobie: of zij nu de aangewezen instituties zijn om dit op te pikken is twijfelachtig. Aan de andere kant zitten met name burgemeesters ook regelmatig met de handen in het haar over wat ze hier nu mee aan moeten en dan zou zo’n handreiking een begin kunnen zijn om daar wat structureler over na te denken. In ieder geval is deze toolkit ook een goed voorbeeld van hoe het debat over islamofobie en over Koranverbranding voortdurend beperkt wordt tot een debat over de vorm van argumenten en acties. We zullen zien wat dat oplevert en of het eigenlijk wel wat oplevert.