C L O S E R – Interessante tijden voor wetenschappers

Posted on April 16th, 2006 by .
Categories: Important Publications, Islam in the Netherlands, Multiculti Issues.

C L O S E R

Het rapport van de WRR heeft de afgelopen week veel reacties gehad. Begrijpelijk. Er zitten alleen niet zoveel zinnige reacties tussen. Zoals die van Ephimenco bijvoorbeeld:

Het probleem zit meer in de definitie van het werk van de WRR, die pretendeert ’wetenschappelijk’ te zijn. Dat is hij niet. Een wetenschappelijk onderzoek moet alle facetten van een onderwerp bestuderen om tot conclusie en aanbevelingen te komen. In zijn rapport geeft de WRR toe van deze gulden regel te zijn afgeweken: de WRR „richt zich in dit rapport niet op een beschrijving en analyse van alle facetten van het islamitisch activisme, dus inclusief de zo bekende negatieve manifestaties. Hij zoekt nadrukkelijk naar positieve aanknopingspunten*.”

Een onderzoek hoeft helemaal niet alle facetten van een onderwerp te bestuderen om wetenschappelijk te zijn. Het is zelfs noodzakelijk om af en toe een deelfacet te nemen. Dat deelfacet kan best wetenschappelijk zijn. Een soortgelijke opmerking is van Ellian in NRC van zaterdag.

Volgens de WRR is dat de opleving van ‘de’ islam als politieke factor in de moslimswereld.
“Dit verwijst naar het streven van mensen voor wie de islam een belangrijke inspiratiebron is voor het inrichten van de hedendaagse politiek en samenleving. Islamitisch activisme is hier een koepelbegrip voor allerlei mogelijke doelstellingen en eisen, van het streven naar een (wereldomvattende) islamitische staat tot het tegendeel, namelijk het op islamitische gronden bepleiten van de scheiding van moskee en staat.”

Mensen als Mohammed B. die een wereldomvattende islamitische staat nastreeft en Abu Zayd die de islam wenst te hervormen, zijn aanhangers van het islamitisch activisme. Ook Ayaan Hrisi Ali past binnen de definitie. Echter, iedereen die redelijk kan nadenken, weet dat als de wetenschap met dergelijke definities gaat werken, zij ten dode is opgeschreven. Maar deze tekst moet politiek, en niet wetenschappelijk geïnterpreteerd worden. De definitie dekt het hele rapport: er zijn geen grenzen. Ondanks hun verschillen dienen zij die binnen de definitie vallen hetzelfde doel, namelijk het hervormen van de islam. Dus onderhandel met ze, vooral met degenen die de meeste vuurkracht hebben, te weten Hamas en Hezbollah. U gelooft het niet? Lees dan dit citaat: “De bevinding van het rapport is dat het islamitisch activisme wel degelijk aanknopingspunten biedt voor democratisering en mensenrechten.”

Ellian is geïntrigeerd door het woord activisme, omdat het doet denken aan dierenactivisten, milieuactivisten of vredesactivisten, allemaal lieve en min of meer onschuldige mensen. En hij vraagt zich af waar dit moet eindigen. “Met een excuus aan Saddam Hussein? Met het aangaan van vredesbesprekingen met Al-Qaeda?”

En hij schrijft verder: “Dit hele rapport is doordrenkt van politieke charlatanerie.
Waar gaat het om in dit rapport? De WRR voert niet in algemene zin een discussie over de (on)verenigbaarheid van de islam met democratie en mensenrechten. Dat is ook weinig vruchtbaar. Uiteindelijk zijn het niet de feitelijke teksten maar de interpretaties en de gedragingen van de aanhangers van een religie die bepalen of deze verenigbaar is met democratie. Maar er moet minstens sprake zijn van een minimale tekst (koran, verhalen over de profeet) op grond waarvan men kan interpreteren. Nu begrijp ik het: de katholieken of de communisten zaten fout, met het katholicisme of het communisme als zodanig is niets mis. Zelfs de paus van Rome zal deze redenering niet kunnen volgen.

Of er met het communisme, katholicisme of islam iets mis is, doet er weinig toe. Het gaat ook niet zozeer om die brontekst, maar om een traditie. Die teksten maken deel uit van die traditie, maar ook de uitspraken en teksten van islamitische geleerden door de eeuwen heen. Dan zitten er genoeg aanknopingspunten om de islamitische traditie te verenigen met democratie, maar ook genoeg om dat niet te kunnen doen. Nu besteed de WRR vooral aandacht aan het eerste onder de noemer van islamitisch activisme. Ik heb er geen enkel probleem mee om zowel Abu Zayd, als de PJD in Marokko, als Hamas, als de Hofstadgroep te scharen onder de noemer islamitisch activisme. Zij voldoen aan allemaal aan die definitie, maar een nadere onder verdeling is toch wel gewenst. De activiteiten van mensen als Abu Zayd, Ramadan zijn toch echt van een andere aard dan die van de PJD, laat staan de de Hamas. Op zich zijn er goede redenen te bedenken om juist te focussen op die meer positieve vormen, net zoals er ook goede redenen zijn om alleen te focussen op de meer ondemocratische tendensen. Juist van de WRR zou je echter een meer compleet beeld wensen en zeker als je de term islamitisch activisme hanteert. Wat is nu de onderlinge verhouding van die groepen? Waarom trekt de ene groep meer aandacht dan de andere? Het theoretisch kader van islamitisch activisme dat onder andere is gebaseerd op de theorie van sociale bewegingen zoals Wiktorowicz dat toepast in ‘Islamic activism’, biedt daar ruime aanknopingspunten voor. De theorie van sociale bewegingen is één van de meest waardevolle aanknopingspunten om islamitisch activisme, het falen en het succes ervan te begrijpen doordat het kijkt naar de wijze waarop men zich organiseert en door te analyseren hoe die organisaties gebruik maken van tal van hulpbronnen (moskeeen, internet, geld enz.) om mensen te mobiliseren. Ideologie en religie spelen daarbij een belangrijke rol maar zeker niet de enige. Dan kan ook duidelijker worden waarom bepaalde organisaties voor een ondemocratische invulling kiezen van de islamitische tradities en anderen weer voor een democratische invulling en waarom die laatsten zo mager succes boeken (wellicht met uitzondering van de AK-partij in Turkije en in mindere mate de PJD in Marokko). Hoe reageren die verschillende sociale bewegingen op elkaar? Wat is de rol van vrouwen? Welke plaats nemen die organisaties in met betrekking tot de kloof tussen eerste en tweede generatie en de problematiek van jongeren in Europa en het Midden-Oosten? Het zet dergelijke organisaties neer als ‘normale’ organisaties zoals eerder ook milieu-organisaties, linkse protestbewegingen enz. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen met dergelijke organisaties en wat betekent dat?
Henk Muller had in de Volkskrant een zeer waardevolle bespreking vind ik van het rapport. Die ik daarom maar even integraal plaats:

Het veelbesproken islamrapport van de WRR heeft een optimistische uitstraling. Spijtig voor de WRR: liberale moslimdenkers zijn er wel, maar de doelgroep hoort ze niet.

Heel Nederland praat over de islam, maar veel ervan weten doen de burgers niet. Dat vindt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en daarom was het tijd voor een gedegen rapport.

Immers, confrontatie met de islam leidt tot niets. Stereotypen over moslims zijn er al genoeg.

Veiligheid en vrede in Nederland en Europa zijn niet gediend met onwetendheid over de islam. De WRR zag het als taak woensdag verlichting te brengen in de duisternis met een lijvig boekwerk getiteld Dynamiek in islamitisch activisme.

Want er gebeurt veel in de islamwereld, er bestaat meer dan terrorisme in naam van Allah en de WRR wil die dynamiek schetsen.

Maar is dat ook gelukt? Klopt het beeld een beetje?

Het antwoord luidt ja, maar het perspectief is nogal zonnig.

Het rapport beschrijft vrij uitputtend in een aantal hoofdstukken de ontwikkeling van het islamitisch- politieke denken, de ontwikkeling van islamitisch-politieke bewegingen en de ontwikkeling van het islamitisch recht. Als er een ding duidelijk wordt, dan is het dat er vele stromingen en richtingen zijn en dat dé islam niet bestaat.

Maar het rapport is niet alleen informatief, het is ook programmatisch.

Dat blijkt als na vijftig pagina’s wordt geconstateerd dat de aanhang van liberale moslim- denkers niet zo erg groot is, maar dat je dat niet moet bagatelliseren.

‘Vernieuwend denken moet ergens beginnen en kan geleidelijk aan diepgang en invloed winnen’. Hier lijkt de wens de vader van de gedachte.

Want met misschien meer recht kan je ook stellen dat dit nu juist het probleem is met democratise ring in de moslimwereld. Er lopen zeker goede, liberale denkers rond, alleen hun boodschap weet de doelgroep niet te bereiken. Om nog maar te zwijgen van de organisatorische achterstand die ze hebben op de grote islamistische organisaties, van Hamas tot de Egyptische Broederschap. Die hebben de eerste decennia weinig competitie van liberale moslimdenkers te duchten.

De reden van de islamistische aantrekkingskracht is dat moslims zien dat islamisten een religieus ideaal weten te koppelen aan sociale rechtvaardigheid. Daar geven die organisaties, in tegenstelling tot de staat, ook in de praktijk vorm aan. Liberale denkers bieden abstracties, maar geen brood. En moeten de massa’s kiezen tussen een corrupte overheid, abstracties inzake democratie of concrete hulp in een fundamentalistisch jasje, dan is de keus niet lastig.

Dat is en blijft een probleem en dat verhelp je niet door, zoals de WRR doet, de definitie te hanteren uit de titel van het rapport – islamitisch activisme – voor wat er speelt in de islamwereld. Alsof er zoveel te kiezen valt. De WRR neemt een koepelbegrip waar alles onder valt.

Ze zegt het zelf: van het streven naar een kalifaat tot het op islamitische gronden pleiten voor een scheiding kerk-staat. Van gewelddadige clubs als Hamas tot groepen die elk geweld zeggen te veroordelen.

Duidelijker was het geweest om te spreken over de politieke islam in plaats van het vagere activisme. Want anders gaan de grote lijnen verloren en verlies je uit het oog dat het ‘islamitisch activisme’ maar een paar grote spelers telt. De islamisten die ertoe doen, hebben grote, goed georganiseerde netwerken. Ze kampen allen met hetzelfde probleem: het zijn zowel politieke als religieuze organisaties. Politiek gezien moeten ze pragmatisch en flexibel zijn, religieus gezien neigen ze naar dogmatisch en absolutistisch taalgebruik.

Dat geeft ze eerder een conservatief, dan een liberaal stempel. Zulke organisaties laten het achterste van de tong niet zien, ze kiezen niet graag. Daarom hebben van alle grote islamistische organisaties slechts twee, de Marokkaanse Parti du Justice et Developpement (PDJ) en het Jordaanse islamitische Actie Front, laten weten een heuse politieke partij te willen zijn.

Internationale denktanks, vergelijkbaar met de WRR in Nederland, tellen Hezbollah en Hamas niet mee als legitieme islamistische organisaties. Er heerst al scepsis over het afzweren van geweld – een eis voor reguliere politieke bewegingen – bij organisaties als de Moslim Broederschap. Hezbollah en Hamas, compleet met gewapende milities, worden zeker niet als reguliere politieke organisaties gezien. De aanbeveling van de WRR om Hamas niet als terroristische organisatie te beschouwen omdat dit contra-productief voor de regio zou zijn, plus de verzekering dat de leiders van Hamas na de verkiezingswinst hun tactiek wel op de politieke realiteit móeten afstemmen, lijkt eerder wens dan feit.

De WRR constateert dat er spanningen zijn tussen – vaak jongere – leden die nieuwe ideeën en politieke tactieken toejuichen en de oude garde die hecht aan de bestaande posities in islamistische organisaties.

Hun strijd zal, gezien de invloed van deze bewegingen in de moslimwereld, bepalend zijn en blijven voor de toekomst.

Islamistische organisaties zijn de massa-bewegingen van de 21ste eeuw in deze regio, een rol die eerder werd vervuld door nationalistische bevrijdingsbewegingen en linkse partijen. Maar behalve politieke bewegingen zijn het evenzeer religieuze bewegingen die onduidelijk zijn en blijven over sharia, minderheden, de positie van de vrouw, politiek pluralisme en de rechten van het individu in een wereldbeeld waarin de gemeenschap (umma) hoger in aanzien staat. De WRR adviseert aansluiting te zoeken bij ‘constructieve islamisten’ om democratisering daar verder te helpen. Maar hoe zien die eruit?

De dubbelzinnigheid regeert.

Muller heeft zeer zeker een punt als het gaat over die liberale denkers. Waarom hebben ze zo weinig aanhang en waarom kennen we ze niet? Waarom kennen moslims ze nauwelijks, maar ook onder niet-moslims zijn ze nauwelijks bekend. Het werk dat ze doen is zeer interessant, ook al omdat ze voortdurend proberen om vooruitgang te boeken, maar niet helemaal onder de invloed van de meer traditionele geleerden uitkunnen. Het zogenaamde moratorium van Ramadan mbt de Shari’a is daar een voorbeeld van. Veel mensen zouden natuurlijk het liefst zien dat hij zei weg met de Shari’a maar de vraag is of dat wel kan zonder dat hij zijn positie als autoriteit verliest. De Shari’a, islamitisch recht (en geen wet) heeft overigens voor veel moslims de betekenis van rechtvaardigheid en geleid worden door God waar veel meer onder valt dan alleen het stenigen van vrouwen bij overspel of het dragen van de hoofddoek.

Opvallend is verder dat de reacties van politici als Hirsi Ali, Wilders en Verhagen zich vooral richt op de conclusies van het rapport en zij die conclusies betitelen als politiek. Dat is nauwelijks serieuze kritiek te noemen. Ze laden de verdenking op zich, zich van onwelgevallige wetenschappelijke onderzoeken te willen ontdoen. Als je kritiek hebt op de conclusies toon dan eerst aan dat het onderzoek zelf niet deugt. Dat je het niet eens bent met de conclusies of je de conclusies niet leuk vindt, is nog geen teken dat het onderzoek zelf niet deugt. Dergelijke kritiek toont in ieder geval wel aan dat ieder onderzoek over islam per definitie politiek is. Het gaat niet om de wijze van onderzoek, of dat het wat al te rooskleurig is, nee het gaat erom dat de conclusie in hun straatje moet passen. Voldoe je daaraan, dan gaat men met je aan de haal, voldoe daar je niet aan dan ben je niet wetenschappelijk. De WRR heeft daar natuurlijk ook zelf aan bijgedragen door de kritiek op politici; daar hadden ze misschien nog wel eens twee keer over kunnen nadenken, ook al heeft zeker gelijk als men Verhagen en Wilders op het oog heeft met die kritiek. Verhagen die volkomen onterecht en volkomen uit de lucht gegrepen meent te moeten beweren dat duizenden moslims de shari’a willen (zonder dat duidelijk is wat het precies inhoudt) en Wilders die alleen de ondemocratische kant van de islam wil zien en dat presenteert als de enige zuivere islam. Iets soortgelijks doet De Winter ook als hij wijst op het onderzoek waaruit zou blijken dat 40% van de Britse moslims de Shari’a wil. Ten eerste wordt niet duidelijk wat de onderzoekers onder Shari’a verstaan en niet wat de respondenten daaronder verstaan. Ten tweede, waarom kies je de 40% die die Shari’a zou willen en niet de 41% die dat niet wil uit hetzelfde onderzoek. Het gaat om beide cijfers, niet om één van de twee. Wat zij doen is eigenlijk het klassieke de pot verwijt de ketel… Nou ja, wat je de WRR in ieder geval niet kunt verwijten is dat ze politici als Wilders niet durven aan te vallen, zoals dat met sommige wetenschappers het geval is omdat men vreest anders buitenspel te worden gezet. Maar ja, en op dat punt denk ik dat De Winter gelijk heeft, de WRR bepaalt de agenda niet.

19 comments.